£Je moet risico's durven nemen wat ik heb geleerd "Een pure politicus was ik niet. Er zijn na tuurlijk politici die alleen maar geïnteresseerd zijn in populariteit, publiciteit, het pleit winnen. Het besturen van een ministerie vinden ze niks, dat moet de secretaris-generaal maar doen. Ik was zowel bestuurder als politicus. Voor ik in 1982 Minister van Financiën werd, zat ik in de leiding van de AMRO-bank, en daarvoor had ik al op het ministerie gewerkt als ambtenaar. Acht jaar wilde ik minister zijn. Ik zei aan het begin: als het in die tijd lukt om Nederland er financieel-economisch bovenop te helpen, is het prachtig. Als het in die tijd niet lukt, nou ja, wanneer zal het dan wel lukken? Na twee Kabinetten-Lubbers heb ik inderdaad afscheid genomen. Ik was tevreden over de resultaten. Ik meende dat ons land in de jaren zeventig aan lager wal was geraakt. Méér dan andere landen, door overheidsbeleid. Strenge maatre gelen waren noodzakelijk. Maar wat wilt u dan? vroeg ik als daar kritiek op kwam. Dat de werk loosheid nog verder oploopt? Dat de staat nog meer schulden maakt? Veel mensen realiseren zich niet dat de staat van ons allemaal is. Kijk, een aardappelhandelaar met schulden, daar heeft de burger niets mee te maken. Die denkt: als die handel failliet gaat, ga ik gewoon naar een andere aardappelboer. Maar de staat, dat is de burger zelf; die is als het ware aandeelhou der. En als de staatsschulden oplopen, gaan ook de belastingen en de sociale premies omhoog. Het is niet allemaal gratis uitdelen - de burger draait er uiteindelijk zelf voor op. Die gedachte sprong maken veel mensen niet. Er zijn altijd obstakels die buiten je schuld liggen. In de begroting van 1986 raakten we door de daling van de olieprijs 16 miljard gul den aan aardgasopbrengsten kwijt. Daardoor werd het regeringsbeleid twee jaar achteruit gezet. Het is heel moeilijk om een kar die in de modder is geraakt weer los te krijgen. Tijdens mijn ministerschap kregen we een aantal din gen vrij snel voor elkaar. De begroting kwam op orde, de staatsschuld steeg niet meer, de belastingen werden verlaagd - wat hard nodig was, en we hebben een aantal elementen uit de sociale zekerheid, zoals de Ziektewet, strenger gemaakt. Maar de hervorming van de WAO is destijds niet gelukt. Er was te veel oppositie, ook in mijn eigen partij. Het is nu wel opgelost, maar het heeft twintig jaar geduurd. Gedoogbeleid? Je hoort de wet na te leven, vind ik - regels zijn regels. Dat is misschien vervelend, je krijgt er misschien gedonder mee, maar als je vindt dat de wet niet deugt, moet je de wet maar veranderen. Ik ben daar zeer puriteins in. Toen het regeringsbeleid vruchten begon af te werpen, kwam ook de beloning van de kiezer. Mijn partij, het CDA, heeft zowel in 1986 als in 1989 zetels gewonnen. Ook mijn eigen waarde ringscijfers waren positief. Men zag blijkbaar in dat het nodig was wat we deden. Nog steeds zitten er veel te weinig mensen uit het bedrijfsleven in de politiek. Dat komt omdat het merendeel niet bereid is tot een grote inkomensvermindering. Voor bijvoorbeeld een onderwijzer is een kamerlidmaatschap of een ministerspost daarentegen een geweldige pro motie, dus dat soort mensen zegt meteen ja. De oplossing ligt voor de hand. Het lijkt mij rede lijk dat een minister de helft, of veertig procent, verdient van wat in de top van het bedrijfsleven gebruikelijk is. Maar dan zit je al vér boven het huidige salaris van de minister-president, en dat is onacceptabel in Nederland. Dus je komt er niet uit. In het Nederlandse bedrijfsleven heeft men de neiging om alles volgens het consensus model te beslissen. In de Verenigde Staten ligt weer te veel verantwoordelijkheid bij de CEO. In Engeland heb je het beste systeem. Daar is de Chairman of the Board een ander dan de CEO. Zo krijg je checks and balances aan de top van een bedrijf. Zowel in de politiek als in het bedrijfsleven moet je risico's durven lopen, en beslissingen durven nemen. Het bankwezen is een semi-publieke zaak. Een groot deel van de bevolking geeft zijn geld er in bewaring, in het vertrouwen dat het goed wordt beheerd. Je mag als bank dus geen risico's nemen waarbij de continuïteit van de onder neming in gevaar komt. In het geval van ABN AMRO is de wet duidelijk: de minister moet oordelen of een overname zou kunnen leiden tot destabilisatie van het financiële systeem in Nederland. Maar hij mag zich bijvoorbeeld niet verzetten tegen een overname. De wet staat het niet toe, en ik ben er ook geen voorstander van. Ja, in landen als Frankrijk of Italië gaat dat anders. Maar een opgedrongen Oranjegevoel leidt in dit soort zaken vaak tot verkeerde be slissingen. Overal waar duizenden mensen samenwer ken, is bureaucratie. Of het nu een ministerie is of Citibank. Je hebt in grote organisaties altijd tal van handtekeningen nodig voor een besluit, en er zijn altijd weer allerlei commissies die zich ermee bemoeien. Het is te vroeg voor een oordeel over Bal kenende IV. Ik maak me wel zorgen over het uitgavenbeleid. Daar is de regering niet erg streng op, en je ziet dan ook dat de belastingen omhoog gaan. Als je geen publiciteit wilt, moet je niet de politiek ingaan. Het uitleggen, verdedigen en verkopen van je beleid hoort erbij. Als je zegt: ik heb geen zin om weer zo'n discussie aan te gaan, bereik je niet wat je wilt." BANK IN BEWEGING 33

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank in Beweging' | 2007 | | pagina 33