Samen de richting bepalen Andere inhoud klant-bank relatie Relatie moet marktgerichter Kritiek banken Initiatief bij Rabobank Nederland Ingehaald door de tijd Luisteren en s< Jan Groninger (53), sinds 1990 lid van de Hoofddirectie. Met het vertrek van z'n collega Van den Broek verlegt hij zijn aandachtsgebied naar het Werkge bied Aangesloten Banken. 'Soms heb je de neiging om een probleem op te pakken en het dan maar me teen op te lossen.Zo werkt het natuurlijk niet. Je moet als bestuurder op de deskundigheid van de mensen varen. Maar ik ben wel het soort bestuurder dat ongelukkig wordt als hij niet tot op zekere hoogte weet hoe de fabriek in elkaar zit.' Groninger verplaatst zijn werkzaamheden van Utrecht naar Eindhoven. Van daaruit zal hij zich vooral bezighouden met Informatisering, Betalingsverkeer en de segmenten Basisvoorzieningen en Eigen Huis. Voor Groninger een vol gende stap in zijn 'coöperatieve' carrière. Sinds 1990, het jaar van de fusie tussen Interpolis en de Rabobank, is Groninger lid van de Hoofddirectie van Rabobank Nederland. 'Interpolis leek qua cultuur al een beetje op de Rabobank. Het bestuur lijk model is redelijk open. Iedereen praat overal over mee.' Over de vermeende cul tuurverschillen tussen Interpolis en de Rabobank is hij duidelijk: 'De pot verwijt de ketel... Ze lijken meer op elkaar dan ze willen weten. De stiel van de plaatselijke banken ligt mij wel, denk ik.' Met de co- operatieve structuur is Groninger ver trouwd, ook door zijn ervaringen bij an dere coöperatieve organisaties zoals CC Friesland, de zuivelcoöperatie. En later FBTO. 'Dat was destijds een echte 'onder linge verzekeringsmaatschappij', met veel agrarische leden. Ook toen gingen we, net als de Hoofddirectie bij de Rabobank, een paar keer per jaar letterlijk de boer op om verantwoording af te leggen. We waren er voor de leden.' Groninger ziet zich nog niet als kenner bij uitstek van wat er bij de plaatselijke banken speelt. Hij mist nog de eigen erva ring met de banken. Maar hij wil goed geïnformeerd zijn en zal tijd uittrekken om het land in te gaan en banken te bezoeken. 'Ik heb me voorgenomen om van tijd tot tijd hier en daar op een bank eens even bij te praten. Met medewerkers, met directeu ren.' Groninger verwacht dat zijn ervarin gen bij andere coöperatieve organisaties en in de Hoofddirectie van pas zullen komen. Vanuit het nulpunt begint hij niet. 'Het be langrijkste is toch dat er naar elkaar wordt geluisterd en dat gaat voor iedere situatie op. En dan niet in de zin van 'ik hoor wat je zegt, en ga vervolgens mijn eigen gang', maar wel van 'luisteren en dan samen de richting bepalen'. Dat is niet altijd gemak kelijk. Want hoe je een organisatie ook bestuurt, er komt een moment dat er een beslissing moet vallen.' Groninger groeide in bestuurlijke zin mee met de organisaties waar hij werkte. 'Als je bij een een andere, grotere organi satie komt krijg je te maken met een ander type besluitvorming. FBTO werd snel gro ter en na de fusie met Avero groeide het bedrijf opnieuw. Toen ik bij Interpolis kwam, waren ook daar al meer mensen bij de besluitvorming betrokken. Maar toen Interpolis met de Rabobank in zee ging, heb ik even moeten wennen. Bij de Rabo bank worden beslissingen genomen zonder dat scherp zichtbaar is waar en wanneer het besluit wordt genomen. Het groeit tij dens het proces en dan is er uiteindelijk een gezamenlijk besluit. Dat vond ik in het begin heel opmerkelijk.' Groninger weet dat beslissingen, waar bij je geen rekening hoeft te houden met anderen, de gemakkelijkste zijn. Maar zo werkt dat in de praktijk niet. 'Onze orga nisatie is gebouwd op het fenomeen sa menwerking. Dat vraagt om een eigen stijl; om een bepaalde manier van omgaan met elkaar. Overleg over en weer. Zo hoor je je ook in een marktsituatie te gedragen. Je moet weten wat de klant nodig heeft en aan de andere kant moet de klant weten wat de leverancier te bieden heeft. Of dat nu produkten zijn die de consument af neemt van de plaatselijke bank of produk ten die de plaatselijke bank afneemt van Rabobank Nederland. Dat maakt niet uit. Het gaat om de klantgerichtheid.' De stap naar de relatie tussen Rabo bank Nederland en de plaatselijke banken en de problemen daarin, is in de gedachten van Groninger snel gemaakt. Zijn nieuwe baan heeft hem eind januari al in de ban. Hij haalt direct een open brief in het Rabo Weekblad aan, die ingaat op de relatie tussen de plaatselijke banken en Rabo bank Nederland. Hoe denkt hij met de on omwonden kritiek van de plaatselijke ban ken op het functioneren van Rabobank Nederland om te gaan? 'De kritiek is vaak terecht. We moeten die oppakken en de oorzaken wegnemen. Het is natuurlijk wel zo, dat waar gewerkt wordt, er spaanders vallen. Ik vind dat wij leveranciers zijn voor de plaatselijke banken. En zo dienen we ons ook te gedragen. En kan ik een be lofte niet nakomen, dan moet ik dat uit leggen. Voor mij staat voorop dat de ban ken ervan op aan kunnen, dat Rabobank Nederland er wat mee doet.' 'De brief in het Rabo Weekblad leert me een aantal dingen', zegt Groninger. 'Je kunt stellen dat de problemen niet ergens geconcentreerd aanwezig zijn. Je komt ze overal tegen. De problematiek zit diep ge worteld in de aard van de organisatie. Een fikse inspanning is nodig om die te verhel pen. Anderzijds merk ik ook, dat de stijl van de brief er een is die niet polariseert, maar indringend begrip vraagt voor de problemen en een bereidheid toont mee te werken aan die verbetering. Een en ander neemt niet weg, dat er sprake moet zijn van een duidelijk initiatief van de kant van Rabobank Nederland. Ik heb stellig de in druk dat het kwaliteitsproject, dat nu loopt, dat is.' Groninger noemt Laura als voorbeeld van hoe goede bedoelingen in de informa tiseringssector soms een verkeerde wen-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1996 | | pagina 6