8 V. TOEKOMST. Al is de toekomst niet rooskleurig, toch behoeven wij ons geen zorg vóór den tijd te maken, indien onze land- en tuinbouwers slechts begrijpen, dat in de aaneensluiting hunne kracht ligt. Onder de heerlijke leuze: Eén voor allen, allen voor één, is vóór vijf en twintig jaren het vereenigingsleven begonnen, en het is ten zegen geweest aan onze landbouwende bevolking en aan het geheele land. De ruggesteun voor de geheele landbouworganisatie is een goed geregeld credietwezen. Daarom houde men onze boerenleenbanken in eere en bedenke, dat het geld der boeren ook op de eerste plaats ten goede moet komen van hunne standgenooten. Indien de oppassende landbouwers bij de boerenleen banken steeds geholpen kunnen worden; en als aan de groote landbouwinstellingen men denke aan Zuivelbonden Aan- en Verkoopvereenigingen, pakhuizen enz. -door de beschikbare middelen der Centrale Boerenleenbank steeds voldoende crediet kan gegeven worden, dan zal, onder Gods hulp, ondanks moeilijke tijden, toch onze nijvere land- en tuinbouw niet enkel niet ten onder kunnen gaan, maar zijn krachtige positie handhaven. Aan de Bestuurderen onzer boerenleenbanken om aan de bereiking van dit doel naar best vermogen mede te werken. NIEUWE BOERENLEENBANKEN. Sedert de laatst verschenen „Mededeelingen" zijn de vol gende Boerenleenbanken toegetreden Apeldoorn (Gld.), Beek bij Nijmegen (Gld.), Beltrum (Gld.), Eibergen (Gld.), Frederiksoord (Dr.), Haaksbergen (O.), Heeswijk (N.-B.). Leuth (Gld.) Mariaparochie (O.), Merkelbeek (L.), Neede (Gld.), Rijssen (O.), Varsselder (Gld.), Zeelst (N.-B.).

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1920 | | pagina 8