Lindenbergh: "In tijden van voorspoed krijgt iedere organi satie vet op de botten. Als het even tegenzit, kan het geen kwaad om liposuctie uit te voeren" Triezenberg: "Ik kom tot de conclusie dat het werk van een commissaris meer tijd in beslag neemt dan er oorspron kelijk voor staat - als je het tenminste goed wilt doen" matie wel voortdurend zoekende bent." Lindenbergh: "Als je heel eerlijk bent, heb je nooit genoeg informatie. Want elke vraag leidt tot een nieuwe vraag en elk antwoord leidt ook weer tot een nieuwe vraag. Het is ook een kwestie van dialoog, van doorvragen. Luister je nu naar een kletsverhaal of dring je werkelijk door tot de materie? Op dergelijke momenten moetje niet schromen om de vinger op de zere plek te leggen." Triezenberg: "Toch worstel ik ermee datje nooit helemaal exact weet wat er zich binnen een bedrijf afspeelt. Zelfs directies hebben het daar soms moeilijk mee." Teune: "In het algemeen kun je stellen dat de directie verant woordelijk is voor hoe het loopt binnen een bank. Wij zijn toezichthouder. Het enige wat je kunt doen is zoveel mogelijk informatie zien te vergaren om die taak zo goed mogelijk uit te voeren. Je kunt niet alles uitzoeken." Bestaat er een groot kennisverschil tussen een voorzitter en een 'gewoon' lid van een raad van commissarissen? Teune: "Dat verschil is soms té groot. Net als Kees ben ik als voorzitter bijvoorbeeld ook lid van een kringbestuur. Dat levert heel veel input op. Kortom, ik kan dingen vaak vanuit een breder kader beoordelen dan mijn collega's in de raad. Als voorzitter zoek ik naar wegen om die kenniskloof te overbruggen. Hoe kan ik ervoor zorgen dat iedereen over evenveel achtergrondinformatie beschikt? Dat is nog niet zo makkelijk." Lindenbergh: "Een voorzitter heeft door zijn rol een infor matievoorsprong. Dat hoeft geen probleem te zijn. Dat is het alleen als het heel spannend wordt. Daarnaast kun je in de raad bepaalde afspraken maken om de kloof te dichten. Bij ons hebben leden hun eigen aandachtsterrein en worden ze geacht ook zelfstandig informatie te vergaren en die te delen met hun collega's. Daarnaast worden alle kleine kringvergade ringen door iemand van onze raad bezocht of de stukken als vast agendapunt behandeld en bediscussieerd." Teune: "Bij ons gaat er beurtelings iemand met de directeur en mij mee naar de kleine kringvergadering. Op die manier krijgen de leden van de raad van commissarissen ook wat meer begrip voor dat soort organen en kunnen ze bepaalde stukken in een context plaatsen." Triezenberg: "Ik kom tot de conclusie dat het werk van een commissaris meer tijd in beslag neemt dan er oorspronkelijk voor staat - als je het tenminste goed wilt doen." Als commissarissen worden jullie geconfronteerd met Visie 2010 en de praktische invoering ervan bij jullie banken. Men stuurt, mede onder invloed van de economische omstandigheden en ontwikkelingen bij de concurrentie, inmiddels aan op een versnelling van dat proces. Hoe kijken jullie daar tegenaan? Lindenbergh: "Wat mij erg aanspreekt in Visie 2010 is de vormgeving van klantbediening in de toekomst. Het 'oude' concept was niet toereikend meer. Daarop lag ook bij aanvang de nadruk. Maar nu, mede door marktomstandigheden en de economische crisis, praat men vooral nog over kostenre ductie, interne processen et cetera. Dat is jammer. In mijn ogen is Visie 2010 niet het antwoord op de huidige marktsi tuatie. Versnellen? Elke bank bepaalt zijn eigen, lokale tempo en zijn eigen invulling. Bij het invoeringsproces ontstaan vanuit Rabobank Nederland ook vertragingen en versnel lingen. Voor mij staat '2010' niet ter discussie. Maar het is een langetermijnoplossing. Wat nu gevraagd wordt is een oplossing op de korte termijn." Teune: "Wij zijn al wat verder in het proces en merken de voordelen ervan. We dachten dat we al een aardig efficiënte 20 BANK IN BEWEGING

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2009 | | pagina 20