Maaike van Breugel: uMoeten we ons gaan opstellen als iedere andere bank?" Klanten raken in hun hart mensenleven raken die twee sferen elkaar. Misschien nog niet als je 18 bent, maar waarschijnlijk wel rond je 30ste." CR: "Ik bedoel ook niet dat het hele formele circuit ophoudt te bestaan. Maar Facebook is wel waar discussies worden gevoerd waar je bij moet zijn om überhaupt de kans te hebben dat je door jongeren als een sympathiek merk wordt ervaren." WvdB: "In een eerdere discussie vonden jonge Rabobankmedewerkers elkaar rondom het thema 'Feeding the next generation', zowel letterlijk als figuurlijk. Vind jij dat passend?" CR: "Dat is een prachtig thema, waarmee je laat zien dat je meer bent dan een bank. Ik denk dat het de meeste jongeren niet interesseert hoe een bank eruitziet, zolang die zijn werk maar doet. En zolang die bank maar investeert in de collectieve doelen die zij belangrijk vindt. Niet per se met geld, maar wel met echte aandacht." MvB: "Op Facebook moet je alle groepen aanspreken, ook de minder geschoolden, en ook de mensen die er qua levensfase nog niet aan toe zijn zich met banken bezig te houden. We moeten hun manier van communiceren oppikken met behoud van de waarden die ons drijven. Zonder dat we weten wat precies het referentiekader is van degenen met wie we communiceren. En hen dan zo ver krijgen dat ze naar de bank komen om daar hun zaken te regelen - toch weer met iemand die hun taal hooguit half spreekt." CR: "Het is goed om die dilemma's helder te formuleren. De antwoorden heeft nog niemand, maar degenen die de beste vragen stellen hebben de grootste kansen. De vertrouwde coherente middenklasse kalft af. Daar komen een heleboel andere groepen voor in de plaats. Het enige wat die gemeen hebben is dat ze allemaal op internet zitten. Dat biedt kansen. Via de oude media kon je alleen maar generieke boodschappen kwijt. Via internet kun je met gerichte boodschappen specifieke doelgroepen bereiken." WvdB: "Hoe belangrijk zou voor de komende jaren nog de lokale worteling van de bank blijven? Daar zijn we uit voortgekomen. Maar neemt het virtuele dat niet over? Of het thematische? Dat mensen zich niet zozeer verbonden voelen met hun buren als wel met anderen die hun interesses delen, al is het in Timboektoe?" MvB: "Hoe groot is jouw eigen wereld eigenlijk?" WvdB: "Ik woon in een klein buurtschap waar we met elkaar 'kneuterige' dingen delen, en tegelijk heb ik via internet contact met mensen van over de hele wereld met wie ik interesse in bepaalde thema's gemeen heb. Met allebei voel ik me zeer verwant." CR: "De socioloog Durkheim formuleerde in 1893 al de wet van het algemene en het particuliere. Naarmate we in grotere verbanden gaan leven wordt het nabije, het particuliere belangrijker. 'Wortels en vleugels' wordt het ook wel genoemd. Naarmate ik mijn vleugels wijder kan uitspreiden, koester ik mijn wortels ook meer. De symboliek van een bank die lange tijd diepe wortels had en nog steeds heeft in onze samenleving, is een belangrijke en een aantrekkelijke. Daarnaast moet een betrouwbare bank een wereldwijde tak hebben - vleugels zijn ook belangrijk." MvB: "Ik denk dat herkenning voor jongeren belangrijk is. Je bent in Hongkong en je komt een lichtreclame van je eigen bank tegen. Cool!" CR: "Ze slaan hun vleugels uit en op zo'n moment kunnen ze even landen. Het idee van een lokale bank die wordt gesteund door een globaal netwerk is heel sterk. Dat komt vertrouwd en solide over, en toch allesbehalve bekrompen." WvdB: "Ondertussen zijn het wel de vorige generaties die de Rabobank tot zo'n solide gemeenschap hebben gemaakt. Ik heb het idee dat jongeren niet staan te trappelen om daarin te investeren. Als toekomstige leden wél willen profiteren van onze stabiliteit maar er niet aan willen bijdragen, hoe ziet de bank er dan over dertig jaar uit?" CR: "Dankzij internet kunnen mensen snel en gemakkelijk informatie verzamelen en aanbieders vergelijken. Dat leidt ertoe dat ze gaan shoppen. Dat kun je niet meer terugdraaien. Het enige wat je daar als merk tegenover kun stellen, is mensen echt raken, in hun hart. Want daar blijven ze behoefte aan houden." MvB: "Wat je dan krijgt is dat mensen wel lid zijn van de coöperatie maar er even geen producten van betrekken. De coöperatie raakt hun hart en de concurrent raakt met een mooie aanbieding hun portemonnee." WvdB: "Ja, als mensen niet meer willen geven, hoe kunnen coöperaties dan blijven bestaan?" MvB: "Ik begin te denken dat je in je communicatie een aantal vaste hoofdlijnen moet hebben waarop je vervolgens cyclische variaties toepast. Neem de online ledeninvloed. Degenen die daar het meest gebruik van maken, zijn dezelfde mensen die ook geregeld naar kantoor komen. De jeugd is nog niet echt getriggerd om tijdens het internetbankieren die mogelijkheden te onderzoeken. Maar dat zal vast wel komen. Hoe lang blijf je dan nog schriftelijk BANK IN BEWEGING

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2011 | | pagina 29