14 2°. Ten tweede werd een onderzoek ingesteld bij het Rheinische Bauern-Genossenschaft te Keulen, dat zich dit jaar met zijne 550 banken heeft aangesloten bij het bekende „OJfenbaclier-Verband". Ook daar was de regeling dezer kwestiën dezelfde als te Neuwied. Uitsluitingen van niet- landbouwers achtte men voor de Banken zelf noch nood zakelijk, noch wenschelijk. 3°. Ten derde bij de Centrale BoerenLeenbank te Leuven. Hier wenscht men zich meer te bepalen tot den Boeren stand, echter zonder reglementaire bepalingen. Men verkiest daar de Locale Banken meer vrijheid te laten. Plaatselijke Banken leenen hier en daar aan niet-landbouwers, maar men doet het liever niet; aan boeren, die behalve hun boerenbedrijf nog een neven-bedrijf uitoefenen, wordt ge makkelijker uitgeleend; als regel blijft toch, dat het geld moet dienen voor landbouwbedrijf. Hoewel de groote Duitsche landbouwvereenigingen blijkens het voorgaande, door ons meegedeeld, er in geslaagd zijn, zonder schade of nadeelige gevolgen, door hare credietin- stellingen zoowel landbouwers, als niet landbouwers ter hulpe te komen, en de wensch mag geuit worden, dat de Boeren leenbanken, met behulp der Zuster-Vereeniging, „De Hanze", ook eenmaal onze geheele plattelandsbevolking de voordeelen van goede credietinstellingen deelachtig mogen maken, meenen wij toch, dat de Bóeren-Leenbanken hare operatiën behooren te beperken tot de werkelijke Landbouw-bevolking onzer provinciën. Vooreerst, omdat van den aanvang af, dit denkbeeld heeft voorgezeten bij de meeste der verdienstelijke mannen, die met den Boerenbond de Locale Banken en de Centrale Bank hebben gesticht. Reeds in hare eerste statuten (1896) omschreven zijn in art. 3 als haar doel „ter verbetering van het landbouwbedrijf" en werd in art. 48 bepaald, dat voor schotten alleen aan oppassende landbouwers tot werkelijke verbetering van hun bedrijf gegeven en besteed mogen worden. In de herziene statuten van 1901, dus toen de Boeren leenbanken al eenige jaren gewerkt hadden, en men daarmede ondervinding had opgedaan, werd hetzelfde zonder noemens waardige oppositie wederom uitgedrukt. Bovendien zouden de statuten gewijzigd moeten worden, wanneer men ook niet-landbouwers credieten zoude willen verleenen en daarvoor is naar ons inzicht het oogenblik van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1920 | | pagina 14