Tien vragen aan Dirk Duijzer 10 vragen aan.. Tekst Henk Vlaming Fotografie Corblno IWie is Dirk Duijzer? "Ik ben 49 en heb 25 jaar werkervaring in de land- en tuinbouw. Ooit ben ik in deze sector begonnen als adviseur van voornamelijk melkveehouderijbedrijven in Utrecht. Later werkte ik in Drenthe voor een landbouworganisatie. Het was de tijd van de mestwetgeving, de Wet bodembescherming en de aanscherping van de Hinderwet. Daarna ben ik directeur geweest van de CBTB (Christelijke Boeren en Tuinders Bond), die later fuseerde met twee andere organisaties tot LTO Nederland. De laatste twee jaar heb ik in alle sectoren van de tuinbouwketen gewerkt, van champignons en bollen tot veilingen en de verwerkende industrie." 2 Zeker ook geen onbekende bij de Rabobank? "Ik was voorzitter van de kring Veluwe en als zodanig lid van de centrale kringvergadering. Ook was ik jarenlang voorzitter van de vertrouwenscommissie uit de CKV en nam ik deel aan diverse werkgroepen van Rabobank Nederland.Ten slotte was ik ook lid van de beleidsadviescommissie Coöperatiezaken. Van 1995 tot vorig jaar was ik voorzitter van het bestuur van Rabobank Vallei en Rijn. Per 1 mei ben ik benoemd als directeur Food Agri Nederland. Mijn inzet is om het beste van beide werelden te verbinden in deze nieuwe functie." 3 Hoe turbulent is de agrarische sector? "De eerste tien jaar van mijn loopbaan heb ik geen landelijke crises meegemaakt, maar daarna des te meer. Limburg liep onder water, het jaar daarop was er een ontruiming in een polder.Toen kwam de varkenspest, daarna mond- en klauwzeer en die werd gevolgd door de vogelpest. Jaren zijn we bezig geweest met deze crises. De laatste drie, vier jaar is het echter weer rustig in de sector." 4 Is dit kenmerkend voor het verval van de landbouw als economische motor? "Dit gebeurde in een tijd dat voedsel geen strategische betekenis meer had in Nederland. Subsidies werden afgebouwd, de landbouw moest zichzelf redden. Het contrast met de jaren vijftig en zestig was groot; toen was voedsel schaars en dus van grote waarde. Alleen kon daarna niemand nog de rem vinden, waardoor er melkplassen, boterbergen en vleesbergen ontstonden. Toen ontstond het besef dat speciale aandacht niet meer nodig was." Hoe kijkt u tegen de turbulentie aan? "Het aanpassingsvermogen en de dynamiek van de ondernemers in de sector vind ik fascinerend. Nederlandse agrarische ondernemers worden vereenzelvigd met platteland en stilstand, maar je komt ze overal ter wereld tegen en ze slagen ook overal. Ook nu de sector zo in beweging is als gevolg van schaalvergroting, stijgende prijzen van grondstoffen en een voedselcrisis, passen zij zich weer aan." 6 Wat gaat u doen voor de sector? "Prijzen van landbouwproducten stijgen, dat is goed voor onze klanten. Maar ze dalen soms net zo hard weer, met alle risico's van dien. Wij kijken of we financiële diensten en producten kunnen aanbieden die land- en tuinbouwers helpen om deze schomme lingen op te vangen." Welke ervaring als voorzitter van Rabobank Veluwe neemt u mee? "Ik ken de verhoudingen tussen lokale klanten, leden en Rabobank Nederland heel goed. Ik zit niet in een ivoren toren. Evenmin heb ik het idee dat de wereld begint in het hoofdkantoor van de Rabobank. Alles begint bij de lokale situatie, die visie heb ik helder voor ogen." 8 Hebt u vertrouwen in de toekomst van de landbouw? "Hoe slecht sommige delen van de sector het ook deden in het verleden, er waren altijd delen die goed rendeerden. De prijs van pluimvee heeft weinig te maken met die van fruit. Ook nu kijken wij naar de lange termijn en de sector als geheel en zien het perspectief. Ik ken de sector goed genoeg om te zien dat er een nieuwe fase is aange broken. Eentje zonder vangnetten, waarin de ondernemers zichzelf moeten redden. Dat leidt tot een hergroepering met nieuwe kansen." 9 Waar leidt die toe? "Het oorspronkelijke gezinsbedrijf groeit in omvang en wordt een familiebedrijf met meerdere familieleden, soms zelfs een conglomeraat met een externe directie. Je krijgt BV's met aandelenconstructies. Vroeger vond ik een bedrijf met 600.000 gulden al een flinke onderneming. Maar nu kom ik familiebedrijven tegen van wel 50 miljoen euro. Toch komen er nog weinig externe investeerders op de sector af. Hier slaag je alleen met passie. Externe financiers kunnen daar onvoldoende mee uit te voeten." Ziet u mogelijkheden voor de Rabobank? "Na de ellende met de hypotheekcrisis kijkje met andere ogen naar de stabiele onderdelen in de economie. Dan kom je al snel uit bij de ondernemers in deze sector. Die lopen nooit weg van hun bedrijven. Bij moeilijkheden kiezen zij eerst voor hun zaak, daarna pas voor hun brood. Dat zegt iets over stabiliteit van een sector. Ook al nemen de risico's per bedrijf toe, de sector zelf is een stabiel onderdeel van onze bank." BANK IN BEWEGING

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2008 | | pagina 17