achtergrond wordt meer gewaardeerd dan advies van de bank." Spangenberg ziet daarom een rol voor de Rabobank in het organiseren van die zelfhulp. Bijvoorbeeld door via sociale media mensen de gelegenheid te geven om gelijkgestemden te vinden, elkaar te leren kennen en communities te vormen waarin ze elkaar kunnen bevragen en helpen. Aan die communities kan de bank een master beschikbaar stellen, een deskundige die naar behoefte objectieve informatie geeft, adviseert of doorverwijst. "Niet eenzijdig, maar in dialoog. In de coöperatie ben je er immers voor elkaar." Moreel kompas De suggesties van Spangenberg sluiten aan op de visie die Godelieve Spaas heeft op de Rabobank als coöperatie. Spaas is een expert op het gebied van organisatieverandering. Zij doet onderzoek naar de manieren waarop organisaties verbindingen aangaan met hun omgeving en geeft daar advies over. Als grootste bedreiging voor coöperaties met de omvang en de reikwijdte van de Rabobank ziet zij het gevaar van bureaucratie. "Hoe voorkom je dat je in een systeem van getrapte vertegenwoordiging almaar verder van je basis af komt te staan? Hoe organiseer je dat buiten binnen wordt? Een manier om daarmee om te gaan is met teams van experts, met denktanks, met crowdsourcing Banken zouden volgens Spaas in de economie en samenleving veel meer dan nu het geval is een voorwaardenscheppende rol moeten spelen. Daarvoor is het nodig, denkt zij, dat banken sterk geworteld zijn in de lokale gemeenschap, zoals dat bij de lokale banken van Rabobank het geval is. "Als je weet waarom iemand wil ondernemen, wat hij daarmee bijdraagt aan de gemeenschap, en hoe dat zich verhoudt tot de manier waarop jijzelf zaken doet, dan heb je pas-echt een vruchtbare basis om samen te werken." Rabobank is wat dat betreft al uitstekend gepositioneerd. Van de voorsprong die de bank daardoor heeft, kan zij gebruikmaken om zulke processen in de samenleving niet alleen te faciliteren, zoals Spangenberg voorstaat, maar ook om erin te participeren vanuit haar kennis van maatschappelijke terreinen, van economische sectoren, van financiën. Een voorwaarde daarbij is wel, benadrukt Spaas, dat de bank dan helder is over haar eigen 'morele kompas'. Anders wordt de bank een speelbal van onbeheersbare processen. "De Rabobank moet zelf bedenken, zelf onder woorden brengen wat haar normen en waarden zijn, wat haar visie op economie en samenleving is. Alleen dan trek je de juiste partners aan. Dat geldt overigens voor alle organisaties in de moderne economie, die ook een morele economie is." Spaas wijst in dit verband op haar onderzoek voor de Stichting DOEN, naar wat organisaties in de nieuwe economie onderscheidt van de oude. Die gedachte sluit mooi aan bij de interpretatie die Rabobank geeft aan haar coöperatieve gedachtegoed. Die reikt verder dan gezamenlijk geld verdienen, en is ook een manier van organiseren. Een manier die past bij de participatieve netwerkeconomie waarin 'netwerken' en 'co-creatie' sleutelwoorden zijn. Daarom initieert en stimuleert Rabobank lokale initiatieven die gericht zijn op economische zelfstandigheid en participatie, niet alleen in Nederland maar ook in andere landen waar de bank actief is.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2011 | | pagina 13