"IK VIND HET BELANGRIJK DAT ER OP DE PRODUCTEN IN HET
BUITENLAND EEN RABO-LOGO BLIJFT ZITTEN. DAARMEE VERGROOT
JE HET IMAGO VAN DE BANK"
ligt nog steeds onze kracht. Maar lokale banken willen graag
meegroeien met klanten die naar het buitenland gaan. Ze
hadden eerder ondersteund moeten worden. Misschien hadden
ze ook een duidelijker signaal moeten afgeven. Daar staat
tegenover dat ook de concurrentie problemen ondervindt met
de buitenlandse dienstverlening. Ze roepen dat ze het kunnen,
maar in de praktijk valt dat dikwijls tegen. Ik vind het woord
inhaalslag wat te negatief klinken."
CA: "Ja en nee. We kunnen meer dan veel banken zich reali
seren. Regelmatig ronden we buitenlandse transacties af. Die
gaan echter met relatief grote inspanningen gepaard en zijn nog
te vaak ad hoe maatwerkoplossingen. We moeten het inter
nationaal denken en handelen van onze mensen verbeteren.
Hiervoor hebben we intern een herkenbaar aanspreekpunt,
heldere processen en kant en klare buitenlandproducten nodig."
De tendens is van klein naar groot: van lokaal naar regio
naal, van dorp naar stad, van nationaal naar internationaal.
Past het coöperatieve gedachtegoed daar nog wel bij?
CA: "De coöperatie is Onze kracht en tegelijkertijd onze zwakte.
De lokale banken zijn baas in eigen huis. Dat werkt uitstekend
op lokaal niveau, maar het kan als een natuurlijke rem fungeren
op de internationale ontwikkeling die we doormaken. En die
wordt in de toekomst steeds belangrijker."
PC: "Je ziet dat ook de lokale bank enorm groeit, het wordt
meer en meer een regiobank, een stadsbank met een heel grote
balans. Dat groeiproces is ontstaan binnen de coöperatie."
GG: "Ik zou me best kunnen voorstellen dat er nog een keer
een Twentse Rabobank komt. Regionaal, maar ook opererend
over de grens. Ik voorzie in de toekomst nog grote discussies
omtrent het coöperatieve karakter van de Rabobank."
Betekent een verdere internationalisering niet gewoon het
einde van de coöperatie?
GG: "Dat geloof ik niet. De Rabobank als coöperatie moet
blijven bestaan. Ik wil dat mijn kinderen en kleinkinderen
bij een laagdrempelige, klantgedreven bank terechtkunnen.
Misschien moeten we naar een systeem toe waarin je grote of
internationale klanten doorsluist naar een regionaal of landelijk
filiaal. Dat hoeft dan niet per se een coöperatie te zijn."
CA: "Het een hoeft het ander ook niet uit te sluiten. Misschien
ontwikkelt de Rabobank zich op de lange termijn tot een
Europese coöperatie. Dan vorm je een machtsblok van
betekenis. De banksector is zich aan het consolideren en met
alleen het coöperatieve deel in Nederland vormt de Rabobank
geen belangrijke speler in dat consolidatieproces. Daarnaast
kun je verder bouwen aan een mondiaal netwerk, dat aansluit
op klantbehoeften van de lokale coöperatie. Ik vind het een
interessant vraagstuk voor de toekomst."
PC: "Vasthouden aan het coöperatieve model in de interna
tionale sfeer is te beperkt. Op de retailmarkt kunnen we die
vorm volgens mij handhaven, op andere markten zullen we het
coöperatiemodel wellicht moeten loslaten."
Zijn de internationale en de nationale activiteiten nog wel
te verenigen onder een dak, onder één merk?
PC: "Dat lijkt me geen probleem. Je kunt de internationale
activiteiten anders inrichten dan de nationale. Coöperatie of
geen coöperatie, dat valt allemaal te bezien. Maar ik vind het
belangrijk dat er op de producten in het buitenland een Rabo-
logo blijft zitten. Daarmee vergroot je het imago van de bank."
CA: "Juist onder één merk. Daarmee versterk je het inter
nationaal denken van onze medewerkers en vergroot je het
vertrouwen van onze klanten. En dat gaat goed samen, zeker als
Rabobank International zich straks ook als een provider voor
Nederlandse klanten op kan stellen."
GG: "Volgens mij kunnen ze elkaar versterken, het zou zonde
zijn om de boel op te splitsen. Je moet de internationale tak wel
snel gaan versterken, anders snijden we ons in het lokale vlees."
Conclusies?
GG: "De internationale dienstverbetering is absolute noodzaak.
De kloof tussen Rabobank International en de lokale banken
is te groot. Geef ons de tools om onze klanten vast te houden.
Maar we mogen ook best trots zijn op wat we nu al kunnen.
Wij hebben bijvoorbeeld reisorganisatie Oad als klant gekregen.
Met vestigingen in negentig verschillende landen. Daar heeft
iemand een vol jaar bovenop gezeten en het samen met de
partnerbanken voor elkaar gebokst."
PC: "Ik weet dat veel klanten van andere banken ons in de
gaten houden. Ze willen dolgraag op de Rabo-trein springen als
we het voor elkaar krijgen om een duurzaam en internationaal
affiche op te hangen. Maar ze willen eerst wat zien. Dus geef de
lokale bank de financiële producten en de organisatie om het
waar te maken."
CA: "Het is zaak om zo snel mogelijk onze internationale
dienstverlening te verbeteren. Samen met de lokale banken
en de regioteams gaan we aan de slag. Dat verbindt de lokale
banken met Rabobank International. En dat is belangrijk, want
de internationale markt zal in de toekomst steeds meer voor
ons betekenen. En gelukkig zijn er voor ons, met zo'n sterke
positie in de Nederlandse markt, kansen te over.
BANK IN BEWEGING 15