zeggen: 'dat weet ik niet' "Als een consultant je moet vertellen hoe je je maatschappelijk verantwoordelijk moet gedragen, dan is er iets mis wat ik heb geleerd gevaar komt, als mensen het vertrouwen verliezen, dan gaat de hele economie immers ten onder. Bij Akzo Nobel heb ik me ook altijd heel sterk maatschappelijk verantwoordelijk gevoeld. Eén van mijn laatste activiteiten betrof een convenant dat we met de overheid sloten om het chloortransport per trein nagenoeg stil te zetten. Vanuit puur economische motieven misschien geen logische stap, maar nu zegt men: Akzo gaat verstandig met chloor om. Je moet als bedrijf iedere dag toch weer vechten voor een positief oordeel in de publieke opinie. Waar ik niet in geloof zijn adviesbureaus op dit gebied. Als een consultant je moet vertellen hoe je je maatschappelijk verantwoordelijk moet gedragen, dan is er iets mis. Dat moet uit jezelf komen. Daarbij ben ik van mening dat de grotere Nederlandse bedrijven in het algemeen heel zorgvuldig maatschap pelijk ondernemen, al geef ik toe dat er zo nu en dan een schok nodig is om de boel wakker te schudden. Toen ik bij VNO zat, zorgde bijvoorbeeld de Tsjernobyl- ramp daarvoor. Ons werd duidelijk dat we het milieu een stuk serieuzer moesten nemen en ook veiligheid heeft in de meeste bedrijven nu topprioriteit. Afgaande op mijn cv wordt wel eens gezegd: die man heeft alle goede dingen gedaan. Hij heeft voor INSEAD én McKinsey gewerkt. Maar wat niemand in de gaten heeft, is dat McKinsey destijds nog niets voorstelde in Nederland. Ik was geloof ik de vierde of vijfde medewerker. Voor hen ben ik bij Shell weggegaan. Mijn vader vroeg: 'McWie? Je gaat toch niet weg bij Shell, die Amerikanen gooien je er zo uit!' Hetzelfde gold voor INSEAD. Dat bestond net en daar had nog niemand van gehoord. En ja, ik ken inderdaad veel mensen doordat ik een heel gevarieerde loopbaan heb gehad. Naarmate je ouder wordt, bouw je meer contacten op en bij VNO heb ik ook de politiek leren kennen. Daarbij ben ik van nature iemand die contacten onder houdt; ik ben geïnteresseerd in andere mensen. Maar bewust netwerken is iets wat mij vreemd is. Ik heb een hekel aan het woord. Waar ik zakelijk echt van heb genoten, is het integratieproces van Akzo en Nobel. Dat wordt algemeen beschouwd als een succesvolle internationale overname. Het klinkt simpel, maar overnames zijn ingewikkeld, zeker internationale. Ik ben niet iemand die achteromkijkt, maar achteraf gezien had ik meer voor de publieke sector willen doen. Natuurlijk heb ik mijn VNO-periode gehad en heb ik allerlei nevenfuncties, maar als ik het weeg dan is de verhouding 30-70 geweest. Dat had van mij wel 50-50 mogen zijn. Dat was althans mijn doel toen ik van de universiteit kwam. Dat is niet gelukt. Ik heb inderdaad vreselijk dicht bij de politiek gezeten. Maar naarmate ik er dichterbij zat, werd mij duidelijk dat ik meer een bestuurder ben. Een politicus moet overal een mening over hebben. Bij het VNO werd je vaak al geacht allerlei standpunten te hebben; bijvoorbeeld over de positie van de vrouw in Zuid-Afrika. Ten eerste weet ik daar te weinig vanaf en ten tweede: waarom moet het VNO daar een mening over hebben? Ik bewonder mensen juist die zeggen: 'dat weet ik niet'. Een zekere bescheidenheid is wenselijk. Voor een goed politicus heb ik enorme waardering, maar helaas zijn er ook mensen die voornamelijk bezig zijn met de volgende verkiezingen. In het bedrijfs leven kun je je toch wat meer met de langere termijn bezighouden. Ofschoon de druk van de aandeelhouders op dit moment heel groot is, daar maak ik me wel zorgen over. Nederlanders hebben de neiging het Oranjegevoel te snel op te laten komen. Als Nederlandse bedrijven onder nemingen in het buitenland kunnen overnemen - zoals Akzo Nobel heeft overgenomen -, kun je niet zeggen: 'bij ons mag dat niet'. Vroeger bestond er concurrentie tussen provincies, nu tussen landen. Bedrijven lopen wat dat betreft ook voor op staten, de markt is internationaal geworden. Waarbij ik wil opmerken dat wij soms te weinig over deze ontwikkeling nadenken. Door de internationalisatie werken hier tegen woordig veel buitenlanders die geen speciale binding met ons land hebben en voor wie ons land als vestigingsplaats niet vanzelfsprekend is. Nederland moet dus werken aan het aantrekkelijk maken en houden van ons land. Ik geniet van al mijn werkzaamheden, maar niet van mijn volle agenda. Ik zou graag wat meer tijd voor mezelf en mijn vrouw willen hebben. De komende paar jaar ga ik mijn activiteiten dan ook verder afbouwen. Meer tijd voor reizen, meer tijd voor mijn familie. Maar niet van honderd naar nul, het moet geleidelijk aflopen." BANK IN BEWEGING 33

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2008 | | pagina 33