Stefan Peij over
bestuursmodellen
Waarom zouden
we dan nog kijken
naar een one tier-
model voor de lokale
RabobankenV
gastcolumn
Dr. Stefan Peij is directeur van
Governance University en lector
aan de hogeschool IN Holland.
Hij geeft in deze column zijn
persoonlijke mening. De Gover
nance University is opgericht
om het intern toezicht te profes
sionaliseren. Dit wordt gedaan
door tweemaal per jaar het
open inschrijvingsprogramma
De Authentieke en Effectieve
Commissaris te organiseren (met
al vele Rabo-alumni), door het
geven van advies over governance
en bestuursmodellen en door
begeleiding van zelfevaluaties van
raden van commissarissen.
Met elk bestuursmodel is wel wat. In het one f/'er-model lopen rollen en verant
woordelijkheden van bestuurders en commissarissen zo nu en dan door elkaar;
in het two f/'er-(directie)model (met een ledenraad) worden commissarissen en
leden wel wat afstandelijk gevonden en in het partnershipmodel komen de
leden in verschillende rollen terug, wat rolscheiding lastig maakt.
Toen ik laatst een rondje langs de velden maakte, merkte ik soms de heimwee
naar het langzaam verdwijnende partnershipmodel. Directeuren zien in dat
model heldere lijnen voor wat betreft de vertegenwoordiging van lokale
banken in (C)KV's, voelen in dat model eenheid tussen bank en vereniging
en herkennen in dat model de lokale banken als autonome coöperaties. Het
partnershipmodel wordt geassocieerd met het'authentieke'coöperatieve
gevoel. Het lijkt heimwee naar vervlogen tijden.
Tegelijkertijd wordt het directiemodel al bij zo'n honderd banken met enthou
siasme ontvangen. Dit model draagt volgens directeuren bij aan de profes
sionalisering van het interne toezicht en aan een zuivere rolverdeling tussen
bestuur en toezicht. Er is een vaste overtuiging dat het directiemodel garant
staat voor goede transparantie en verantwoording, een goed georganiseerde
stakeholderdialoog en een goede verankering van de ledeninvloed.
Kortom, het directiemodel is 'futureproof', ofwel voor langere termijn houdbaar.
De coöperatie als instituut en'gevoel'lijkt niet te lijden onder de invoering van
een eigentijds model, waarin zakelijkheid en professionalisering een belang
rijke plaats innemen. Is dat het'moderne'coöperatieve gevoel?
Als we dit weten, waarom zouden we dan nog kijken naar een one f/'er-model
voor de lokale Rabobanken? Ik denk.omdat het one f/'er-model in de wereld
bijna het enig toegepaste bestuursmodel is, omdat dat model garant staat
voor betrokken en goed geïnformeerde commissarissen en omdat dat model
de coöperatieve toets goed zal kunnen doorstaan. Bovendien gebruiken de
Rabobanken vandaag de dag al onderdelen van het one f/er-model, zoals de
bestuurder die a la de CEO twee loonschalen hoger zit dan zijn collega's, die
bijna als enige aanspreekpunt is voor de stakeholders en die de vergadering
van de raad van commissarissen van begin tot eind bijwoont.
Het directiemodel is 'futureproof'en kan worden doorontwikkeld met
kenmerken van het one f/'er-model, dus voorlopig hoeven de banken zich niet
druk te maken om dat one f/er-model. Het moet echter al wel onderwerp zijn
van gesprek, want de invoering van het directiemodel leert dat verandering
van een governance-model (van eerste verkenning tot adoptatie) zomaar tien
jaar tijd kan nemen. En in 2018 ziet de wereld er weer heel anders uit.
34 BANK IN BEWEGING