132
„het is gebleken, dat het crediet nergens behoorlijk is
„georganiseerd; dat slechts enkele sporadische gevallen be-
„kend zijn van spaarbanken of credietvereenigingen, welke
„landbouwers helpen aan het vereischte bedrijfskapitaal,
„terwijl voor het overige in de behoefte voorzien wordt,
„hetzij door notarissen als kassiers optredende, hetzij door
„boter- en kaaskoopers, vee- en graanhandelaars, suiker-
„fabrikanten enz., die door voorschotten de landbouwers
„gerieven, maar ook vaak van zich afhankelijk maken" t).
Algemeen was de overtuiging zegt dezelfde Landbouw-
commissie dat onder de middelen, welke tot opbeuring
van den landbouw kunnen in aanmerking komen, een goed
georganiseerd credietwezen eene eerste plaats inneemt.
Eene duurzame verbetering van den toestand is, naar het
oordeel dezer Commissie, alleen te wachten, van hetgeen
door belanghebbenden zelf zal worden tot stand gebracht.
Wel worden nog andere middelen aanbevolen, als een
pandrecht op het roerend goed van den geld-opnemer-land-
bouwer met een droit de suite van 40 dagen (welke maat
regel door eene groote minderheid ten zeerste werd bestreden),
de disconteering van landbouw-promessen met een looptijd
van zes maanden en de belegging van een deel der gelden
van de Rijkspostspaarbank in rentegevende hypothecaire
schuldvorderingen.
Maar van al deze genoemde middelen is tot heden nog
zoo goed als niets ten uitvoer gebracht.
Wel echter is eindelijk de landbouwstand ontwaakt, en
de belangstellenden zeiven hebben de handen aan den ploeg
geslagen, om gezamenlijk datgene te bereiken, wat, volgens
de Landbouwcommissie, enkel in staat is eene „duurzame
verbetering van den toestand tot stand te brengen".
Den grooten stoot tot de stichting van Credietvereenigingen
heeft de Nederlandsche Boerenbond gegeven, die in de
Zuidelijke provincies ontstond. Het groote verschil tusschen
den Boerenbond en de tot dan toe bestaande landbouwver-
eenigingen was gelegen in de kwaliteit der leden. Terwijl de
bestaande landbouwbonden bijna uitsluitend groote grond
eigenaars en groote landbouwers tot leden hadden, zocht de
Boerenbond zijn kracht in de vereeniging van alle landbou
wers, groote en kleine, waarin men vooral in de Zuidelijke
provincies het best geslaagd is. (Wordt vervolgd.)
Verzameling van adviezen door de Landbouwcommissie van 1886, bi. 25.