Het karakter van de coöperatie
werkt exorbitante
het debat
Een belangrijke taak van een Raad van Commissarissen van een Rabobank is het
beoordelen van een directeur. Maar hoe vergaren commissarissen de informatie
om tot een evenwichtige beoordeling te komen? En doen ze dat tegenwoordig
anders dan vroeger? Deze en andere (bonus)vragen stelde gespreksleider Peter
Rikhof, hoofdredacteur Brookz, tijdens Het Debat tussen Henk ten Hom en Paul
Bottelier in Kasteel Hooge Vuursche.
Tekst: Leo Alexander Schlangen
Fotografie: Corblno
bonussen tegen"
Is er in Nederland een algemene trend waarneembaar
in de manier waarop een directeur door een Raad van
Commissarissen (RvC) beoordeeld wordt?
Henk ten Horn: "De beoordelingssystematiek binnen orga
nisaties wordt op een steeds professionelere manier ingericht.
Men kijkt meer naar de toekomst en minder naar de situatie
zoals die op het moment van beoordeling is. Competenties als
ondernemerschap en marktgerichtheid spelen een belang
rijkere rol dan een aantal jaar geleden. Deze andere aanpak
heeft ook consequenties voor de afspraken die aan het begin
en gemaakt. Je kunt iemand alleen objectief beoordelen
er duidelijke afspraken zijn vastgelegd. Ook op dat vlak is
er een professionalisering gaande."
Paul Bottelier: "Ik heb het idee dat beoordelingen in het
verleden op een minder transparante manier plaatsvonden.
Met andere woorden: vroeger werd wellicht op een wat meer
impliciete wijze beoordeeld, terwijl dat tegenwoordig veel
meer expliciet, dus professioneler, gebeurt."
U spreekt als voorzitter van de RvC van RabobankTilburg
en Omstreken uit eigen ervaring. Kunt u uitleggen wat u
bedoelt met impliciet en expliciet?
Bottelier: "Enkele jaren geleden vond een beoordeling veelal
plaats op basis van informatie van de directeur in kwestie.
Nu maakt een RvC gebruik van veel meer bronnen zoals
verslagen van een ondernemingsraad en de notulen van de
directievergaderingen. Daarnaast kun je als commissaris ook
de sfeer proeven onder klanten van de bank. In mijn ogen
moet een RvC de directie hinderlijk volgen. Niet in negatieve,
maar in kritische zin. Vanuit die kritische rol is het je plicht als
commissaris om ervoor te zorgen dat je over zoveel mogelijk
informatie beschikt. Een RvC hoeft wat mij betreft ook geen
vriendjes te worden met directeuren."
Ten Horn: "De trend in Nederland sluit hier naadloos op aan.
De gemiddelde RvC is de laatste jaren dichter op de directie
gaan zitten."
Bottelier: "Overigens wil ik eraan toevoegen dat het belang
rijkste werk van de RvC bij de aanvang ligt, namelijk het
aanstellen van een goede directeur of goede directeuren. De
beoordeling van een goede directeur is natuurlijk een stukje
eenvoudiger".
Op basis van hoeveel contactmomenten beoordeelt de
RvC van RabobankTilburg eigenlijk een directeur?
Bottelier: "Voor de duidelijkheid: we hebben in Tilburg in
totaal 4 statutaire directeuren die rechtstreeks verantwoor
ding afleggen aan de RvC. Namelijk een algemeen directeur,
een directeur Bedrijven, een directeur Particulieren en een
directeur Bedrijfsvoering. We spreken elkaar in officiële verga
deringen van de RvC zo'n zeven keer per jaar. Daar komen
nog talloze andere momenten bij zoals het contact met de
voorzitter van de Raad van Bestuur (RvB), en bijvoorbeeld bij
recepties. Daarnaast ben ik als voorzitter van de RvC qualitate
qua ook voorzitter van de ledenraad en zie ik de voorzitter
van de RvB ook bij de voorbereiding van die vergaderingen
en uiteraard bij die vergaderingen zelf. Hetzelfde geldt bij de
BANK IN BEWEGING 13