Een idee
verovert de wereld
historie
llotli jjfr Ju
uw»*.
wntity,
SStoa-
Joke Mooij, bedrijfshistoricus
De coöperatieve Rabobank is gegrondvest op het idee van
Friedrich Wilhelm Raiffeisen (1818-1888). Diens boek Die
Darlehnskassen-Vereine als Mittel zur Abhilfe der Noth der
landlichen Bevölkerung; sowie auch der stadlichen Handwerker
und Arbeiter uit 1866 gaf de kredietvereniging volgens het
Raiffeisen-model grotere bekendheid. Het idee van Raiffeisen
sloeg aan. Nog tijdens zijn leven veroverde het idee van een
kredietvereniging op coöperatieve grondslag misschien niet
de wereld, maar dan toch in ieder geval Europa.
Ook in Nederland sloeg het idee aan. Toch zou het nog
enige tijd duren voordat het coöperatief georganiseerde
kredietwezen daadwerkelijk gestalte kreeg. Een belangrijke
stap hierin was het rapport van de Staatscommissie voor den
Landbouw (1886), waarin werd gewezen op de noodzaak
van een speciaal op de landbouw gericht coöperatief
kredietwezen.
In 1896 ontstond in Lonneker de 'Coöperatieve
Landbouwersbank en Handelsvereeniging'. Die zou de
geschiedenis ingaan als de eerste 'echte' boerenleenbank van
ons land.
Dit voorbeeld vond brede navolging. Gestimuleerd door
onder meer de boerenbonden en de katholieke geestelijkheid
nam het boerenleenbankwezen in ons land een hoge vlucht,
vooral in de provincies Brabant en Limburg, waar pater Van
den Eisen en mgr. Van der Marck de grote wegbereiders
waren. Beiden speelden eveneens een belangrijke rol bij de
totstandkoming van een overkoepelende bankorganisatie.
Uiteindelijke zouden er twee ontstaan: de neutrale
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank in Utrecht en de
katholieke Coöperatieve Boerenleenbank in Eindhoven -
beide in 1898.
De twee centrale organisaties propageerden door heel
Nederland de nieuwe vorm van kredietverlening aan de
agrarische sector. Met bijna 1.300 aangesloten banken waren
beide bankorganisaties in de jaren dertig al stevig geworteld
in de plattelandseconomie. Toch was het groei tegen de
verdrukking in. En bestond brede scepsis over de robuustheid
van dit bankmodel, die pas verminderde toen bleek dat de
boerenleenbanken zowel de bankencrisis van de jaren twintig
als de crisis van de jaren dertig zonder noemenswaardige
problemen hadden doorstaan.
Ut
mtti
ai*
oud)
«rMfcr.
!Wetiuim
Mg
ff- ®- HiiMltn.
r"« 8f«r,g t„
tè, 1*66.
••'«ffer'f#»,
Van het financiële buitenbeentje van het platteland hadden de
coöperatieve banken zich ontwikkeld tot een stabiele factor
in het financiële bestel. In ons land, maar ook in landen als
Duitsland, Frankrijk en Italië, zijn zij prominent aanwezig.
In Afrika zijn zij in opkomst. Maar in een wereld die steeds
meer op Angelsaksische leest werd geschoeid en waar
aandeelhouders de dienst uitmaakten, waren coöperaties
steeds meer een vreemde eend in de bijt. Deze ontwikkeling
weerspiegelde zich in de leerboeken Financiële economie.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw waren coöperatieve
banken daarin nog prominent aanwezig, veertig jaar later
kwam je ze niet meer tegen.
Totdat de financiële crisis van 2007-2008 de stabiliteit van
het coöperatieve bedrijfsmodel weer eens met nadruk
onderstreepte. Waar vele banken omvielen, bleef menige
coöperatieve bank en zeker de Rabobank fier overeind.
Zonder staatssteun. Mede daardoor staat het coöperatieve
gedachtegoed tegenwoordig meer in de belangstelling
dan ooit. Het toeval wil dat we in 2012 het Jaar van de
Coöperatie vieren - precies veertig jaar na de fusie tussen de
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en de Coöperatieve
Boerenleenbank waaruit de Rabobank werd geboren. Veertig
jaar Rabobank, en de coöperatieve banken veroveren nog
steeds de wereld.
BANK IN BEWEGING 25