15
Tijd voor de klassiekers
Parijs-Roubaix
Luik-Bastenaken-Luik
Amstel Gold Race
Persoonsgerichte training
Je hersens gebruiken
Goeie combinatie
Nieuwe motivatie
April staat in het wielrennen traditioneel
bekend als de 'klassieke maand april'. De fans
kijken er de hele lente naar uit.
Op zondag 14 april wachten de kasseien
stroken in Noord-Frankrijk weer op het pelo
ton: Parijs-Roubaix staat op de rol. Het publiek
dromt massaal samen in het Bos van Wallers,
maar elders is ruimte genoeg om de slag op
de slordig neergelegde stenen te zien: de cou
reurs moeten in totaal over meer dan 50 kilo
meter van dit soort helse paden: niet voor
niets wordt daarom Parijs-Roubaix de hel van
het Noorden genoemd.
Op woensdag 17 april is het de beurt aan
de specialisten van de Waalse beklimmingen.
De zeer steile Muur van Huy is het meest ge
duchte spektakel in de Waalse Pijl, traditio
neel de aanhef tot Luik-Bastenaken-Luik, de
oudste klassieker, die ook bekend staat onder
de liefhebbende koosnaam 'La Doyenne'.
Is het op zondag 21 april opnieuw iets voor
Sörensen.die al een keer won in 1993?
De afsluiting van de prachtige wieler-
maand wordt op zaterdag 27 april in eigen
land gereden: de Amstel Gold Race. Draaien
en keren op de Limburgse Heuvels. Het zijn er
te veel om op te noemen. De Cauberg is de
bekendste, maar het kan ook goed spoken op
de hellingen van het Eyserbos. De finale is op
de Sint-Pietersberg bij Maastricht. Er mag wel
weer eens een Nederlander winnen. Danny
Nelissen misschien?
Parijs-Roubaix: de hel van het Noorden.
Sörensen: voorbeeld van Italiaanse mentaliteit en
Deense Dynamiek.
den? Sörensen:'Mijn sportachtergrond is
beslist Italiaans. Dat heeft te maken met
de manier van leven en de stijl van fietsen.
Maar ik doe het ook nog altijd met Viking
vleugels. Dat is een goeie combinatie. Toch
is alles Italiaans wat ik weet op het gebied
van fietsen. Je kunt zeggen dat ik een Itali
aanse sportmentaliteit heb, samen met
Deense dynamiek. De Italianen leven 100
procent voor hun sport. Niet alleen de
renners, maar ook hun omgeving: de soig-
neurs, de mechaniekers, de ploegleiding,
de familie, en het hele publiek. Het zit
daar meer in het bloed dan bijvoorbeeld in
Denemarken. Ze staan in Italië ook veel
positiever tegenover sport en sportsterren.
Er heerst geen jaloezie, in vergelijking met
zo'n klein land als Denemarken.'
Natuurlijk profiteerde hij van de mo
derne wetenschappelijke ontwikkelingen
in Italië, waar vooraanstaande heren als
Conconi en Ferrari de renners met geavan
ceerde methoden op een hoger plan brach
ten. Sörensen:'Toen ik kwam was dat nog
niet op zo'n hoog niveau. Ik was blij om
een paar goeie jongens te ontmoeten. Met
hen trok ik erop uit. Later werd de trai
ning meer persoonsgericht, gingen we met
individuele schema's werken en verander
den we onze eetgewoontes. Ik werk al
jaren met dokter Cichini. Ik gebruik zijn
ervaringen en hij de mijne. We vormen een
goed team. Dat wekt veel vertrouwen.
Vroeger moest je zelf maar wat aanmod
deren. Nu zie je overal renners met een
persoonlijke trainer en een eigen diëtist.
Dat zorgt er allemaal voor dat het niveau
van wielrennen nu zo hoog ligt.'
In Italië had hij een bijzondere leer
meester op de fiets: Moreno Argentin, de
man die vier maal zegevierde in de klassie
ker Luik-Bastenaken-Luik. Sörensen:'Ik
heb hem twee jaar meegemaakt bij Arios-
tea. Zelf heb ik hem een keer aan de over
winning in Luik geholpen. Ik werd toen
derde. Hij is heel professioneel. In de
voorbereiding zorgde hij dat hij in perfecte
conditie was, anders startte hij gewoon
niet. Het was belangrijk om hem te leren
kennen. Hij was tactisch heel sterk, koel in
zijn beslissingen. Daar heb ik veel van ge
leerd. Als jonge renner viel ik veel aan
zonder mijn hoofd te gebruiken. Dat is het
halve werk: je hersens gebruiken. Het is
niet alleen een kwestie van harder fietsen
dan de anderen. Je moet het goede
moment kiezen, je energie op het goede
moment aanwenden. Moreno was op dat
punt een maestro.'
Lessen, die hij kan doorgeven aan het
Rabobankteam. Lessen, die het verschil
maken. Sörensen:'Leuk om dat te horen
van jonge jongens als Van Bon en
Boogerd. We vormen een goeie combina
tie, met ervaren professionals als Breu-
kink, Bruyneel, Van Hooydonck en Ekimov
erbij. Ik doe m'n best om al mijn ervaring
te benutten. We mogen ons gelukkig prij
zen dat we zo snel succes hebben gekregen
in belangrijke wedstrijden. Ik heb meestal
de goede beslissingen genomen in die
koersen. In de etappe in de Tirreno die ik
won zat Boogerd eerst in een kopgroep
van vier man, met Baldato en Baffi.
Michael kon daar niet van winnen. Dus
heb ik Ekimov en Van Hooydonck gezegd
dat we moesten meegaan met een nieuwe
ontsnapping. We ontsnapten met Ekimov,
Van Hooydonck en ik en kwamen bij de
groep van Boogerd. Daar zaten we dus
met vier man van ons, in een groep van
negen. Zo konden wij de race beslissen. Ik
won, maar het had ook Ekimov, Edwig of
Michael kunnen zijn. Als je zo'n beslissing
kunt nemen betekent dat dat je goed bent.
Daarvoor moet je in goede conditie zijn.
En je moet ook genoeg egoïsme hebben
om zelf te winnen. Anders kun je beter
stoppen.'
'Het is belangrijk voor de jonge jongens
om te zien dat het werkt, wat ik ze zeg.
Dat is voor mij ook belangrijk. Het levert
me veel krediet op, bij de jongens en Theo
de Rooy. Daardoor kan ik zelf beter pres
teren. Dit nieuwe team geeft me ook
nieuwe motivatie. De ploeg van Raas is
voor mij altijd een voorbeeld van profes
sionalisme geweest. Daarom was ik ook
niet bang om van ploeg te veranderen. Het
mooie is ook dat ze bij de Rabobank meer
ervaring hebben in wedstrijden als de
Ronde van Vlaanderen. Daarom begin ik
er nu met meer vertrouwen aan.'