110 De losbare nummers zijn betaalbaar per 1 Januari a.s. Bij inwisseling tegen geld kunnen zij dus van dien datum af worden aangeboden bij genoemde banken. Bij inwisseling tegen nieuwe 51 /2pandbrieven moeten zij tegen 1 Januari aan de N. V. Boeren-Hypotheekbank te Eindhoven worden ingezonden onder mededeeling dat in ruil 5'/2o/o pandbrieven verlangd worden. DE WINST BIJ DE PLAATSELIJKE BOERENLEENBANKEN. Het systeem Raiffeisen, waarop onze boerenleenbanken berusten, geeft eene buitengewoon groote soliditeit aan deze instellingen. Immers, alle leden blijven onbeperkt aansprakelijk voor de verbintenissen der leenbank. Deze onbeperkte aansprakelijkheid is geen beletsel voor de toetreding der leden omdat de geheele inrichting zóó secuur geregeld is, dat er -- bij stipte nakoming der statuten weinig gevaar bestaat voor verliezen. Maar toch, ook bij het beste beheer, kunnen er verliezen geleden worden en daarom is er een middel gevonden om deze verliezen te kunnen dekken zonder een beroep te moeten doen op de onbeperkte aansprakelijkheid. Dit middel is: de vorming van een reservefonds. Bij iedere boerenleenbank bedraagt de rente, die voor voorschotten gevraagd wordt meer dan de rente, die voor de inlagen in de spaarbank betaald wordt. Uit dit verschil ;n rente en uit de andere baten als provisie enz. moeten eerst alle onkosten betaald worden, en wat er dan overblijft wordt als winst beschouwd. Deze winst wordt in hoofdzaak gebruikt om een Reserve fonds te vormen dat de boerenleenbank een hechten grond slag geeft, omdat het bestemd is, zooals wij zeiden, om mogelijke verliezen te dekken. Voor de leden die onbeperkt aansprakelijk blijven, is het een zeer groote gerustheid, als er een groot reservefonds aanwezig is, omdat daardoor de mogelijkheid om schade te lijden zeer gering wordt. Daarom bepalen dan ook de Statuten der plaatselijke boerenleenbanken: Art. 53: De winst wordt bewaard en na aftrek van de verliezen tot een reservefonds opgehoopt, tot dit fonds de hoogte

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1920 | | pagina 2