69 Voor velen was dit onmogelijk. En toch mogen wij hem niet vergeten. Dit vergt dankbaarheid van ons. Wij kunnen hier niet opsommen, wat hij in zijn werkzaam leven deed voor den boerenstand en het landbouwcrediet. Zijne daden zullen spreken. Veel minder kunnen wij hem daarvoor be- loonen. Laten wij dit aan den Heer over, die loon naar werken geeft. Wel kunnen wij hem allen gedenken in onze gebeden. De Bestuurders onzer Leenbanken hebben besloten stappen te doen om op het graf van den hooggeachten overledene een waardig, blijvend gedenkteeken op te richten. Het Bestuur der Coöperatieve Centrale Bankte Eindhoven vond deze gedachte sympathiek en wilde gaarne meewerken om dit plan te verwezenlijken. Welnu, laten al de aangesloten Boerenleenbanken een bedrag van b.v. f 10.of f 20.bijdragen om een passend monument op het graf van onzen vriend te plaatsen en hare bijdragen voor dit doel inzenden aan de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven, vóór den 15den September a.s. Wij eeren daardoor zijne nagedachtenis en we toonen de wereld, dat wij onze groote mannen weten te waardeeren. Hoogachtend, de Bestuurders der Boerenleenbanken van Reijmerstok en Barendrecht. DE DIVIDEND- EN TANTIÈMEBELASTING 1917 EN DE BOERENLEENBANKEN. Van verscheidene Boerenleenbanken kwam reeds het verzoek in om inlichtingen, hoe te handelen naar aanleiding eener aanschrijving van den Inspecteur der belastingen, die wenschte in het bezit gesteld te worden van de Rekening en Balans der Boerenleenbank en van een aangifte of nega tieve aangifte (bedoeld in Artikel 12 der Wet op de Divi dend- en Tantièmebelasting 1917). In ons antwoord adviseerden wij, dien Inspecteur op zijn verzoek te zenden 1. Een negatieve aangifte. 2. Een afschrift van de Rekening en Balans der Boeren leenbank.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1920 | | pagina 17