In februari advies over
studieverlof
Caar uiteindelijk toch tevreden
over ziektekostenverzekering
16
'Kan een werknemer die een oplei
ding op MBO-, HBO- of MBA-niveau
volgt, ook binnen een gemiddeld
36-urige werkweek meer dan twaalf
dagen studieverlof opnemen?'Over
deze vraag is tussen Rabobank Neder
land en vakbonden een principiële
discussie ontstaan.Tegelijkertijd heb
ben de werknemers binnen de Caar
meer tijd gevraagd om te bezien hoe
'billijk' de grens van twaalf dagen is.
Daarom zal de Caar pas begin februari
een advies over de toekenning van
studieverlof kunnen uitbrengen.
De discussie met de vakbonden ontstond
toen Rabobank Nederland wilde terugko
men op een advies van februari 1995. Dat
advies is een aanvulling op de regeling stu
diefaciliteiten, waarin wordt uitgegaan van
maximaal twaalf dagen studieverlof. Voor
werknemers die een tamelijk zware en tijdro
vende opleiding volgen, bleken deze twaalf
dagen (plus hun tien ADV-dagen) niet vol
doende. Daarom adviseerde Rabobank Ne
derland in februari voor bepaalde studies de
bovengrens van twaalf te laten vallen.
Echter, binnen de nieuwe CAO stijgt het
aantal ADV-dagen van tien naar zesentwin
tig. Bovendien legt de nieuwe CAO sterk de
nadruk op de eigen verantwoordelijkheid
van de werknemer, ook als het gaat om zijn
ontwikkeling. In dat kader leek het Rabo
bank Nederland redelijk het advies van fe
bruari in te trekken en te volstaan met de
regeling studiefaciliteiten, die ook onder de
nieuwe CAO van kracht zal blijven.
Voor de Caar herhaalde Paul Burghouts,
binnen de Hoofddirectie verantwoordelijk
voor het human resource-beleid, dat het voor
Rabobank Nederland om een principiële
zaak gaat. 'Met de nieuwe CAO dient zich
een andere realiteit aan. De gemiddelde
werkweek gaat naar 36 uur. Maar, en dat
meen ik heel serieus, dan gaat het wel om
échte werktijd. Bovendien legt de nieuwe
CAO heel nadrukkelijk een stuk verantwoor
delijkheid bij de werknemer. Hoe het binnen
de nieuwe arbeidsverhoudingen zou moeten,
staat eigenlijk al in de huidige regeling studie
faciliteiten. De werkgever stelt geld en midde
len ter beschikking, terwijl de werknemer
verantwoordelijk is voor zijn eigen functione
ren. Die regeling blijft ongewijzigd. Het ver
schil is alleen dat een werknemer binnen de
nieuwe CAO meer vrije tijd krijgt. Hoe hij
die vult, is zijn eigen verantwoordelijkheid.'
Daarentegen stelden de vakbonden dat
Rabobank Nederland het advies uit febru
ari niet na een half jaar weer kan intrek
ken, onder het motto: 'De werknemers
hebben meer vrije tijd gekregen'. Vrije tijd,
vonden de vakbonden, die de werknemers
hebben gekregen in plaats van geld. Met
andere woorden, waarvoor ze hebben be
taald. Ook vonden de vakbonden het on
juist dat Rabobank Nederland had ver
zuimd de Caar te raadplegen, een
argument waarvoor Burghouts begrip
toonde. Hij zei dat dat een gevolg was ge
weest van de snelheid waarop de proef-
banken hadden aangedrongen om duide
lijkheid over de studieregeling te krijgen.
Dankzij tussenkomst van met name
de werknemersdelegatie binnen de
Caar zullen particulier verzekerde
medewerkers er in 1996 niet op
achteruitgaan. Achteruitgang dreigde
voor bepaalde groepen door de over
gang van de collectieve ziektekosten
verzekering van Interpolis naar de
CZ-groep.
De overgang heeft, behalve een groot
aantal voordelen, ook een aantal nadelen.
Het nieuwe, commerciële ziektekostencon
tract van CZ is minder gunstig als het gaat
om de dekking van kosten voor psychiatri
sche hulp, alternatieve geneeswijzen en tand-
Onder druk van de vakbonden besloot
Rabobank Nederland de kwestie opnieuw te
bestuderen en de Caar alsnog om advies te
vragen. Deze bleek verdeeld, maakte de ver
gadering van medio december duidelijk. Ter
wijl de werkgeversdelegatie liet weten geen
probleem te hebben met een maximum van
twaalf dagen studieverlof, besloot de werk
nemersdelegatie bij monde van haar voorzit
ter Jan van den Bogaard zich voorlopig van
advies te willen onthouden. 'Vooropgesteld
dat ik het jammer vind dat de Caar pas zo
laat om een mening is gevraagd, heeft de
werknemersdelegatie meer tijd nodig om haar
achterban te raadplegen.' Een principiële
kwestie is het voor de werknemers overigens
niet, maakte Van den Bogaard duidelijk. Hij
wil aan de hand van een aantal praktijkge
vallen bekijken hoe 'billijk of onbillijk' het is
ook bij studies op MBO-, HBO- en MBA-
niveau vast te houden aan de
bovengrens van twaalf
dagen studie- -
verlof.
heelkunde. Om te voorkómen dat verzeker
den, die al één van de genoemde behandelin
gen ondergaan, ineens veel meer zouden
moeten gaan betalen, is op aandringen van
de werknemersdelegatie in het contract met
CZ een hardheidsbepaling opgenomen.
Daardoor zullen bedoelde verzekerden, in
elk geval voor 1996, een beroep kunnen
doen op een coulance-uitkering door CZ of
een bijdrage uit de egalisatiepot, zeg maar de
reservepot, van de SHPR.
Hoewel Jan van den Bogaard, voorzitter
van de werknemersdelegatie binnen de
Caar, zich gelukkig toont met het uiteinde
lijke resultaat, is hij allerminst te spreken
over de gevolgde procedure. Tijdens de ver
gadering van de Caar zei hij 'enorm boos' te
zijn dat de raad, zonder eerst te zijn geraad
pleegd, ineens werd geconfronteerd met de
overgang van Interpolis naar de CZ-groep.
'In de toekomst', liet hij weten, 'wensen wij
niet meer op deze manier betrokken te wor
den. De gevolgde procedure getuigt bepaald
niet van een professionele aanpak.' Hans
Bais, lid van de werkgeversdelegatie, en Paul
Burghouts, lid van de Hoofddirectie, waren
het volmondig met Van den Bogaard eens.
Burghouts vroeg zich met Van den Bo
gaard af of de SHPR, nu nog steeds eindver
antwoordelijke voor het ziektekostenpakket,
nog wel recht van bestaan heeft. 'Ziektekos
ten vormen een onderdeel van de arbeids
voorwaarden en horen in die zin in de Caar
ter sprake te komen.' Wim Meijer, voorzitter
van de Caar en bestuurslid van de SHPR, zei
dat dergelijke geluiden ook binnen de SHPR
zelf leefden. 'Past de stichting nog wel in
deze tijd? Is er niet een beter alternatief?'