Tien vragen aan Wilbert van den Bosch Tekst: Leo Alexander Schlangen Fotografie: Lizzy Kalisvaart IWie is Wilbert van den Bosch? "47 jaar, vader van drie kinderen, sport- en cultuurliefhebber. We wonen op een boerderij in Ulvenhout, ten zuidoosten van Breda. De dynamiek van de stad vind ik heerlijk, maar ik zou die niet aankunnen zonder de rust en inspiratie van het buitengebied. Mijn leven is veelzijdig: mijn hart ligt op het akkerbouwbedrijf van mijn familie; ik ben neerlandicus, maar ik werk ruim twintig jaar als consultant op het gebied van communicatie en organisatie. Lange tijd als partner bij Publicis Consul- tants, vanaf 2007 zelfstandig." 2 Wat heeft u met Rabobank? "In mijn overtuiging is de coöperatie de organisatievorm van de toekomst. De coöperatie werkt matigend en stimulerend tegelijkertijd. Ik ken - ook vanuit mijn vakgebied - maar weinig organisaties die zich bij elke grote beslissing bezinnen op wie ze zijn en waarom ze iets wel of niet moeten doen. Rabobank doet dat continu. Daarnaast ben ik klant en lid van Rabobank Breda. Daar ben ik tevens voorzitter van de raad van commissarissen. In Zuidwest- Nederland ben ik kringvoorzitter. En nog niet zo lang geleden heb ik het voor zitterschap van de Commissie Evaluatie Bestuursmodellen geaccepteerd." 3 Wat gaat deze commissie precies doen? "In 2004 is naast het partnership-model ook het directiemodel als bestuursvorm ingevoerd. Aangesloten banken kunnen zelf hun model kiezen. Sinds die invoering is er nog geen evaluatie geweest. Wij gaan als commissie inventariseren hoe die twee bestuursmodellen in de praktijk werken. Wat gaat er goed? Wat gaat er niet goed? We willen ook vooruitkijken: zijn deze modellen toekomstbestendig? En aangezien je een bestuursmodel niet kunt loskoppelen van de missie van een organisatie, zullen wij als commissie dus ook de coöperatie tegen het licht houden. Wie zijn we? Wat willen we? Hoe gaan we dat doen? Daarbij volgen we drie hoofd lijnen, namelijk de verankering van de ledeninvloed en -zeggenschap, slagvaardig bestuur en het borgen van onafhankelijk toezicht." 4 Waarom is de commissie in het leven geroepen? "Bij de invoering van het directiemodel is destijds de belofte gedaan dat er na een aantal jaren een evaluatie zou plaats vinden. Die belofte wordt nu ingelost. De banken hebben inmiddels enkele jaren ervaring met de modellen en dus kunnen we de best practices van elk model nu objectief analyseren." Dit betekent dus niet automatisch het einde van het partnership- model, de bestuursvorm die het minst door de lokale banken wordt toegepast? "Wij gaan als commissie met een open oriëntatie het onderzoek in. Het is niet de bedoeling dat we een welles-nietes- discussie voeren over de bestaande modellen. We willen het functioneren van beide modellen in kaart brengen en een inventarisatie maken van de plus- en minpunten. Elk model heeft zijn zwaktes en sterktes. Misschien concluderen wij als commissie straks wel dat beide modellen niet toekomstbestendig zijn of komen we bij wijze van spreken met drie nieuwe, modernere bestuursalternatieven op de proppen. Zo open staan we er nu in elk geval nog in." 6 Hoe is de commissie samengesteld? "Er zijn in totaal vijftien leden, twaalf afkomstig uit de kringen en drie afkomstig van Rabobank Nederland. We hebben geprobeerd op diverse vlakken een evenwichtige verdeling aan te brengen. Bijvoorbeeld tussen gekozenen en benoemden, tussen mensen die in een partnership-model en mensen die in een directiemodel werken. Naast bankdirec teuren zit er iemand bij die een agrarisch bedrijf heeft, een oud-burgemeester en een directeur van een gerenommeerd bedrijf. De enige spreiding die nog onvoldoende is gelukt, is de man-vrouw- verhouding. Helaas: er zitten meer mannen dan vrouwen in de commissie." 7 Volgen jullie bij het onderzoek een strategie? "In grote lijnen volgen we twee sporen. Aan de ene kant gaan we zoveel mogelijk informatie inwinnen bij onze collega's. Zo hebben we al een enquete uitgezet onder alle directeuren, commissarissen en bestuurders om erachter te komen wat hun ervaringen zijn met het model waarbinnen zij werken. Dat zullen we nog uitbreiden. Aan de andere kant is het ook belangrijk dat we als commissieleden een referen tiekader opbouwen, leder van ons heeft eigen ervaringen, maar we moeten ook durven abstraheren, een nieuwe bril opzetten. Om dat te bewerkstelligen, krijgen we colleges van deskundigen, variërend van een hoogleraar op het gebied van coöperatierecht tot en met toonaangevende auteurs op het vlak van governance en organisatiekunde. Zij belichten steeds een andere invalshoek waarmee je onze onderwerpen kunt benaderen." 8 Voor welke valkuilen moet de commissie waken? "We mogen als commissie niet te futuris tisch worden, niet loskomen van de werke lijkheid. Anderzijds moeten we ook niet te conservatief zijn, niet: hiermee zal iedereen het wel eens zijn. Er bestaat ook het gevaar BANK IN BEWEGING

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2008 | | pagina 18