c Dossier 13 kleine banken hun interne controle in de lijn zouden gaan brengen. Op termijn zou hij dus zijn baan als hoofd interne controle op de Rabobank Zuidlaren verliezen, bevestigde ook de directie. Waarmee Doedens een einde zag komen aan een periode van zeventien jaar hetzelfde werk. Omdat de directie hem geen andere functie in het vooruitzicht stelde, meldde hij zich op de interne arbeidsmarkt. Doedens: 'Met Deenik heb ik toen een traject doorlopen om te zien waar mijn mogelijkheden en interesses lagen. Kredietbeheer, bleek, want dat lag me wel en ik had het ooit opgezet in Zuidlaren. Vandaar uit zijn we verder gaan werken. Ik ben bij vier banken ge detacheerd geweest. De laatste had tenslotte een baan.Over het functioneren van de interne arbeidsmarkt toont Doedens zich tevre- ceptatieniveau. Bovendien, we willen toch toe naar zelfstandige, onafhankelijk den kende medewerkers vol eigen initiatief. Dan moet je ze de ruimte geven en daarbij past geen autoritair leiderschap. Dat laat ste kan dus een drempel zijn op weg naar veranderingen.' Een andere drempel hangt samen met het gebrek aan kennis en vaardigheden wat noopt tot een 'enorme inhaalslag', zoals Huisman het noemt. 'Wat krijg je dan? Dat mensen op hun werk al met de nodige veranderingen zitten, met de daar bij behorende belasting, en vervolgens in hun eigen tijd ook nog eens moeten gaan studeren. Dat kan veel druk geven, qua tijd en energie maar bijvoorbeeld ook doordat een partner gaat klagen over het gebrek aan aandacht. Of neem een ge huwde vrouw met naast haar werk nog een taak thuis; voor haar kan studeren best een probleem opleveren. Aan de an dere kant, het is een must. Ook hier op de bank merk ik weieens wat weerstand daartegen. Als manager kun je helpen dat verzet te overwinnen, door de noodzaak duidelijk te maken, door tijd en geld be schikbaar te stellen en de inspanning uit eindelijk te belonen.' Drempels zullen zeker een rol spelen als het gaat om functionele en geo grafische mobiliteit. Die laatste begrip pen komen erop neer dat van de toekom stige medewerker wordt verwacht dat hij én regelmatig van functie verandert én, als dat nodig is, ook van woonplaats. Huis man: 'Vijf jaar, veel langer zullen de men sen straks niet in hun functie blijven. Zelf heb ik daar geen problemen mee; ik moet er niet aan denken om bij wijze van spre ken vijfentwintig jaar op dezelfde bank te werken. Die behoefte aan verandering hebben veel anderen echter niet. Je kunt ze natuurlijk niet verplichten een andere functie te zoeken, laat staan daarvoor te verhuizen. Maar daarmee staan ze wel hun eigen ontwikkeling in de weg, met alle risico's voor de toekomst. Drempels zijn er natuurlijk te over, variërend van 'ik zit hier toch lekker' tot 'ik heb leuk werk', van 'fijne collega's' tot 'een goed salaris', van 'mijn partner wil zijn baan niet opge ven' tot 'het is een vertrouwde omgeving, met familie en vrienden in de buurt'.' De condition humaine wil dat mensen pas open staan voor verandering als ze in de problemen komen. Huisman: 'De kunst is natuurlijk die problemen vóór te zijn. Maar vaak ervaren mensen dat als een soort ver-van-mijn-bedshow. Neem het pensioen. Als je niet boven de veertig bent, heb je daar nauwelijks belangstelling voor. Op diezelfde manier staan mensen onder de veertig ook onvoldoende stil bij de noodzaak zich verder te ontwikkelen. Het is jouw taak als manager je medewerkers daarin te begeleiden. Elk jaar doen wij dat hier, praten over de toekomst, en het valt mij steeds op dat maar weinig mensen een visie voor de lange termijn hebben.' Niet alleen medewerkers maar ook ma nagers staan bloot aan allerlei veranderin gen. Welke drempels kunnen zij op hun weg tegenkomen? Huisman: 'Over het autoritaire leiderschap heb ik het al gehad. Niet alleen bereik je daar weinig mee als het gaat om veranderingen. Ook is het las tig vanuit die positie over te stappen naar participatief leiderschap. Dat is bedreigend - ik zit zelf ook weieens met kromme tenen - maar onvermijdelijk, willen we toe naar een cultuur waarin mensen hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Een andere drempel is veranderingsmoeheid. Ik kan me voorstellen dat hier en daar weieens diep wordt gezucht als er weer een oekaze uit Eindhoven komt. Verder kan de leeftijd een drempel betekenen; hoe ouder, hoe moeilijker het wordt om het allemaal bij te houden. Tenslotte wordt de manager in de toekomst niet zozeer op zijn bancaire kennis aangesproken maar meer op zijn managementvaardigheden. De vraag is: kan hij dat of hebben we hier ook met een drempel te maken. Kan hij organiseren, kan hij de voorwaarden scheppen waaron- Weerstand bij veranderingen Energieniveau der zijn medewerkers goed functioneren, heeft hij een goed oog voor de ontwikke ling van zijn huidige personeel, dat soort kwesties.' Aan het eind van het gesprek veegt Huisman nog wat hobbels bij elkaar, die de op handen zijnde veranderingen vol gens hem kunnen frustreren. 'Soms heb ik het idee dat de zelfstandigheid van de plaatselijke banken de functionele en geo grafische mobiliteit van onze medewerkers remt. Je kunt niet regionaal of landelijk sturen en er zijn momenten dat ik dat betreur. Verder vind ik dat de opleidingen, die Rabobank Nederland ontwikkelt, niet altijd zijn toegesneden op de situatie bij de plaatselijke banken. Neem de Heao; dat betekent voor mijn medewerkers al twin tig procent minder werken op de bank ter wijl ik ze 's avonds, gezien de zwaarte van de studie, evenmin kan lastig vallen. Dat had naar mijn idee beter kunnen worden ingevuld.' Verzet Nieuw perspectief Ontkenning Depressie Aanvaarding Tijdsverloop

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1996 | | pagina 13