1
CL
cl*
achtergrond
zijn en de kracht van onderlinge, duurzame samenwerking de
basis vormt."
Van de al genoemde International Co-operative Alliance zijn
meer dan 250 coöperaties van over de hele wereld lid.
Vertegenwoordigers daarvan kwamen deze zomer in Finland
bijeen. Zij brachten in beeld hoe de coöperatie er internationaal
precies voorstaat. Een van de deelnemers was Hans Groeneveld,
adjunct-directeur Coöperatie en Duurzaamheid bij Rabobank
Nederland. Hij vat de teneur op de conferentie zo samen: "We
hebben een periode van windstilte achter ons liggen waarin er
nauwelijks belangstelling was voor de coöperatie, maar nu is er
weer een ware hausse aan nieuwe coöperatieve organisaties. Met
name in de sociale sector." Volgens Groeneveld komt dat onder
meer doordat overheden momenteel drastisch moeten bezuinigen
terwijl de vraag naar sociale voorzieningen - mede door
demografische ontwikkelingen - explosief toeneemt. "De
marktsector springt niet in dit gat omdat er weinig vooruitzicht is
op een aanmerkelijk financieel rendement op korte termijn. Dat
geeft wind in de zeilen aan sociale coöperaties op het gebied van
gezondheid, onderwijs, werkgelegenheid, zorg en huisvesting."
Crisisbestendig
We haalden bestuursvoorzitter Piet Moerland al even aan, die erop
wees dat de coöperatieve banken vrijwel zonder uitzondering tot
nu toe betrekkelijk ongeschonden door de crisis zijn gekomen. Zij
hebben over het algemeen minder verliezen geleden en minder
afschrijvingen hoeven te plegen dan beursgenoteerde banken. Dat
wijst erop dat de coöperatieve structuur crisisbestendiger is dan
andere ondernemingsvormen. Wat vooral in het voordeel van de
coöperatieve banken heeft gewerkt, is dat zij - anders dan
beursgenoteerde ondernemingen - niet ieder kwartaal hun
resultaten hoeven te publiceren. Daardoor hebben zij meer ruimte
om een eigen beleid voor de lange termijn uit te stippelen en vast
te houden, om duurzaam te ondernemen, samen met de klant.
Bovendien opereren coöperatieve banken van nature voorzichtiger.
Ook organisatieadviseur en bankbestuurder Ton Hom (op 21 juni
2011 benoemd tot voorzitter van de RvC van Rabobank Tilburg
en omstreken) denkt dat het een belangrijk voordeel is voor
coöperatieve banken dat zij anders in de markt kunnen opereren
dan banken die worden gedreven door aandeelhouderswaarde.
Alleen al daardoor zijn zij beter in staat om de essentiële rol te
vervullen die banken hebben als hub in het financiële systeem. Die
rol van knooppunt wordt alleen maar stabieler, denkt hij,
naarmate binnen de bank, in de checks and balancesde
maatschappelijke verantwoordelijkheid sterker is verankerd. "Dat
leidt namelijk tot een verstandiger, meer bezonnen functioneren.
Rabobank heeft laten zien dat het loont om het maatschappelijk
verantwoord te doen, ook in een omgeving waar neoliberale
winstmaximalisatie dominant is. Economische democratie heeft
een heilzame werking op het systeem. De figuur van de coöperatie
leent zich bij uitstek om het beleid van een bank door meerdere
partijen te laten bewaken. Dat overstijgt de belangen van
individuele leden."
De oorspronkelijke raison dëtre van de coöperatieve bank, op het
eind van de negentiende eeuw, was dat bepaalde
bevolkingsgroepen de facto waren uitgesloten van financiële
dienstverlening. De handelsbanken zaten in de grote steden en
hadden niet genoeg kennis van de agrarische samenleving om
daar de kansen en risico's goed te kunnen inschatten. Zij moesten
dus wel hoge rentes vragen, waardoor alleen vermogende partijen
toegang hadden tot hun diensten. In die leemte voorzagen de
kredietcoöperaties. Sindsdien is er veel veranderd en zijn ook
andere banken in deze markt actief geworden, net zoals
coöperaties zich op andere markten zijn gaan richten.
BANK IN BEWEGING