Schades
Prof. Drs. J. Weitenberg
Commissaris Rabobank Bollenstreek
Prof. Dr. Ir. A. Bruggink
CFO Raad van Bestuur Rabobank Groep
a.bruggink@rn.rabobank.nl
Bruggink vervolgt: 'En passant was dit ook een mooie
gelegenheid om een aantal oude afspraken eens goed tegen
het licht te houden. De commissie heeft in haar voorstel
nogal wat zaken opgeschoond. De oudste is een regeling
uit 1913 die helaas is gesneuveld, helaas vanwege haar
ouderdom dan.' Weitenberg vult aan: 'Een voorbeeld van
regelingen waarin we hebben geschrapt zijn de
vereveningsregelingen Een bank kan voor een breed scala
aan financiële tegenvallers een beroep doen op de
solidariteit van de andere banken. Hierbij geldt vaak een
laag eigen risico van 4.500 euro per schade. De uitvoering
van deze regelingen gaf dus heel veel werk, terwijl de
banken nu zo groot zijn dat ze dit risico best zelf kunnen
dragen'. Bruggink: 'Een hele grote regeling die is
opgeruimd is de liquiditeitsregeling, die bepaalde dat de
lokale banken verplicht zijn om vijftien procent van hun
spaartegoed over te maken aan Rabobank Nederland.
Dat ging dan per kerende post weer terug naar de lokale
bank. De regeling gaf dus alleen maar administratieve
rompslomp. Weg ermee.'
Een voorjaarsschoonmaak zou je de operatie dus kunnen
noemen. Bruggink en Weitenberg denken dan ook dat de
meeste banken niet erg rouwig zullen zijn om het
verdwijnen van de meeste van die regelingen. Een ander
voordeel is dat de verhoudingen tussen Rabobank
Nederland en de lokale banken en ook de financiële
performance van Rabobank Nederland en de dochters
transparanter worden door de operatie. Bruggink:
'Transparantie was wel een van de kernbegrippen.
We moeten meer inzicht bieden in wat we doen met ons
vermogen, zowel voor ons zelf als voor elkaar. Het voorstel
is nu dat Rabobank Nederland elke jaar verantwoording
aflegt over wat zij doet met haar vermogen.
De aandeelhouders, dat zijn in ons geval de lokale banken,
krijgen daardoor meer inzicht in hoe Rabobank
Nederland heeft gepresteerd en wat we met het vermogen
hebben gedaan. Dat gebeurde tot nu toe onvoldoende.
Overigens is transparantie ook een internationale trend
waar we als Rabobank niet voor weg willen lopen.' Daarbij
komt dat externe partijen in eerste instantie kijken naar de
Rabobank Groep, maar uiteindelijk is vaak Rabobank hun
'juridische aanknopingspunt'.
Andersom zullen ook de lokale banken meer inzicht
moeten bieden in hun strategie en hun prestaties, vertelt
Weitenberg. 'Onderdeel van ons voorstel is een
driejaarlijks gesprek tussen Rabobank Nederland en de
lokale banken. De lokale bank stelt een meerjarig
beleidsplan op en dat wordt tijdens dat gesprek besproken.
Wat zijn de plannen, waar legt de bank zijn accenten, wat
verwacht de bank voor de komende jaren? Dat moet een
open gesprek worden: de vertegenwoordiger van
Rabobank Nederland stelt vragen, geeft commentaar en
doet eventueel aanbevelingen. Het is echter aan het lokale
bankbestuur en de lokale commissarissen om deze
inbreng mee te nemen in de definitieve vaststelling van
het beleidsplan. De lokale bank is en blijft volledig baas in
eigen huis. We hopen dat beide partijen hier hun voordeel
mee kunnen doen; de lokale bank profiteert van de
24 BANK IN BEWEGING