25
en agenten hun penningske offeren, een trekkingslijst, gelijk
luidend met die der Holl. Grondcredietbank-loten van eenige
maanden geleden, waardoor natuurlijk van eenige trekkings
kans geen sprake is.
De trekkingslijst der Haarlemsche instelling is gedateerd
April 1920, die der Holl. Grondcredietbank 16 Februari 1920.
De Redactie van bovengenoemd Blad voegt hieraan toe:
„Men heeft hier klaarblijkelijk te doen met een zeer
„brutale zwendelzaak," en verder: „het is nauwelijks aan te
nemen, dat de obligatiehouders ooit nog één cent van hun
„geld zullen terugzien."
De Dagelijksche Beurscourant, waarin wij bovenstaande
gegevens vonden, deelt nog mede „dat het Bestuur der
Hollandsche Grondcredietbank tegen deze practijken niets
kan uitrichten. De officier van justitie, tot wien men zich
had gewend, ten einde te trachten aan het bedrijf der Nationale
Crediet- en Effectenbank een einde te maken, verklaarde,
dat hij er niets tegen vermocht te doen. De Wet geeft hem
niet de geringste bevoegdheid om in te grijpen, en de affaire
is zoo handig opgezet, dat een aanklacht zonder eenig resul
taat moet blijven.
Het is wel wenschelijk, dat op Algemeene Vergaderingen
der boerenleenbanken zulke voorbeelden worden aangehaald,
om de leden tot groote voorzichtigheid aan te manen, zoo
wel als zij gelden bij dergelijke instellingen zouden willen
beleggen als wanneer zij agentschappen hiervan zouden
wenschen te aanvaarden.
MOGEN DE BELASTINGAMBTENAREN DE NAMEN
DER INLEGGERS IN DE BOERENLEENBANKEN EN
HET INGELEGDE BEDRAG CONTROLEEREN?
Bij gelegenheid der Algemeene Vergadering van de Coöp.
Centrale Boerenleenbank te Eindhoven, werd de vraag gesteld,
of aan de ambtenaren der belasting mededeeling mocht gedaan
worden van de namen der inleggers in de spaarbank, en van
het door hen ingelegde bedrag, als deze ambtenaren dit
eischten.
Door den Rechtskundigen Adviseur werd toen geadviseerd
dat de kassier aan de belastingambtenaren zou antwoorden,
dat hij daartoe de bevoegdheid miste, en dat hij inlichtingen
zou vragen aan zijn Bestuur.