129 naam reeds aanduidt, oefent zij een soortgelijk bedrijf uit als de N. V. „Beider Belang". (Zie ons nummer van 16 Juli 11.) Onze besprekingen van het verslag van laatstgenoemde Maatschappij wordt door de heeren van Gelria gebruikt om haar belangen te bevorderen en dat is meer dan ergerlijk. Hoe scherp onze beoordeeling, wil men, veroordeeling van „Beider Belang" ook is, daarmede is niet bewezen dat Gelria vertrouwen verdient. Veeleer is het tegendeel het geval, en staat de z.g n. N. V. Gelria beneden „Beider Belang". „Beider Belang" is een heuschelijke Naaml. Venn., is iets, Gelria is een fictie is niets. Reeds sinds enkele maanden geeft zij z.g.n. 3% Premie-Obligatiën uit, terwijl zij feitelijk nog niet bestaat. Wel werd op haar statuten de Koninklijke Goedkeuring aangevraagd, doch deze werd nog niet verleend en of zij verleend zal worden is nog een open vraag. Er is door eenige personen een syndicaat gevormd, waar toe ook behooren de H.H. J. G. van Miltenberg; J. V. Beernink en M. Th. Reijnen, zich noemende Directeuren van de niet bestaande Naaml. Venn. Gelria. Als Commis sarissen der Naaml. Vennootschap worden genoemd de H.H. A. A. van der Maas, Commercieel te Amsterdam; C.J. van Miltenburg, Leeraar te Utrecht en H. G. J. van Reijnen, Industrieel te Wanrooij, wier namen op de prospectus prijken en die dus mede aansprakelijk zijn voor de mis leiding van het Publiek. Met een gewrongen uitlegging van art. 39 van het Wetb. van Kooph. kan men beweren, dat die heeren persoonlijk verantwoordelijk zijn, doch aan die verantwoordelijkheid heeft men niets, zoolang niet vaststaat, dat zij voldoende kapitaalkrachtig zijn. Dat bewijs werd door hen nog niet geleverd, en zoolang dat bewijs niet wordt geleverd, is het dwaas hun eenig vertrouwen te schenken. En of zij dat bewijs kunnen leveren, mogen wij betwij felen. Dan toch was het niet noodig geweest een valsche vlag in top te hijschen, dan was men niet begonnen het publiek te misleiden. Gelria toch verspreidt een circulaire, waarin wordt gezegd: „prospectus eener 3 o/0 Premie-Obligatieleening groot 2.100.000.uitgeschreven ingevolge besluit der Alge- meene Vergadering van Aandeelhouders der N. V. Algemeen Handels- en Assurantiekantoor „Gelria" etc. „doch wij vragen, hoe kan er een Algemeene Vergadering van aandeel-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1920 | | pagina 13