WERKEN VOOR EEN COÖPERATIE IS MEER DAN ALLEEN EEN BAAN.
IK VIND HET EIGENLIJK EEN SOORT ROEPING, EEN VORM VAN
BETROKKENHEID BIJ ZOWEL HET BEDRIJF ALS DE SAMENLEVING
het debat
aangepast wil de coöperatie optimaal gaan functioneren in de
praktijk."
GvT: Ik vind de metafoor van een 'nieuwe jas' wel mooi. We
zullen de komende tijd de jas op maat gaan maken, hier en daar
uitleggen en op andere plekken weer een beetje inkorten."
Dat wordt dan de hoogste tijd. Is het niet alweer negen
jaar geleden dat Rabobank besloot om het coöperatieve
model flink af te stoffen?
RvdE: "Het is geen makkelijk proces, natuurlijk. Welke zakken
moeten er op de jas? Er zijn allerlei bestuursmodellen ontwik
keld, waarvan sommige werkten en anderen weer niet, er
kwamen nieuwe mensen aan de top, de overheid ontwierp
nieuwe regels en wetten voor banken, et cetera. Naar mijn
idee is de coöperatie een tijdje vooral cosmetisch geweest. Ik
bedoel, hoeveel aandacht was er intern voor zoiets als bijvoor
beeld de ledenadministratie? Dat hebben we een beetje laten
versloffen in mijn ogen. Daar moet de focus weer naartoe."
IS: "De organisatie is druk bezig geweest om intern zaken goed
op de rails te krijgen. Gedurende die periode stond de uitwer
king van de coöperatieve gedachte binnen de organisatie niet
primair op de agenda. Ik heb het gevoel dat we eigenlijk pas de
afgelopen twee jaar weer aandacht hebben voor het verstellen
van die jas."
Kiezen klanten voor Rabobank omdat het een coöperatie
is?
GvT: "Nee, niet alleen. Ze kijken eerst naar de concurrentiepo
sitie. De lokale betrokkenheid van de bank kan wel de spreek
woordelijke druppel zijn waarom ze er uiteindelijk voor kiezen
om bij ons klant te worden. Vroeger had je als het ware blinde
volgers. We konden passief zijn, de mensen kwamen toch wel.
Nu niet meer. We moeten onze unieke waarde, de coöperatie,
nog meer gaan verkopen."
IS: "Ik geloof in de coöperatie als usp, een plus dat veel duide
lijker geëtaleerd mag worden. Niet als een hippe leuze of hype,
maar als een intrinsieke waarde."
RvdE: "We merken dat de coöperatie een toegevoegde waarde
kan zijn, een versterking van onze concurrentiepositie. Belang
rijk is natuurlijk wel dat je klantrelatie, de basis van de coöpe
ratie, goed inhoud geeft op basis van de wensen van de klant.
Dat kan door zeggenschap bij de bank, bijvoorbeeld. Maar ook
door de steun aan maatschappelijke doelen. Je ziet trouwens
dat Nederlanders anders tegen Rabobank zijn gaan aankijken
door de problematiek rond ABN Amro. Klanten van die bank
blijken een eenheid die gewoon wordt doorverkocht. Dat heeft
het vertrouwen van klanten in die bank ernstig geschaad.
Rabobank heeft in de ogen van veel Nederlanders opeens
een oer-Nederlands karakter gekregen. Zo van: die zal nooit
verkocht worden! Vertrouwen en continuïteit zijn extreem
belangrijk voor een klant-bankrelatie. Eigenlijk vind ik het wel
jammer dat wij zo'n vertrouwens-boost gekregen hebben door
de problemen van een ander. Dat hadden we natuurlijk zelf
voor elkaar moeten krijgen."
Slaat het coöperatiemodel ook aan buiten onze lands
grenzen? Rabobank exporteert het nu toch naar het
buitenland?
IS: "Nou ja, exporteren is een groot woord. We zijn uitge
nodigd door een land als Georgië om de mogelijkheden te
verkennen. Alleen dat al vind ik erg bijzonder. En ik vind het
een plicht om hen te helpen een gezond bancair systeem op te
zetten. De mensen daar reageren in elk geval zeer enthousiast.
Het coöperatiemodel zou ook goed kunnen werken in veel
Afrikaanse landen."
De coöperatie heeft anno 2007 wat jullie betreft in
binnen- en buitenland dus nog bestaansrecht?
IS: "Jazeker, we zullen alleen onze nieuwe jas nog beter moeten
profileren."
RvdE: "Ja, de coöperatie leeft, ook bij de medewerkers. Maar we
zullen het op het gebied van ons beleid en onze instrumenten
met nog meer overtuiging over de bühne moeten brengen."
GvT: "Ja, maar de jas is nog niet af. Dat is niet vreemd. Elke
organisatie zal met de tijd en de veranderende omstandig
heden mee moeten groeien. En dat gaat nooit van vandaag op
morgen."
Zouden jullie voor een andere bank kunnen werken?
RvdE: "Nee, niet meer."
GvT: "Bestuurlijk gezien zou ik dat niet kunnen. Mijn
antwoord luidt dus 'nee'. Ik heb mijn eigen verantwoordelijk
heid en ik vind de manier van communiceren binnen een
coöperatie uniek."
IS: "Ik geef niet een hard 'nee' als antwoord. Maar mijn rol als
voorzitter van de Raad van Commissarissen geeft een extra
dimensie aan mijn werkend bestaan. Het is bovendien ook
plezierig om te doen."
BANK IN BEWEGING 15