Tien vragen aan
Jaap Lammers
4
10 vragen aan...
Tekst: Ben Kuiken
Fotografie: Merlijn Doomernik
Wie is Jaap Lammers?
"Een hardwerkende man van 48 met
hart voor de zaak. Geboren en getogen in
het HR-vak, eerst bij Shell en nu alweer zes
jaar bij Rabobank als hoofd Arbeidsvoor
waarden Arbeidsverhoudingen. Een man
van de polder die gelooft in de manier
waarop wij hier de dingen onderling in goed
overleg regelen."
Waarom heeft u gekozen voor
Rabobank?
"Het bedrijf sprak mij erg aan. De organi
satiestructuur is uniek, en Rabobank staat
midden in de Nederlandse overlegcultuur,
is sociaal en betrokken. Soms wel iets té,
misschien. Bij Shell had ik soms het gevoel
de Nederlandse waarden te moeten verde
digen tegenover al te grote Angelsaksische
invloeden, hier is het wel eens omgekeerd."
Moeten we het poldermodel dan
maar overboord gooien?
"Nee, absoluut niet. Het prettige van de
manier waarop wij hier doorgaans onder
handelen over de CAO of over andere
arbeidsvoorwaarden is dat het constructief
gebeurt. Het is gericht op consensus, op
win-win. Ik heb in Engeland ook wel onder
handelingen gevoerd, maar daar ging het
soms hard tegen hard, heel rauw en ten
koste van elkaar. Hier is altijd respect voor
eikaars positie."
Vrienden voor het leven?
"Nee, dat hoeft ook weer niet. Maar je onder
handelt feitelijk met je eigen werknemers,
al worden die vertegenwoordigd door
vakbondsbestuurders. Je moet na afloop
van de onderhandelingen ook weer dóór
met elkaar. De onderhandelingen kunnen
soms hard worden gevoerd, maar wel altijd
met respect. Na afloop drink je nog een
biertje met elkaar. Dat is Nederland, en zeer
zeker ook des Rabo's."
Tijdens de laatste CAO-onderhande-
lingen ging het er soms wel érg hard
aan toe. Wat ging er mis?
"Het ging niet mis, maar voor Rabo-begrippen
liep het conflict inderdaad wel hoog op.
Partijen stonden lijnrecht tegenover elkaar
ten aanzien van de loonontwikkeling. Ik denk
dat dat uiteindelijk kwam doordat sommige
mensen het tempo waarin Rabobank
verandert, te hoog vonden. Zoiets ontlaadt
zich dan vaak in iets materieels, zoals in
dit geval de verhouding tussen een vaste
loonsverhoging en een variabel deel. Maar
dat hebben we op een echte polder- én
Rabo-manier opgelost, zonder er een slap
compromis van te maken."
Wat wil Rabobank bereiken met een
groter variabel deel?
"De uitdaging waar wij voor staan, is of
Rabobank in staat is om zich snel genoeg
en goed genoeg aan te passen aan de
veranderende eisen van de markt én van de
medewerkers. Meestal wordt alleen dat eerste
deel genoemd; de veranderende markt. Maar
de krapte op de arbeidsmarkt en de grotere
diversiteit van het personeelsbestand stellen
ook andere eisen aan de organisatie en
de manier waarop wij onze medewerkers
motiveren. Rabobank zal een draai moeten
maken om zowel klanten als werknemers
aan zich te kunnen blijven binden. We zullen
zowel klantvriendelijker moeten zijn als resul-
taatgerichter, flexibeler en efficiënter. En de
medewerkers die daarvoor moeten zorgen,
moeten dat leuk, stimulerend en uitdagend
vinden. Met die omslag zijn we al jaren
bezig, en onderdeel daarvan is de variabele
beloning/Slimmer werken' noemen we dat in
onze HR-visie. 'Mensen maken de bank nog
beter'."
Maar de vakbonden wilden daar
niet in meegaan?
"Wij wilden een grote stap zetten, en dat was
voor de vakbonden een stap te ver. En dat had
zoals gezegd vooral te maken met het tempo
waarin Rabobank aan het veranderen is."
Wat is de polderoplossing die u heeft
bereikt?
"De loonsverhoging is volgend jaar vast,
maar het jaar daarop verdeeld over een vast
en een variabel inkomen. Dat is trouwens
ook wel een erkenning van het feit dat de
toepassing van Performance Management
nog niet optimaal is. Dan is het beter om daar
iets meer tijd voor te nemen. De uitbreiding
van het variabele inkomen komt er dus,
maar in een wat rustiger tempo en omvang.
Daarnaast hebben we een aantal studieaf
spraken gemaakt met de bonden om eens
verder te praten over de toepassing van
Performance Management, beloningsdiffe
rentiatie en -flexibiliteit en de mate waarin
lokale banken zelf hierover afspraken kunnen
maken met hun werknemers."
Zitten de banken daar op te
wachten?
"Sommige wel, andere weer niet. Het heeft
als voordeel datje de dingen kunt toespitsen
op de lokale situatie, maar als nadeel dat het
nogal bewerkelijk is. Daar denken de banken
heel verschillend over, maar wij moeten daar
als Rabobank wel een duidelijke richting
in aangeven. Het past overigens ook in de
landelijke trend dat werknemers mondiger
zijn geworden en zelf afspraken willen
maken met werkgevers. Dat wordt, door
de verkrapping van de arbeidsmarkt, alleen
maar méér. Daar moeten en willen we dus
iets mee."
Bent u tevreden over het eindre
sultaat?
"Ja, absoluut. Ik ben blij dat we er samen zijn
uitgekomen. En ook wel trots op de manier
waaróp. Echt op z'n Rabo's. Dat haalt in mij
wel een soort Oranje-gevoel naar boven."
BANK IN BEWEGING 17