uEen crisis leidt er altijd toe dat mensen zich gaan afvragen: wat hebben we verkeerd gedaan de ontwikkeling daarvan - door een commissie onder voorzitterschap van voormalig Unilever-topman Morris Tabaksblat - vormden de problemen die in 2003 bij Ahold aan het licht kwamen rond US Food Service. De code staat echter in een veel langere traditie van georganiseerde pogingen om het vertrouwen van de samenleving te versterken in beursgenoteerde ondernemingen (zie kader). De Monitoring Commissie Corporate Governance Code werd ingesteld tegelijk met de wettelijke verankering van de code-Tabaksblat, eind 2004. Zij moet jaarlijks nagaan in hoeverre de code werd nageleefd en eventueel voorstellen te doen tot aanpassing. Na het eerste jaar kon de commissie rapporteren dat veel beursgenoteerde vennootschappen zich al aan de code hielden. Maar ook toen al adviseerde zij verduidelijking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen. In 2006 bleek de naleving verder toegenomen, al bleven de institutionele beleggers nog achter. De code voor de verklaring over interne risicobeheersing bleek veel beter toegepast. Daar stond echter tegenover dat de transparantie in het beloningsbeleid nog steeds gering was. Over 2007 moest de commissie tot haar teleurstelling een lichte daling noteren in de naleving van de code. Ook onder institutionele beleggers liet de compliance nog te wensen over. Al hielden de vijf grootste bedrijfstakpensioentbnds en zich inmiddels voor honderd procent aan de code, de levensverzekeraars kwamen samen amper boven de vijftig procent. De actualisering waarvan de commissie dit voorjaar een concept presenteerde en waarover inmiddels een brede consultatieronde heeft plaatsgevonden, moeten we mede in dat licht zien. Urgentie Over de actualisering is afgelopen maanden in brede kring gediscussieerd. Niet alleen organisaties als VNO-NCW, VEB, Eumedion (de opvolger van de Stichting Corporate Governance Onderzoek), NCD en Euronext namen hieraan deel, maar ook de vakbonden FNV en CNV. "Een code is alleen effectief als er ook draagvlak voor is", stelt Frijns. Wat dat betreft heeft hij nu de wind in de rug. "Een crisis leidt er altijd toe dat mensen zich gaan afvragen: Wat hebben we verkeerd gedaan? Vanuit het gevoel van urgentie dat dan ontstaat, komt er meer steun voor codes als deze en wordt aangedrongen op verankering daarvan in wetten en regels. Dat is ook nu het geval." Frijns is zelf de eerste om toe te geven dat de code-Tabaksblat - met zijn sterke nadruk op zelfregulering - niet heeft kunnen voorkomen dat ook Nederlandse ondernemingen betrokken zijn geraakt bij de kredietcrisis. "Dat is pijnlijk," vindt hij, "maar als je er even over nadenkt, kom je al gauw tot de conclusie dat we geen andere mogelijkheid hebben dan blijven proberen het feitelijke gedrag van bestuurders en toezichthouders te beïnvloeden. Daar gaat het om. Een code die heldere principes propageert helpt, daarbij beter dan wetten met gedetailleerde voorschriften." Relevantie De code-Tabaksblat, ook in de geactualiseerde versie van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code, richt zich primair op beursgenoteerde ondernemingen en is niet specifiek toegesneden op de financiële sector. Dat roept de vraag op wat de relevantie van al die aanbevelingen is voor de coöperatieve Rabobank. Frijns, behalve voorzitter van de commissie ook hoogleraar Beleggingsleer aan de Vrije Universiteit en tot 2006 directeur van ABP Vermogensbeheer, is geen vreemde in de wereld van de coöperaties. Zo spreekt hij geregeld op congressen van de Nationale Coöperatieve Raad. Als het over goodgovernance gaat, vindt hij de overeenkomsten belangrijker dan de verschillen. "Er is een bestuur dat verantwoordelijkheid draagt voor de strategie en de dagelijkse gang van zaken. Daarover legt het verantwoording af aan de stakeholders. En er is een raad van commissarissen of een raad van toezicht die daar namens hen een oogje op houdt." De code-Tabaksblat is ook niet uit de lucht komen vallen, benadrukt Frijns. "Het is een samenvatting van best practices. De meeste daarvan gelden onverkort ook voor een coöperatie of voor het bestuur van een ziekenhuis - of het nu gaat om de interne controle, het toezicht of de beloningen. Er is niets wat Rabobank belet zich daaraan te conformeren. En voorzover ik weet, doet de bank dat ook in hoge mate." 30 BANK IN BEWEGING

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2008 | | pagina 30