ame economie best practice Kennis van de lokale en regionale economie is van groot belang. Niet alleen voor overheden, bedrijven en instellingen, maar ook voor Rabobank. Toen de Rabobanken Alblasser- waard Noord en Oost, Merwestroom en Vijfheerenlanden in de loop van 2009 signalen kregen dat er vanuit bestuurlijke hoek, het bedrijfsleven en het toerisme behoefte was aan een samenhangende visie op de ontwikkelingskansen voor het gebied, hoefden de directies dan ook niet lang na te denken voordat zij hun verantwoordelijkheid namen. "Wij zagen zelf in onze regio ook allerlei trends waarvan we graag eens precies wilden weten hoe het nu zat", vertelt Piet Hoogendoorn, directievoorzitter van Rabobank Alblas- serwaard Noord en Oost. "Klopt het dat de bevolkings aantallen teruglopen? En zo ja, wat betekent dat? Is het inderdaad zo dat er interessante mogelijkheden liggen voor de toeristische sector? En zou er niet op veel vlakken winst te behalen zijn als overheden en ondernemers de handen vaker ineensloegen?" Met die vooralsnog intuïtieve vragen stapten de samen werkende banken naar de afdeling Kennis en Economisch Onderzoek (KEO) van Rabobank Nederland. Daar zag men mogelijkheden om op basis van de al eerder ontwikkelde Triple P-monitor een onderzoek te doen naar de sociale, economische en ecologische sterkten en zwakten van de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Niet vrijblijvend, maar met de uitdrukkelijke bedoeling om concrete stappen te gaan zetten voor de verdere, duurzame ontwikkeling van de streek. De directieleden van de drie banken vormden een stuur groep. Onder hun verantwoordelijkheid togen medewerkers van KEO aan het werk. Zij verzamelden en analyseerden gegevens over relevante ontwikkelingen en hielden interviews met betrokkenen. In twee workshops konden de stakeholders met elkaar en met de onderzoekers van gedachten wisselen over de tussentijdse resultaten. BANK IN BEWEGING 21

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2011 | | pagina 21