36 zakelijke is voor den landbouw, veel meer dan ontginning van woeste gronden of wat verder ook het Spaarfonds voor Bodemcultuur zich ten doel stelt. Spaarfonds voor Bodemcultuur is verder opgericht, om de spaargelden eene hoogere rente te laten opbrengen; het vergoedt eene rente van 3% voor inlagen, die minder dan een kalenderjaar en 4.2voor bedragen, die een volkalen- derjaar staan. Daarenboven spiegelt het aan degenen, die contributie- bewijzen nemen (onopvraagbaar geld) eene rente voor van dooreengenomen 10% per jaar, want in de Brochure: Nota van Inlichtingen" lezen wij (bl. 13): „Op twee manieren kan dus het geldbeleggend publiek „zich tot ons wenden „le. als contribueerend lid kan men contributiebewijzen „bekomen, en de hoogste rente welke daarop uitgekeerd „wordt, is 50% om de 5 jaar. „2e. als inlegger in de Spaarbank, en hoogste rente is „4.20% elk jaar." Op welke wijze acht nu Spaarfonds voor Bodemcultuur zich in staat, zulke hooge rente te kunnen vergoeden? Laten wij wederom het woord aan het Spaarfonds voor Bodemcultuur zelf: „Het doel dezer Stichting kan zoo algemeen mogelijk als volgt omschreven wordendoor het op groote schaal bijeen brengen van kleine bedragen, gestort in den vorm van con tributies of van spaargelden, een aanzienlijk en toenemend fonds te vormen, om daarmee productieve cultuurwerken tot stand te brengen. „Wat de aard dier werken betreft, moeten wij ons voor- loopig wat in de ruimte houden. Het ontginnen van woeste gronden tot bouw- en grasland; bebossching; hetaankoopen van groote landgoederen om deze in normale boerderijen te splitsen; verbetering van reeds in cultuur zijnde gronden door afwatering, inpoldering enz.; aankweeking van den tuinbouw in daarvoor geëigende strekenstichting van land arbeidersplaatsen en van z.g. tuindorpen in de nabijheid van industrie-steden; al dergelijke werken op het gebied van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1920 | | pagina 8