'Het coöperatieve gedachtegoed
is me met de paplepel ingegoten'
Mensen helpen, problemen
oplossen; dat was wat me destijds
als kind voor ogen stond
wat ik heb geleerd
is niet mijn sterkste kant. Ik op mijn beurt ben vooral een doener, een
ondernemer. Iemand die kansen ziet en die kan benutten. Iemand ook
met veel mensenkennis en het vermogen om mensen met elkaar te
laten samenwerken. Kortom, iemand die je prima kunt gebruiken om
de strategie en de visie door te vertalen naar de praktijk van alle dag.
Ik heb na mijn studie enkele jaren gewerkt in het jeugd- en
jongerenwerk op lokaal niveau en later op provinciaal niveau,
in de provincie Zuid-Holland. Daarnaast gaf ik zo nu en dan les
sociale vaardigheden aan verpleegkundigen. Dat ben ik al gaan doen
in het jaar dat ik moest 'overdoen'. Indirect ben ik door dat bizarre
voorval bij de bank beland. Want dankzij dat bijbaantje kon ik een
paar jaar later bij de Rabobank aan de slag, als opleidingsadviseur
voor lokale banken. Eerst in de regio en later bij Rabobank
Nederland in Eindhoven. Ik heb er veel geleerd, van hoe de
organisatie in elkaar steekt, maar ook van het bankvak zelf. Ik moest
bijvoorbeeld cursussen organiseren voor het kader en leden van
besturen en raden van toezicht. Soms schoof ik zelf aan bij bepaalde
modules. Zogenaamd omdat de opleiding geëvalueerd moest
worden. Zo leerde ik in korte tijd alles over liquiditeit, solvabiliteit,
balansmanagement en noem maar op. Niet dat ik mezelf ben gaan
beschouwen als een echte bankier, maar de basiskennis heb ik me op
deze manier toch heel goed eigen gemaakt.
Ik heb de wereld van de lokale Rabobanken voor het eerst
goed leren kennen vanuit het veranderprogramma S88. In
dat projectteam zaten allemaal echte bankmensen en ik was er
als iemand met een sociale achtergrond aan toegevoegd. We
ondersteunden banken door met ze op zoek te gaan naar manieren
om efficiënter te werken. Zo kwam ik op een bank waar twee
directeuren werkten die allebei bijzonder competent waren, maar die
niet met elkaar door één deur konden. En bij een andere bank waar
ze een vacature maar niet vervuld konden krijgen. Ik heb toen in
onderling overleg één van die directeuren ondergebracht bij de bank
waar ze hem goed konden gebruiken. Het was het begin van Interim
Management, dat onderdeel werd van de door mij opgezette afdeling
Management Ondersteuning.
Ik werk inmiddels 33 jaar bij de Rabobank. En als je een
'mensenmens' bent, zoals ik, dan bouw je in al die jaren een aardig
netwerk op. Ik heb altijd met heel veel plezier met lokale banken
samengewerkt. Daarnaast heb ik diverse functies bekleed binnen
Rabobank Nederland. Aanvankelijk vooral in de HR-hoek, maar
later ook voor de business en ook nog op het gebied van ICT. En in
Polen, als businessmanager voor de BGZ, niet te vergeten, waar ik
een ontzettend boeiende tijd heb gehad. Mijn opdracht was om onze
manier van werken over te brengen op die organisatie. Dan kun je
denken aan zaken als ICT en de dienstverleningsconcepten, maar ook
aan het uitdragen van onze coöperatieve opvattingen en waarden.
Ik heb binnen de bank niet alleen geleerd wat ondernemerschap
inhoudt, ik heb het ook in de praktijk mogen laten zien. De eerste
keer was dus met Interim Management, maar later ook als business
unit manager van de ICT-adviesorganisatie Rabofacet-Spectrum, en
weer later met het opzetten van het interne uitzendbureau Capabel,
het huidige Connect. Zo heb ik dus een aantal keer van scratch af aan
nieuwe afdelingen kunnen opzetten.
De fondsen waaraan ik leiding geef, met name de Rabobank
Foundation, staan de laatste tijd steeds meer in de aandacht.
En terecht: wat wij doen gaat terug naar de kern. Terug naar hoe
wij ooit als Rabobank zelf zijn ontstaan. Mensen helpen zichzelf te
organiseren, helpen om het lot in eigen hand te nemen. Vaak zoeken
we daar weer de samenwerking met lokale banken, met Rabobank
Development of Rabobank International én ook meer en meer met
onze klanten die zich maatschappelijk willen profileren. Wat dat
betreft biedt het VN-Jaar van de Coöperatie een uitgelezen kans om
onze activiteiten nog eens goed voor het voetlicht te brengen.
Aid by trade, daar geloof ik echt in. Daarom is onze aanpak er
ook op gericht om mensen te leren om deel te nemen aan het
economische proces. Door te lenen, te sparen, af te lossen, te
investeren, kortom door hun eigen broek op te houden. Onlangs
vroeg iemand in Tanzania aan me waarom wij niet net zoals
veel andere hulporganisaties gewoon geld doneren. Omdat er
misschien een dag komt dat die hulporganisaties dat niet meer
doen, antwoordde ik. En wat zijn jullie er dan uiteindelijk mee
opgeschoten? Helemaal niets, toch?"
BANK IN BEWEGING 33