MEDEDEELINGEN
OCTOBER 1920.
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE
BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN
CREDIET-VERLEENING AAN KWEEKERS EN
TUINDERS MET HULP VAN DEN STAAT.
In de oorlogsjaren is de Regeering den kleinen midden
stand te hulp gekomen door eene crediet-verleening, welke
degenen, die door den oorlogstoestand waren getroffen, in
staat moest stellen hunne zaken gaande te houden. Vooral werd
destijds gedacht aan miliciens, die hunne zaken hadden
moeten verlaten.
Nu is de oorlog voorbij, maar de vrede heeft geenszins
een terugkeer van normale toestanden gebracht.
In 't bijzonder zijn vele tuinders en kweekers in zorg-
wekkenden toestand gebracht, omdat het afzetgebied hunner
producten zoozeer is geslonken. Vele landen, die voorheen
groote afnemers waren, kunnen wegens het enorm verschil
der valuta, weinig of niets koopen. Toch is er alle hoop dat
de handel zich zal herstellen, indien de toestanden weer
normaal worden, wat wel te verwachten is, nu de pogingen
om een wereldrevolutie te verwekken niet veel bijval vinden,
wijl men aan Rusland en Hongarije kan zien, wat zulke
revolutie, onder leiding der Boljewisten, beteekent.
Als onze tuinders en kweekers maar door de moeilijke
jaren heen geholpen worden, zoodat zij hun bedrijf in stand
kunnen houden, zullen zij zich daarna wel door eigen energie
weerom bovenop werken. Dit heeft onze Regeering begrepen
en daarom heeft zij eene regeling in het leven geroepen,
waardoor het mogelijk zal worden, aan de tuinders en
kweekers crediet te verschaffen.
Rechtstreeks zal de Regeering geen crediet geven aan de
noodlijdende tuinders en kweekers. Zij laat dat over aan de
boerenleenbanken en aan andere banken, die zich er mede
willen belasten.
No. 52.