Al 25 jaar: 'Je bent gek als je De Lage Landen er niet bij haalt' 12 Achtergrond RABOBAND NUMMER 10/25 MEI 1994 De Rabobankorganisatie bestaat in 1998 honderd jaar. Eén van haar dochters jubileert dit jaar. Op 29 mei is De Lage Landen - formeel ook een bank - een kwart eeuw 'jong'. DLL heeft als aandachtsgebieden leasing en factoring. Deze produkten worden voor een deel via de Rabobanken afgezet. Daarnaast heeft de dienstverlener een eigen klantenkring, waarmee ze rechtstreeks zaken doet. Steeds meer is dat in het buitenland. Een blik terug, maar vooral ook een blik vooruit. De Lage Landen is een volle dochter van Rabobank Nederland. Het bedrijf is gespecia liseerd in leasing en factoring voor nationale en buitenlandse ondernemingen. 25 Jaar ge leden was dat anders. De Lage Landen ging van start als financieringsmaatschappij die huurkoopfinancieringen verstrekte aan par ticulieren en bedrijven in Nederland. Dat ge beurde inclusief een verzekering, een gebrui kelijke combinatie in die tijd. Grondleggers en aandeelhouders van de kersverse financie ringsmaatschappij waren de toenmalige Cen trale Boerenleenbank en een aantal geweste lijke verzekeringsmaatschappijen, het latere Interpolis. Ton Toebosch, algemeen directeur van De Lage Landen: 'Sommige Boerenleen banken wilden wél leningen verstrekken on der de Boerenleenbank-vlag, andere niet. Dat had voor een deel te maken met de heersende moraal. Als particulier leende je niet als je bij voorbeeld een auto wilde kopen, je spaarde eerst. Je moet als bank natuurlijk één lijn trek ken. Daarom lag de oprichting van een onaf hankelijk instituut voor de hand.' De Lage Landen kende een eigen acceptatiebeleid en de Boerenleenbanken en de 'Interpolis'-agenten waren de tussenpersonen. Explosieve groei in begintijd De mensen van het eerste uur waren oprich ter mr. Maarten Zegers, die hoofd Financie ringen was bij de Centrale Boerenleenbank, en Nico Boot, die als 'bedrijfsleider' de nieuwe maatschappij runde. Boot nam, met twee medewerkers, zijn intrek in twee gehuurde ka mers boven de Boerenleenbank in Aalst. De Algemeen directeur Ton Toebosch: 'Ambities De Lage Landen reiken verder dan West-Europa. eerste jaren groeide De Lage Landen explosief, parallel aan de Nederlandse economie. Zegers en Boot werden in 1973 opgevolgd door mr. Jan Vullings, die nu voorzitter is van de Raad van Bestuur van Interpolis. Vullings was tot 1988 algemeen directeur van de financie ringsmaatschappij. Onder zijn leiding ont wikkelde DLL nieuwe produkten, zoals ser vice lease, tweede hypotheken, de persoonlij ke lening en het doorlopend krediet. De 'automatische' koppeling met verzekeringen verviel. In 1976 droeg Interpolis haar aande lenpakket over aan Rabobank Nederland. De verzekeraar bleef wel vertegenwoordigd in de Raad van Commissarissen van de financie ringsmaatschappij. De Rabobanken traden steeds meer op als 'exclusieve' tussenperso nen voor De Lage Landen. Andere koers noodzakelijk Begin jaren tachtig liep de populariteit van consumptieve kredieten sterk terug. Vooral de hypothekenmarkt stortte in. Dat, gecom bineerd met een soms te soepel acceptatiebe leid, deed De Lage Landen in 1982 in de rode cijfers belanden. Vullings koos voor een an dere koers, die tot een betere spreiding van ri sico's moest leiden. De produkten leasing en factoring kregen meer accent. DLL werd om gevormd tot een holding met werkmaat schappijen voor consumptief krediet, leasing en factoring. De maatregelen hadden succes, want De Lage Landen werd één van de groot ste leasemaatschappijen in Nederland. Aanloopverliezen Een Europees vestigingennet bleek onmisbaar voor DLL, om Nederlandse expediteurs opti maal van dienst te zijn. Eigen werkmaat schappijen in België, Duitsland, Groot-Brit- tannië, Frankrijk, Italië en Ierland waren het gevolg. De uitbreidingen hadden ook een keerzijde. De winst van De Lage Landen begon weer een dalende lijn te vertonen. 'We hadden rekening gehouden met aanloopverliezen door het opstarten van de vestigingen in het buitenland. Maar we dachten die te kunnen compenseren door een toename van de pro- duktie in Nederland', licht algemeen direc teur Toebosch toe. 'Als gevolg van de econo mische recessie die eind jaren tachtig optrad, lukte dat niet.' Herbezinning was dus nood zakelijk. De plannen kwamen in een stroom versnelling doordat 'moeder' Rabobank Ne derland in 1992 besloot de netto rendements eisen voor haar financieringsdochter aan te scherpen tot 15 procent. Geen consumptieve kredieten Ingrijpende maatregelen waren het gevolg. De portefeuille met consumptieve kredieten werd overgeheveld naar de Rabo Financierings Maatschappij, een voor dit doel opgerichte dochter van Rabobank Nederland. Leasing en factoring vormen sindsdien de kernactivitei ten van DLL. De ideeën die De Lage Landen had ontwikkeld met het oog op een rendabe le toekomst, werden uitgewerkt met advies bureau McKinsey. Challenge ging van start. Kostenreductie, meer afzet via Rabobanken en meer specialisatie vormen de doelstellingen van het project. 'Challenge moet in 1995 zijn afgerond', zegt Toebosch. 'De bedoeling is dat het rendement dan is gestegen naar zo'n 12 13 procent. Daarmee voldoen we dus prak tisch aan de rendementseis van Rabobank Ne derland. De 15 procents-eis van 1992 was na melijk gebaseerd op een hogere rente.' Op de goede weg Met het terugdringen van de kosten is De Lage Landen na twee jaar op de goede weg. Toe- Mr. Jan Vullings r), algemeen directeur van De Lage Landen van 1973 tot 1988, tijdens een werkbijeenkomst in 1981.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband International' (EN) | 1994 | | pagina 12