Pierre van Hedel (59) is manager Sociaal Economische Fondsen bij het directoraat Coöperatie Duurzaamheid. Die fondsen bestaan uit het Projectenfonds, het Herman Wijffels Innovatiefonds, het medewerkersfonds Share4More, de Rabobank Foundation, het Rabobank Foundation Klantenfonds en het Rabo Rural Fund. In zijn 33-jarige loopbaan bij de Rabobank bekleedde hij diverse functies, met name binnen de domeinen HR en ICT. Tekst: Peter Sluis Fotografie: Edwin Walvisch "Als kind al wilde ik de wereld verbeteren, mensen helpen en bij elkaar brengen. En nu reis ik regelmatig als een soort missionaris voor de Rabobank de wereld rond. Dat doe ik met name als manager van de Rabobank Foundation. Wij geven in eigen land hulp aan mensen en organisaties die wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken. En we proberen in 25 ontwikkelingslanden mensen vooruit te helpen met microfinancieringen en met het oprichten van boerenproducentenorganisaties. Je kunt dus stellen dat de ambitie van dat jongetje is uitgekomen en dat zo aan het einde van mijn loopbaan de cirkel rond is gekomen. Ik ben de oudste uit een groot katholiek gezin van zeven kinderen. Pastoor wilde ik worden, Franciscaan. Mensen helpen, problemen oplossen; het klinkt misschien een beetje ongeloofwaardig, maar dat was wat me destijds als kind voor ogen stond. Na de lagere school ging ik dus naar het Klein Seminarie in Venraij. De priesteropleiding heb ik uiteindelijk niet afgemaakt. Dat opgeslotene, dat was toch niets voor mij. Ik merkte toen al dat ik iets ondernemends in me had. Iets vrijbuiterigs, zo je wilt. Dat verhield zich niet goed tot de strenge hiërarchie binnen de kerk. Overigens ben ik beslist niet afgeknapt op het geloof. Ik ben nog steeds praktiserend katholiek, zij het niet fanatiek. Ik heb indertijd niet echt bewust gekozen voor de Rabobank omdat het een coöperatie was, of een maatschappelijk betrokken organisatie. Aan de andere kant kan ik me niet voorstellen dat ik bij een andere bank terechtgekomen zou zijn. Het coöperatieve gedachtegoed is me met de paplepel ingegoten. Mijn vader werkte als directeur van het boekhoudbureau van de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond. Ik ging vaak met hem mee als hij op bezoek bij de boeren ging. Na het seminarie ben ik een studie voor opbouwwerker gaan doen op de sociale academie. Dat was eind jaren zestig, begin jaren zeventig. De roerige jaren. Ik ben nog een keer blijven zitten. Ik had voor alle vakken voldoendes, maar de groep vond dat ik me niet links genoeg gedroeg. Hoewel ik niet zoveel ophad met de mensen daar heb ik er toch veel geleerd waar ik later bij de Rabobank wat aan heb gehad. Nee, dan bedoel ik niet hoe je sitdownstakingen moest organiseren. Maar wel hoe je leert om te gaan met mensen. Hoe je ze kan binden, hoe je ze kan motiveren, hoe je ze kan laten samenwerken. Die kennis is me in mijn loopbaan binnen de Rabobank vaak goed van pas gekomen. Ik geloof in het principe van elkaar ondersteunen, van complementariteit. Dat je in je werk op zoek moet gaan naar mensen die andere, aanvullende competenties en vaardigheden hebben dan jezelf. Ik heb altijd graag samengewerkt of mensen naast me gezocht die goed waren in beheerstechnisch denken. Dat 32 BANK IN BEWEGING

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2011 | | pagina 32