56
onverklaarbaar wezen, als Directeur Berkvens, bij zijn kennis
en toewijding, niet tevens geweest was een goed mensch en
een oprecht Christen.
Zijn goed hart deed hem genoegen scheppen in te kunnen
helpen, waar het maar mogelijk was; en deze gelegenheid
werd hem zeer vaak geboden.
Het is opmerkelijk, hoe zoo velen dergenen, die met hem
in zaken-relaties traden, zijne vrienden werden. Ook dat
bleek bij zijn sterven.
Een aardig staaltje van zijn goed hart en doortastendheid
gaf hij in oorlogstijd.
Tot de Belgische vrienden, vriend geworden door
organisatie-relaties behoorde Mr. Gysen, hoofdbestuurder
van den Belgischen Boerenbond.
Bij den inval der Duitschers in Leuven werd Mr. Gysen
krijgsgevangen gemaakt, omdat hij tot de burgerwacht be
hoorde, en naar Duitschland gevoerdhij zag er kans mede-
deeling van zijne gevangenschap te doen aan den Geeste
lijken Adviseur der Centrale Boerenleenbank.
Enkele dagen later was er bestuursvergadering.
En toen daar bekend werd dat Mr. Gysen krijgsgevangen
was, zeide Directeur Berkvens onmiddellijk en beslist: „We
moeten hem vrij krijgen,"
En hij kreeg hem vrij.
Aan den Voorzitter van den Internationalen Bond van
Landbouwvereenigingen, den heer Johanssen te Hannover,
schreef Directeur Berkvens een brief, om op allerlei gronden
van internationaal belang te betoogen, dat Mr. Gysen moest
teruggezonden worden. Binnen een paar dagen was er tele
grafisch bericht, dat er veel hoop bestond, om het verzoek
ingewilligd te krijgen, en eer de maand om was, werd
Mr. Gysen vrijgelaten, die niet vermoedde, dat zijn vriend
Berkvens hiervoor gezorgd had.
Wie den levenslustigen, steeds tot schertsen geneigden
Directeur Berkvens meer intiem kende, wist, hoe oprecht-
christelijk zijn zieleleven was. Op Gods vaderlijke Voorzie
nigheid vertrouwde hij ten volle, en welke slagen hem ook
in den loop der jaren troffen, steeds was hij tevreden met
Gods Wil.
Enkele weken vóór zijn dood, betuigde hij aan een hoofd
bestuurder eener andere sociale vereeniging zijn vreugde
erover, dat hij als Directeur eener sociale instelling nooit