'De kracht van een goede coöperatie
is om transparant te zijn naar je leden toe'
Charissa: "Ik ben lid geworden van de Rabobank omdat ik het heel
belangrijk vond om naast mijn studie iets erbij te doen. Ik heb bij
de Rabobank altijd het gevoel gehad: daar kan ik wel iets mee, ook
in combinatie met mijn marketing-communicatiestudie. Het komt
ook voort uit de maatschappelijke betrokkenheid, die de Rabobank
uitstraalt. Het contact met belangenverenigingen en -groepen wordt
eenvoudig gelegd."
Henri: "Het voordeel van de coöperatie vind ik dat je, zelf werkzaam
in je eigen bedrijf, de kans krijgt om in de keuken te kijken van
een veel groter bedrijf. Ik heb er veel van geleerd. En daarnaast, als
je alleen op de boerderij blijft, word je niet veel wijzer. Wat mij bij
Agrifirm opvalt is dat de opkomst bij ledenvergaderingen niet zo gek
groot is. Wij hebben een opkomst van tien procent."
Charissa: "Weinig eigenlijk, hè? Wij hebben gemiddeld een opkomst
van zo'n 350 leden, op een ledenbestand van 17.000."
Edwin: "Dat is twee procent.
Charissa: "Ia, dan is die tien procent van Agrifirm heel behoorlijk."
(Charissa Kok, lid van Rabobank Breda)
Fred: "Van onze 550 leden zijn er 60, 70 op onze halfjaarlijkse
ledenvergadering aanwezig. We leggen dan uit waar we mee bezig
zijn, de cijfers, de plannen voor de toekomst, waar we in willen
investeren... Wij zijn daarin zeer transparant. En dan ontstaat er
ook echt discussie tussen bestuur en leden en leden onderling. Ik
vind onze leden zeer betrokken."
Henri: "Het heeft denk ik ook te maken met in hoeverre je
afhankelijk bent van zo'n coöperatie. Als je inkomen er heel sterk
van afhangt, dan heb je zó een opkomst van vijftig of zestig procent.
Een coöperatie als CZ Rouveen, dat is een melkverwerker, heeft
honderd procent opkomst bij de ledenvergadering. Rouveen
doet alle melk in die regio, dan komt iedereen vanzelf. Friesland-
Campina heeft ook altijd redelijke opkomsten."
Charissa: "Zo werkt het. Het individu wil toch dat hij of zij er iets
voor zichzelf uit kan halen."
Edwin: "Bij ons is de betrokkenheid optimaal. We komen elk
kwartaal bij elkaar en de opkomst is altijd negentig of honderd
procent. Heel aardig om te zien is dat de betrokkenheid deels
businessgedreven is, maar ook heel sterk voortkomt uit een wens
tot reflectie en leren van elkaar. Je zit als ondernemer toch vaak in je
eigen tunnel en dan is het een mooie drijfveer om via de coöperatie
te leren van elkaar. Er is ook een financiële factor: leden betalen een
bepaalde fee. Dat zijn de operationele kosten van de onderneming,
de marketing en bijvoorbeeld de ICT."
Hebben jullie het gevoel dat er echt naar de leden geluisterd
wordt?
Charissa: "Oh, absoluut! Er wordt bij alle bijeenkomsten door de
directie verteld wat er gaande is, alle elementen die in de eerdere
vergaderingen zijn aangekaart worden besproken of verklaard en
je merkt ook dat wat de leden inbrengen serieus wordt genomen.
Ook kritische vragen over bijvoorbeeld de financiën, HRM of, zoals
bij een fusie die nu speelt tussen Rabobank Breda en Rabobank
Hagenbeek, vragen over een sociaal plan. Het bestuur van de
Rabobank zegt continu tegen de leden: 'Jullie moeten ons blijven
prikkelen, houd ons scherp en op het rechte pad'. Dat is precies
wat we doen: constant kritisch blijven en zorgen dat ze de juiste
beslissingen nemen."
Henri: "Ik heb ook wel het idee dat ik wat te zeggen heb, en dan
niet alleen in de ledenraad. Je kunt
ook gewoon met bestuurders of met
de directeur praten. Mijn ervaring is
dat als je goede ideeën inbrengt, die
altijd blijven hangen. Er wordt zeker
wat met je stem gedaan. En terecht. De
ledenraad is toch het hoogste orgaan,
die beslist uiteindelijk. Het is ook de
taak van directie en hoofdbestuur om
goed te communiceren."
Charissa: "Dat is het moeilijkste van alles, de communicatie. De
kracht van een goede coöperatie is transparant te zijn naar de leden
toe."
Edwin: "Wij hebben dat ook georganiseerd om die reden. Er is een
structuur gekozen met een aantal overlegmomenten. Het bestuur
komt wekelijks bij elkaar, de coöperatie maandelijks en de 'vrienden
van' elk kwartaal. Wat we heel erg aanmoedigen is met elkaar de
dialoog aan te gaan. Dat levert ideeën op. De leden ontmoeten
elkaar ook onderling en we proberen niet uit alle macht alle kikkers
in de kruiwagen te houden. Integendeel, we moedigen het aan dat
ze onderling contact houden of onderling zaken doen. Dat hoeven
we als coöperatie ook niet allemaal te weten. Alleen als er onder het
merk Colour my Company dingen gebeuren, wat om een bepaalde
merkbelevenis vraagt, dan moeten we het er over hebben."
Fred: "Ik ben penningmeester, dus vanaf het begin bestuur ik volop
mee. Het is voor mij onbezoldigd werk en dat kost me gemiddeld
een dag per week. Veel werk ja, maar dat is niet erg: voor mij is
waar wij mee bezig zijn - en in deze coöperatievorm - toch een
mix van bedrijfsvoering en idealisme. Wel is het de bedoeling
dat naarmate we verder steviger in de markt komen te staan ik
minder tijd zal hoeven te besteden aan De Zonvogel. Dat zal nog
28 BANK IN BEWEGING