Th.H.A.M. van der Marck
Een bijzondere toezichthouder
historie
Door Joke Mooij,
bedrijfshistoricus Rabobank
Tot voor kort kende de Rabobank geen raad van
commissarissen. Wel had zij vroeger een raad van
toezicht en een raad van beheer. Nadat in 2002 was
besloten de bestuursstructuur van Rabobank Nederland
te vereenvoudigen, kwamen de drie oude colleges, de
hoofddirectie, de raad van beheer en de raad van toezicht
te vervallen. Beide genoemde raden werden samengevoegd
tot de raad van commissarissen, en de hoofddirectie heette
voortaan de raad van bestuur.
De eerdergenoemde raad van toezicht fungeerde in feite als
raad van commissarissen, zoals bedoeld in het burgerlijk
wetboek. Dat was ook het geval bij de voorgangers van de
Rabobank, zowel op lokaal als centraal niveau. Er was echter
een opvallend verschil tussen beide oude bankorganisaties,
namelijk dat de banken aangesloten bij de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank, en ook de CCB zelf, daarnaast
nog een geestelijk adviseur hadden. Overigens was dit geen
uniek verschijnsel. Ook andere
organisaties met een katholieke
signatuur kenden een dergelijke
door de bisschop benoemde
functionaris.
In 1906 werd Th.H.A.M. van der
Marck (1868-1953) benoemd
tot geestelijk adviseur van de
CCB en dat zou hij tot 1941
blijven. Eerder had hij als jonge
kapelaan in het Limburgse Heel
een boerenleenbank opgericht.
Vervolgens stond Van der
Marck als secretaris van de
oprichtingsvergadering in 1898 aan
de wieg van de CCB. Samen met
pater Van den Eisen - die overigens
geestelijk adviseur van de Noord-
Brabantse Christelijke Boerenbond
was - verbreidde Van der Marck
het idee van Raiffeisen in ons land
in woord en geschrift.
In 1901 was Van der Marck lid geworden van de raad
van toezicht van de CCB. Een paar jaar later moest de
priester wegens overplaatsing naar Roermond - waar geen
boerenleenbank bestond - zijn lidmaatschap van deze raad
neerleggen. Om hem voor de bankorganisatie te behouden,
volgde in 1906, zoals gezegd, de benoeming tot geestelijk
adviseur van de CCB. Daarnaast was hij enige jaren
(onbezoldigd) inspecteur en voerde hij jarenlang de redactie
van de CCB-uitgave Maandelijkse Mededeelingen. Bijna een
halve eeuw lang zou Van der Marck in belangrijke mate
de CCB-organisatie vorm geven, zo blijkt uit de bewaard
gebleven verslagen van de jaarlijkse algemene vergaderingen
en uit zijn persoonlijk archief. Door zijn grote kennis van
het boerenleenbankwezen werd hij door zijn tijdgenoten 'de
Nederlandse Raiffeisen' genoemd; een typering die Van der
Marck moet delen met de tegenwoordig veel bekendere pater
Van den Eisen.
Buste Van der Marck door August Falise (1934)
BANK IN BEWEGING 25