"Als de structuur
gaat belemmeren,
moet je je afvragen
of er niet iets
veranderd moet
worden
het debat
Ineke Noordhoff:
terwijl banken van 'funding' afhankelijk zijn. Er zal meer
economische groei ontstaan in het Verre Oosten dan in
het Westen. De onzekerheid op de kapitaalmarkt, mede
door de omvangrijke schulden van overheden. Valt de euro
om? Klanten worden zelfbewuster, accepteren minder.
Klantloyaliteit is geen vast gegeven meer. We zullen als bank
te maken krijgen met een agressievere manier van toezicht
houden, met meer regels op het gebied van solvabiliteit
en liquiditeit. Toezicht niet alleen door officiële instanties,
maar ook door de media."
NvV: "Het buitenland zal voor Rabobank steeds
belangrijker worden. De food agrimarkt is dé groeisector
voor de komende tien, twintig jaar en zal zich meer en
meer afspelen over de grenzen. Er komen meer mensen in
de wereld, er zal meer vraag ontstaan naar bio-producten
en grondstoffen. Daarnaast krijgen we op deze markt steeds
meer te maken met weersinvloeden en prijsindexaties.
Als bank onderscheiden we ons op deze markt, maar we
moeten ervoor zorgen dat we de kennis in huis blijven
houden en dat we die verder blijven ontwikkelen."
IN: "Er zijn ook lokale ontwikkelingen gaande waarmee
we rekening dienen te houden, vooral op demografisch
vlak. Denk aan de krimp in de regio's en de groeiregio's
die juist verstedelijken. Daarnaast heeft een veranderende
verhouding tussen jong en oud natuurlijk consequenties
voor gezondheidsvraagstukken."
Is Rabobank wel ontvankelijk genoeg voor invloeden
van buitenaf?
LG: "Het trackrecord is goed. Bovendien kan een coöperatie
zich de luxe veroorloven om zich te richten op de langere
termijn, in tegenstelling tot beursgenoteerde banken, die
meer op de korte termijn gericht zijn. Voor contact met de
buitenwereld is de coöperatieve bestuursstructuur slechts
één van de middelen. Directies van lokale banken en het
bestuur van Rabobank Nederland hebben ook andere
middelen, zoals klantencontacten, input van medewerkers,
wetenschappelijke bronnen en klassieke en moderne media.
Over twintig jaar hebben we een ander Nederland en zullen
we ongetwijfeld een andere Rabo hebben."
IN: "Commissarissen kunnen hier ook een steentje
aan bijdragen. Door een goede mix van verschillende
commissarissen houdt de organisatie contact met de
buitenwereld. Daarbij is het belangrijk dat ze door hun
andere werkzaamheden vertrouwen met zich meebrengen."
NvV "Rabobank staat midden in de maatschappij en
heeft daardoor antennes om te kunnen anticiperen op
veranderingen die in de maatschappij plaatsvinden. Ik vind
het wel heel belangrijk dat commissarissen herkenbaar
blijven voor de achterban. Er moeten in een raad niet alleen
financiële specialisten zitten, maar ook ondernemers uit
het midden- en kleinbedrijf. Als zij op bepaalde vlakken
niet meekunnen, dan dien je er als bank voor te zorgen
dat ze dat wél kunnen - door een goede opleiding aan te
bieden. Ik krijg soms de indruk dat er een soort elitecorps
van commissarissen met een enorme uitstraling ontstaat. Ik
vraag mij af of dat wel goed is."
Zal de lokaal geënte structuur van Rabobank geen
belemmering gaan vormen voor de groei, die
volgens voorspellingen voor het grootste deel in het
buitenland zal plaatsvinden?
IN: "Als de structuur gaat belemmeren, moet je je afvragen
of er niet iets veranderd moet worden."
NvV: "Er staat momenteel een structuur die adequaat
genoeg is om in een snelgroeiende economie mee te doen.
Grote vraag: hebben we genoeg eigen vermogen om zelf
snel te groeien? Rabobank kan alleen door winstinhouding
groeien en daar zit een grens aan van circa zes a zeven
procent per jaar."
IN: "Dat kun je ook zien als een 'blessing in disguise'. Juist
dankzij de beperkte groeimogelijkheden heeft Rabobank
de kredietcrisis tamelijk goed doorstaan. En als je per se
snel wilt groeien, dan moet je aan de leden maar uitleggen
waarom je dat wilt. De leden houden ons wel met twee
benen op de grond. Want wat is anders nog de toegevoegde
waarde van een lidmaatschap?"
LG: "Er is niks zo gevaarlijk voor een bank als een snelle
groei."
NvV: "Maar soms is het moeilijk uit te leggen dat we van
alles in het verre buitenland ondernemen, terwijl een klant
de grootste moeite heeft om een bedrijf net over de grens te
kopen en bij ons te financieren. Daar zouden we nog eens
goed naar moeten kijken."
BANK IN BEWEGING 17