116 uitgeput zijn, of wel, dat zij van oordeel is, dat het reeds aangevraagde crediet in de naaste toekomst onvoldoende zal blijken, om in de geldbehoeften te voorzien, dan is het raadzaam, dat zij een aanvrage om crediet, of om ver hooging van crediet, tijdig indiene. Indien dit niet tijdig geschiedt, zou de boerenleenbank in moeilijkheden kunnen komen, want volgens de Statuten moet het Bestuur der Centrale Boerenleenbank over het al- of niet toestaan der credieten beslissen. En het Bestuur vergadert in gewone omstandigheden maar éénmaal per maand. Zou dus eene aanvrage om crediet inkomen daags na eene bestuursvergadering, dan zou de beslissing eene maand op zich laten wachten. En dat zou nog langer kunnen duren, indien nadere inlichtingen zouden noodig blijken. Daarom is het voor de plaatselijke boerenleenbanken van zulk groot belang tijdig eene aanvrage te doen, want indien het crediet eenmaal is toegestaan kan de Directeur der Centrale Boerenleenbank onmiddellijk het gevraagde bedrag zenden, zoolang het blijft binnen de perken van het toege stane crediet. STANDSORGANISATIE EN BOEREN LEENBANKEN. In de laatst gehouden Algemeene Vergadering vroeg bij de Rondvraag één der afgevaardigden, of er geen algemeene ontheffing kon verleend worden van de bepaling, dat de leden der boerenleenbanken tevens leden moeten zijn der stands organisatie, wijl bij de door hem vertegenwoordigde boeren leenbank nog al vele niet-landbouwers waren; zulke algemeene ontheffing was door het Bestuur der betrokken boerenleenbank aangevraagd, maar door het Centraal Bestuur geweigerd. Van de bestuurstafel werd geantwoord, dat volgens de Sta tuten der boerenleenbanken voorschotten uitsluitend mogen verleend worden aan land- of tuinbouwers, en dat als alge meene regel moet gelden, dat de boerenleenbanken de s'ands organisaties, evenals de standsorganisaties de boerenleen banken moeten steunen. Daarom wordt door het Centraal Bestuur dan alléén ontheffing verleend van de bepaling, dat een lid der boerenleenbank tevens lid moet zijn der standsorganisatie, als er eene bijzondere reden voor pleit; maar een algemeene ontheffing wordt om evengenoemde reden nimmer verleend.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1920 | | pagina 8