Is er dingen veranderen, volgt er een heel proces Dossi er O 12 'Ik heb geluk gehad, zeker op mijn leeftijd. Het is ideaal verlopen.' Sinds 1 januari werkt Geert Doedens als kredietbeheerder bij de Rabobank Rolde. Daarmee is hij op 48-jarige leeftijd binnen de Rabobankorganisatie een tweede carrière begonnen. Een carrière die hij mede dankt aan de tussenkomst van arbeidsbemiddelaar en loopbaan adviseur Ad Deenik. Deze slaagde erin Doedens via een mobiliteitstraining en door hem op verschillende banken te detacheren, op het spoor van zijn nieuwe baan te zetten. Met het vinden van zijn nieuwe baan kwam er voor Doedens een einde aan een periode van drie jaar onzeker heid. Najaar '92 begreep hij uit interne publikaties dat houdend van aard en vooral administratief gericht. Daarop is het destijds geselec teerd. Niet op commerciële kwaliteiten want het had niet primair tot taak iets te verkopen. Van een weinig dynamische be drijfstak is de bankwereld echter veran derd in een verdringmgsmarkt waarop de ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. Dat vraagt van medewerkers betere scholing, een commerciële instelling en de bereid heid open te staan voor veranderingen. Je hele leven in dezelfde functie, dat zal er niet meer bij zijn. En van een verhuizing schrikt de nieuwe medewerker evenmin. Hij is kortom een zelfstandig en onafhan kelijk mens dat waar nodig zelf initiatie ven ontplooit.' Het klinkt prachtig, maar gaapt hier niet een grote kloof, die tussen ideaal en werkelijkheid? Siebelink: 'Je mag best stre ven naar een ideaal en toch het haalbare in het oog houden. Wat niet wegneemt dat sommigen inderdaad de indruk maken alsof ze het over Visie '95 hebben en niet over Visie '98. Echt irritant vind ik de ge luiden als zouden de mensen, die nu in dienst zijn, over de hele linie ongeschikt zijn. Dat is gewoon niet waar. Er is zeker sprake van een forse accentverschuiving en sommige functies verdwijnen maar daar voor komen, weliswaar soms, andere in de plaats. Hoewel een aansluiting van één op één niet haalbaar is.' Daarmee stipt Siebelink nog een tweede gevolg van de ontwikkelingen aan. De concurrentie dwingt de Rabobankorgani satie tot een maximale inzet van technolo gie, tot automatisering waar mogelijk, ook als dat ten koste van het aantal arbeids plaatsen gaat. Siebelink: 'Zo nuchter moet je zijn, want doen we het niet, dan haalt de concurrentie ons links en rechts in.' In de praktijk komt het vooral neer op het 'weg-automatiseren' van alle eenvoudige, administratieve handelingen. Dat voelen met name de functiegroepen twee en drie maar niet alleen daar zit de pijn. Siebelink: 'Weliswaar heeft het niets met automatisering te maken maar ook in hogere functiegroepen zullen de conse quenties voelbaar zijn. Ik heb het hier over mensen tussen de veertig en vijftig jaar oud, die al heel lang dezelfde functie uitoe fenen. Administratief goed geschoold heb ben zij steeds promotie gemaakt, zonder verdere commerciële vaardigheden op te doen. Die noodzaak zagen ze zelf niet, laat staan dat de bank die zag. Ineens wreekt 'Af en toe', zegt Joop Huisman, direc teur van de Rabobank Strijen, 'wordt het mij ook teveel. Zoals die keer dat mijn klanten in één maand zever, veranderingen moesten verwerken. Dat is voor de klant én voor de bank niet bij te benen.' Hij loopt naar een bord en tekent een grafiek. 'Verticaal staat de weerstand, horizontaal de verandering in de tijd. Het verband tus sen die twee bestaat uit een golf van weer stand die na verloop van tijd weer wegebt. Als je echter maar genoeg veranderingen kort na elkaar introduceert, krijg je dat mensen continu op de toppen van weer een nieuwe golf weerstand leven. Dat dreigt weieens bij de plaatselijke banken omdat Rabobank Nederland dé ene veran dering nog niet heeft doorgegeven of de volgende alweer lanceert. Dat zou beter zich dat, nu zij voor een heel andere op gave komen te staan, voor een heel andere functie-inhoud. Echt meekomen kunnen ze dan niet meer en in feite blokkeren ze de doorstroming. Dan krijg je de paradoxale situatie dat je tegen trouwe collega's, die een prima bijdrage aan het bedrijf hebben geleverd, moet zeggen: zo kunnen we eigenlijk niet meer met je verder. Hoe los sen we dat samen op, met de kanttekening dat daarbij alle opties openstaan.' gespreid over het jaar kunnen.' 'Als dingen veranderen', vervolgt Huis man, 'zit daar menselijkerwijs een heel proces aan vast. 'Was het vroeger dan slecht?', is de eerste vraag, die wordt ge steld. Nee, natuurlijk niet maar de tijd en de ontwikkelingen vragen om die verande ring. Dan volgt een acceptatieproces dat alle kenmerken van een rouwproces heeft: ontkennen, verzet en depressie voordat iets als acceptatie kan doordringen.' Met enige uitleg hoe zo'n veranderingsproces ver loopt, zou je dus al een heel eind kunnen komen. Maar zo eenvoudig ligt het toch niet, vertelt Huisman. 'Zelfs al weet je dat je door een soort rouwproces heengaat, die kennis neemt het verzet niet weg.' In zijn ogen is de figuur van de ma nager van doorslaggevende betekenis als 'Ik doe dit al vijfentwintig jaar zo. En nou wou jij me vertellen dat het anders moet. Waarom? Doe ik het soms niet goed zo?' Verandering doet zeer,zeker na vijfentwin tig jaar. Dus verzetten mensen zich ertegen. Soms ten koste van hun eigen toekomst. het gaat om de vraag of medewerkers blij ven steken in verzet of zich de veranderin gen eigen maken. 'Veranderingen kun je niet tot stand brengen via een top-down benadering. Als je ze oplegt, moet je con troleren of het personeel zich er ook aan houdt. Je moet de kar continu blijven trek ken en ze gaan je als een lastige vent erva ren die steeds loopt te zeuren over iets nieuws. Het is veel beter je medewerkers, tot het laagste niveau, optimaal bij de ver anderingen te betrekken. Bedenk het niet allemaal zelf maar vorm projectgroepen waarin de medewerkers zelf mogen uitzoe ken hoe de veranderingen kunnen worden vormgegeven. Dan krijg je een hoog ac-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1996 | | pagina 12