Bernard Wientjes: 'Ik hoop echt dat banken zich soepeler kunnen opstellen, want als de economie aantrekt is het allergrootste risico dat er te weinig geld is om te investeren' dialoog ondernemingen kunnen trouwens ook gemakkelijker aan geld komen; die hebben ook zelf toegang tot de kapitaalmarkt." Wientjes: "Dat horen we ook van onze leden, die krijgen niet gemakkelijk krediet. Ik begrijp dat wel; een bank kan geen verlies financieren. Maar ik hoop echt dat banken zich soepeler kunnen gaan opstellen, want als de economie aantrekt is het allergrootste risico dat er te weinig geld is om te investeren." Wat zijn de belangrijkste 'learnings' van de crisis voor het bedrijfsleven en de banken Schat: "Ik denk we te lang gewacht hebben en te optimistisch waren toen de negatieve signalen uit met name de Verenigde Staten kwamen." Wientjes: "Ik zat erbij, op Prinsjesdag. 16 september 2008. Een dag eerder was Lehman Brothers gesneuveld en minister Bos vertelde via de Troonrede dat we de laagste staatsschuld aller tijden gingen bereiken. 40 procent! Hij is nu boven de 68 procent... Zouden we het ooit leren? Ik ben daar heel cynisch over." Schat: "De volgende crisis is weer een andere crisis. Ik zit nu 25 jaar in het bankvak en ik heb een vastgoedcrisis gezien, een Azië-crisis, een Latijns-Amerikaanse crisis, de internetcrisis, de liquiditeitscrisis... Wat we ons als banken wel mogen aantrekken van de laatste crisis is de overmatige liquiditeit. Geld had geen prijs, dat heeft tot veel bubbles geleid. En we hadden sinds de jaren tachtig natuurlijk niet echt een crisis gehad. Nu was voor het eerst de reële economie aan de beurt. Wat wel goed is geweest, is dat de toezichthouders op een gegeven moment hebben ingegrepen - met liquiditeit, met maatregelen. Dat heeft enorm geholpen, aan het vertrouwen bijgedragen. Wientjes: "De deeltijd-WW. Verguisd in het begin, later geprezen - zoals altijd met goede maatregelen. Het is knap van de overheid dat de crisis de economie veel minder geraakt heeft dan verwacht werd. Uiteindelijk zijn we eruit gekomen met een werkloosheidspercentage onder de 5. Het laagste van Europa. Ook nu bleek weer dat bedrijven nooit kapot gaan aan balansen, maar aan liquiditeit. En banken en overheid hebben de liquiditeit op peil gehouden. Dat is de les die ik eruit geleerd heb. Maar ik ben het met je eens: crisis zit in onze genen, er komt altijd weer een nieuwe." Hoe doet ons land het ten opzichte van de overige Europese landen; waar ligt het (potentiële) onderscheidend vermogen voor Nederland Wientjes: "We moeten ons sterk richten op punten waar Nederland het verschil kan maken in de wereldeconomie. De globale concurrentie wordt zo extreem, dat je niet meer op alle terreinen de beste kunt zijn. Je moet keuzes maken. Bedrijven doen dat al; Philips heeft nog maar drie hoofdactiviteiten, Akzo en DSM nog maar twee. Landen zullen ook hun knopen moeten tellen; in sectoren waar we goed zijn moeten we ons sterk ontwikkelen en kunnen we ook een grotere groei laten zien dan de rest van Europa. En we hebben een unieke positie als vestigingsland van hoofdkantoren van niet-Europese bedrijven. Daar heb je een heel sterke, goed georganiseerde financiële sector voor nodig. Dat wil het kabinet ook en wij steunen dat. Het kan voor Nederland het verschil maken." Schat: "Het verdienmodel van Nederland is toch sterk gericht op de voedsel- en agrarische industrie, het ASML-cluster, de haven, transport en logistiek. Maar zeker ook op ons arbeidsethos en de cultuur. In de meest exotische buitenlanden duiken altijd Nederlanders op. Dat onderscheidt ons ook van de rest van Europa." Wientjes: "In mijn optimisme komen we weer tot een groei van 2,5 procent. Dan doen we het goed. Ik ben geen econoom, maar er is uitgerekend dat je, om de vergrijzingsproblematiek te kunnen financieren, 2 a 2,5 procent groei moet kunnen realiseren. De wereldgroei is 5 procent, daar zou Nederland wat meer van moeten profiteren." Hoe belangrijk zijn Europa en de euro voor Nederland? Wientjes: "Europa is heel essentieel voor Nederland. De export naar Italië is al groter dan de export naar Brazilië, Rusland, India en China bij elkaar. De euro speelt een ongelooflijk belangrijke rol. Bij VNO-NCW zeggen we weieens: het zelfs maar nadenken over het opbreken van de euro zou al verboden moeten worden. Het is zó essentieel voor de welvaart. Als Europa en de eurozone uit elkaar vallen, is de schade enorm. Die is groter dan de krimp die we in 2009 meegemaakt hebben. Of het reddingsfonds nou 400 of 500 miljard moet zijn, is dan ook totaal niet belangrijk. Wij zeggen tegen het kabinet: doe er alles aan om de euro BANK IN BEWEGING 23

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2011 | | pagina 23