51
Het crediet is onopzegbaarals iemand bij de Boeren-
hypotheekbank geld heeftopgenomen, en aan de toen gestelde
voorwaarden voldoet, kan het crediet cjoor de Bank nimmer
tusschentijds worden teruggevraagd; bijvoorbeeld: iemand
heeft vóór tien jaren een hypothecaire leening aangegaan
tegen 41/i pet., welke hij in 30 jaarlijksche termijnen zal
aflossen. Als deze man telken jare de rente en de bedongen
aflossing betaalt, kan hem het geld niet worden opgezegd
noch kan de rente wotden verhoogd.
Verder is het crediet zoo billijk mogelijk, want de Boeren-
hypotheekbank vraagt slechts 1/i pet. meer, dan zij zelf aan
de pandbriefhouders moet geven.
Er is gemak van ajlossing, want iedere credietnemer kan
ten allen tijde aflossen met bedragen van f 100.en veel
vouden hiervan, zonder iets te behoeven te betalen voor ver
vroegde aflossing.
Men ziet, dat aan alle voorwaarden, aan een goed grond-
crediet te stellen, hier voldaan is.
Indien er een voldoend aantal pandbrieven kan geplaatst
worden kan er aan alle aanvragen worden voldaan. Maar
indien dit niet het geval is, worden eerst de aanvragers van
kleinere bedragen geholpen, omdat deze gewoonlijk bij andere
instellingen veel moeilijker en betrekkelijk duurder terecht
komen, dan de aanvragers van groote hypotheken.
Vermelden wij ten slotte de volgende passage uit het
Verslag der Boerenhypotheekbank
Tot einde Maart konden wij aan onze hypothecaire debi
teuren gelden verstrekken tegen een rente van 43/4°/o per
jaar; daarna berekenden wij een rente van 5^4in beide
gevallen zonder berekening van afsluitprovisie, omdat het
ons mogelijk was de pandbrieven, rentende resp. 41/2 en
en 5°/o te plaatsen a pari.
Het bedrag der afgesloten leeningen was belangrijk hooger
dan in vorige jaren n.1. f 764.510.tegen f 482.105.50 over
1918 en 203.300over 1917. De minder gunstige voor
uitzichten voor land- en tuinbouw en de dientengevolge te
verwachten waardevermindering der boerderijen en tuinderijen
deed ons met ingang van 28 Maart 1919 besluiten, slechts
hoogstens 50% der laagst geschatte waarde te fourneeren,
van welken regel wij alleen dan afweken, als de Boerenleen
bank, waartoe aanvrager behoorde, zich bereid verklaarde