JP:' 'Ik vind het geweldig dat je dit aansnijdt. Want nu kom je
meteen op het punt van kennisdeling. Ik heb om deze reden een
ad-hoc-overleg tussen voorzitters van RvC in de kring in het leven
geroepen. Iedereen was enthousiast. Ongeveer de helft van de
voorzitters was er. We hebben geen agenda gemaakt en kwamen tijd
tekort. We gaan er in oktober een vervolg aan geven."
Flip van den Hoek Lidy Klein Holkenborg
erbij betrokken zijn. Je ziet toch, zo is mijn ervaring, dat de aandacht
vermindert als een deel van de verantwoordelijkheid is weggezet in
de commissie van een collega."
EW: "Je kunt ook niet zeggen, het een is goed, het ander slecht. Maar
wat ik weieens mis bij Rabobank is dit: we zijn met 141 banken,
en eigenlijk doen we in het hele land hetzelfde kunstje. Hebben we
er weieens over nagedacht om één keer in het jaar de RvC van de
buurman op te bellen en te vragen: 'Jongens hoe is het bij jullie?' Er
is zoveel dat je van elkaar kunt leren."
FvdH: "Dit klinkt heel nuttig."
Het gesprek gaat verder over nut en noodzaak van contacten tussen
commissarissen onderling. Informeel, na de vergadering, maar
wellicht ook meer gestructureerd. Iedereen is het er eigenlijk wel
over eens dat het te weinig gebeurt, terwijl het alleen al uit praktisch
oogpunt zoveel voordelen heeft.
JP: "Ik wil even naar de werving en selectie van commissarissen. We
gaan uit van een bepaalde basiskwaliteit. Er is een algemeen profiel
van Rabobank Nederland en een specifiek profiel. Daarnaast heb je
nog een bijzonder aspect, namelijk het lid zijn van de bank en het
toezicht houden. Moet iemand lid zijn van de bank? En wat is de
rol van de ledenraad? In de procedure hebben zij immers ook een
stem. In de praktijk duiken er bij een vacature in de RvC altijd ook
kandidaten op uit de ledenraad. Hoe gaan jullie daarmee om?"
LKH: "Dit is onlangs bij ons aan de orde geweest. Ook mensen
van de ledenraad solliciteerden, maar die voldeden niet aan het
competentieprofiel. Het is erg belangrijk om daar aandacht aan
te besteden en zorgvuldig uit te leggen waarom iemand niet in
aanmerking komt. We vinden het erg belangrijk dat we in onze raad
complementair zijn. Daarom werken wij bij onze zelfevaluatie en bij
werving en selectie met een drijfverentest."
JP: "En lid zijn van de bank, is dat een voorwaarde?"
LKH: "De meerderheid moet lid zijn. Maar als een van de vijf dat
niet is, is dat geen probleem."
FvdH: "Afgezien van de algemene profielschets betrekken we de
ledenraad, de directie en de ondernemingsraad erbij om een specifieke
profielschets samen te stellen. Maar ook dat kan nog discussies
opleveren. Een kandidaat die het uiteindelijk is geworden, kwam niet
uit de regio, en was ook geen lid. 'Wonen er dan in heel Flevoland
geen goede mensen?', vroeg men zich in de ledenraad af. Maar we
hebben het goed uitgelegd. We zochten iemand uit het segment
grootbedrijf en het werd iemand die wel zijn bedrijf in ons werkgebied
heeft, maar geen lid was en niet in ons werkgebied woont."
EW: "Wij proberen het altijd zo transparant mogelijk te maken,
voor zowel de ledenraad als de ondernemingsraad. Je moet
de profielschets zo scherp mogelijk met elkaar definiëren. Een
assessment is bij ons een verplicht onderdeel. Maar het gaat ook om
de mentaliteit; een nieuwe commissaris moet bij je passen."
JP:' 'En hoe zit het met de kwaliteitseisen?"
LKH: "Wij kijken naar denkniveau, niet zozeer naar vakopleiding.
Het vak vereist wel minimaal HBO-denkniveau."
JP: "Ik denk dat je over een paar jaar niet meer zonder een bepaald
niveau kunt. De complexiteit neemt toe. Toezicht is een vak aan het
worden waarvoor je iets geleerd moet hebben. Moeten de eisen omhoog?"
FvdH: "Ja, er is meer kennis nodig dan vroeger. Maar ik vind het
heel belangrijk of iemand in het team past. Je kunt nog zo'n knappe
kop hebben, als iemand qua karakter niet past, kun je het alsnog heel
lastig krijgen."
EW: "Ik kan inmiddels tien jaar terugkijken. We zijn niet meer local
maar global. Achteroverhangen kan gewoon niet meer."
Everard Winters
Jan Prins
30 BANK IN BEWEGING