"Het beleid draait om maatwerk in plaats van getallen. Elke doelgroep vraagt om een eigen benadering" Doelgroepenbeleid spiegeling zijn van de samenleving waar wij deel van uitmaken. Doe je dat niet, dan mis je een deel van de koek. Dat kan hard gaan, als je beseft dat mogelijk al over een paar jaar bijna zestig procent van de Rotterdammers van allochtone afkomst is. Vanouds is de Rabobank klein in de grote steden. Wij zijn er speldenknopjes. Om daar verandering in aan te brengen hebben wij een grotestedenbeleid ontwikkeld waarmee we aan de slag zijn gegaan. De footprint van de Rabobank in de stad moet groter worden. Dit houdt in dat we sectoren hebben benoemd waarin wij tussen 2006 en 2010 willen groeien, zoals large corporates, MKB en PB." Onderdeel van dat plan is om de aansluiting te verbeteren met diverse doelgroepen die Rotterdam bevolken. Als zij de bank zien staan, komt hier nieuwe omzet uit voort, zo is de redenering. Daarbij gaat het niet alleen om migranten. Allochtoon, blank, jong, oud, man, vrouw, de samenleving binnen de bank moet dezelfde zijn als die er buiten. Een utopie, zo leek het aanvankelijk. "Toen ik na mijn aantreden bij Rabobank Rotterdam hier vlakbij door de Koopgoot wandelde, zag ik een heel ander Rotterdam dan wanneer ik door de bank liep", zegt Beerman. "De stad kent heel veel kleuren en verschillen, maar onze bank nog niet. Dat kun je moeilijk een afspiegeling van de samenleving noemen. Deze stad herbergt meer dan 170 nationaliteiten. Als jij ergens een bank inloopt en je herkent daar niets van waar jij vandaan komt, dan is de kans dat je er aanklopt voor zaken minder groot." Onderzoek naar de appreciatie van de Rabobank onder allochtonen, leerde dat de situatie zorgwekkend was, vertelt Beerman. Het markt aandeel zakte weg. "Ik denk dat wij in onvoldoende mate een herkenbare bank zijn geweest voor deze doelgroep. Vreemd eigenlijk, als je bedenkt dat wij van oudsher een bank zijn die mensen ondersteunt bij het waarmaken van hun ambities. Toch hebben wij deze doelgroep lang over het hoofd gezien, zo bleek uit onderzoek en interviews." Het afspiegelings beginsel is de enige troef die Rabobank Rotterdam heeft om haar herkenbaarheid onder doelgroepen te vergroten. Concurrenten hebben andere aanknopingspunten. Fortis en ING bijvoorbeeld hebben dochterbedrijven in Turkije, waardoor ze voor mensen die daar vandaan komen bekende merken zijn. Hetzelfde geldt voor ABN Amro in Suriname, hoewel het kantoor in Paramaribo al jaren gesloten is. De Rabobank daarentegen zegt veel allochtonen niks. "We praten over hechte gemeenschappen waar mensen elkaar doorver wijzen", zegt Beerman. Wij komen niet vanzelfsprekend voor bij hen in de top of mind. Door ons diversiteitsbeleid moeten wij laten zien dat wij wel degelijk in hen zijn geïnteresseerd." Gingen desalniettemin bij de overige managers de haren niet recht overeind toen de mededeling kwam dat het roer om moest? Ingrepen lokken wel vaker verzet uit. Maar dit keer niet. Beerman: "De trigger voor het draagvlak was het stellen van de principiële vraag of wij als bank een afspiegeling moeten zijn van de samenleving. Daar moet je wel beves tigend op antwoorden als je je zakelijke doelstellingen wilt halen. Door hierover afspraken te maken hadden we de eerste winst gelijk te pakken. We hebben deze vraag vervolgens van de zakelijke kant bekeken: hoeveel marktaandeel wil je halen, in welke sectoren wil je groeien? Daaraan verbonden wij doelstellingen die de beoogde afspiegeling gestalte moesten geven." Een deel van de succesaanpak van Rabobank Rotterdam is te verklaren uit het scheppen van draagvlak voor het beleid. Alles draait om inzicht. De leiding hamerde op de econo mische noodzaak van het doelgroepenbeleid. Afspraken over marktaandelen en streefcijfers waren daarbij hulpmid delen. Daarnaast werkte Rabobank Rotterdam met spiege- londerzoeken. Een bureau voerde onderzoeken uit waarbij afdelingen van de bank werden gespiegeld aan sectoren en samenstellingen van wijken. Elke afdeling kon daaruit afleiden hoe de prestaties waren ten opzichte van doelgroepen en marktsegmenten. Elke manager van Rabobank Rotterdam heeft deze spiegel voorgehouden gekregen en weet precies hoe het zit met het halen van de eigen streefcijfers. Managers zijn professioneel genoeg om daar hun conclusies aan te verbinden, meent Beerman. Ongeacht hun persoonlijke opvattingen. Als leidinggevenden hun targets willen halen, is het helder dat zij daarbij na-drukkelijk overwegen het contact te leggen met doelgroepen die nog weinig aandacht hebben gekregen. "Als ik van bovenaf ga zeggen dat managers verplicht zijn om allochtonen aan te nemen, creëer ik 20 BANK IN BF.WEGING

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2008 | | pagina 20