50 Hiervan werd 10% gestort in het Reservefondsf 247.66 Verder 4% dividend op het ge storte op de aandeelen, zijnde het maximum dividend dat volgens de Statuten mag uitgekeerd worden f 1964.— f 2.211.66 Zoodat op nieuwe Rekening overgebracht kan worden f 264.89 Op 1 Januari 1919 stonden uit: 265 leeningen tot een bedrag van f 1.649.926.46 In 1919 kwamen er bij: 69 leeningen tot een bedrag van f 764.510. 334 totaal f 2.414 436.46 In 1919 werden afgelost: 34 leeningen geheel, die met de gedeeltelijke aflossingen bedroegenf 272.447.53 zoodat op 31 Dec. 1919 uitstonden. f 300 leeningen tot een totaal bedrag van. f 2.141.988.93 Het kapitaal der N. V. Boerenhypotheekbank bestaat uit f 1.000.000. Hiervan is een bedrag van f 491.000 geplaatst en wel als volgt: 210 boerenleenbanken met ieder één aandeel f 210.000 45 twee aandeelen - 90.000 10 drie - 30.000 2 vier - 8.000 13 vijf - 65.000 1 zes - 6.000 1 zeven - 7.000 1 acht - 8.000 6 tien - 60.000 Coöp. Centrale Boerenleenbank zeven - 7.000 289 boerenleenbanken f 491.000 Er waren einde 1919 bij de Centrale Boerenleenbank aangesloten 469 boerenleenbanken zoodat nog altijd 180 boerenleenbanken in gebreke bleven, een of meer aandeelen van deze zoo nuttige instelling te nemen. De Boerenhypotheekbank immers, geeft een crediet, dat aan de hoogste eischen voldoet.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1920 | | pagina 6