11
Eerst voetbal
Toppen en dalen
Wielertaal
Nederlands tintje
Nieuwe carrière
Publiekstrekkers
'Toch was ik niet in eerste instantie van
plan om te gaan wielrennen. Ik heb acht
jaar gevoetbald, ik tenniste en had een
goede conditie. Toen ik zestien was, nam
een vriendje me eens mee naar De Zwalu
wen, een fietsclub in Doetinchem. En toen
pas bleek dat ik aanleg had. Tegen de berg
op ging redelijk en ook de tijdrit ging
goed. De sprint was toen al niet mijn
sterkste punt. Wat ik in het begin liet zien,
zie je nu nog', stelt Breukink vast. 'Na
twee maanden werd ik junior, er werd een
licentie aangevraagd en ik begon wedstrij
den te rijden. Bij de eerstvolgende Neder
landse kampioenschappen voor clubteams
behaalde ik mijn eerste triomf.'
Maar ook het leven naast de sport ging
door. Breukink maakte het VWO af en
ging Bedrijfseconomie studeren aan de
Heao. 'In het tweede jaar werd ik beroeps
en moest ik de studie afbreken. Dat ging
niet samen', zegt hij. Ook als prof bleef hij
een opvallend renner. Zijn grootste triom
fen vierde hij tijdens de Ronde van Frank
rijk van 1990. Na een aantal etappezeges
Of wielrenners onder elkaar 'raar' praten? Nee, dat niet. Maar sportverslaggevers die voor de
televisie vol vuur verhalen van het wielerevenement dat ze verslaan, doen dat maar al te
graag. Dat geeft kleur.
Als een wielrenner 'recupereert' herstelt hij zich van een lichte inzinking, want van tijd tot
tijd 'zit hij stuk'. Hij 'rijdt het gat dicht'als hij de afstand overbrugt die hem scheidt van de
andere wielrenners. Meestal is dat de afstand tussen 'het peloton' - de grote groep renners
- en de kopploeg:de 'kopmannen'die kans hebben om straks op het podium een zoen te
krijgen van de plaatselijke schone die tot 'rondemiss' is uitverkoren of die aan het eind van
de wedstrijden een 'plak'krijgen.
Je hebt 'kopmannen'en 'knechten'. De laatste groep stelt alles in het werk om zijn kopman -
de favoriet van de ploeg - aan een overwinning te helpen.
Een wielrenner 'koerst van voren'als hij op kop ligt, hij wordt 'gelost'als hij eruit wordt
gefietst, hij demarreert als hij er een schepje bovenop gooit,'hangt'aan iemands wiel en
'rijdt plat'als hij een lekke band krijgt. Komt de materiaalwagen niet op tijd,dan rest hem
de 'bezemwagen'.
'Leuk om weer voor een Nederlandse
ploeg te gaan rijden', zegt Breukink. 'In
het grijze verleden had je dat. Nationale
ploegen. Dat zie je nu alleen nog bij de
Wereldkampioenschappen. Er zitten in de
Rabobank-formatie nu wel een aantal bui
tenlanders, maar zoals bekend wordt
er zin in
eindigde hij op de derde plaats. Zijn diep
tepunt lag in het daarop volgende jaar. Hij
reed in 'De Tour' voor PDM. De hele
ploeg werd ziek door verkeerde medica
menten en griep en werd halverwege de
wedstrijd teruggetrokken. Toppen en
dalen, je moet er als profsporter tegen
kunnen.
ernaar gestreefd om in zo'n drie jaar te
groeien naar een zo goed als Nederlandse
formatie. Dat Nederlandse tintje zou de
algemene belangstelling voor wielrennen
wel eens kunnen bevorderen. Ik heb in de
afgelopen jaren voor de Spaanse ploeg
Once heel wat afgereden, waar de gemid
delde Nederlander nooit van heeft ge-
Mort Smeets interviewt
Breukink voor de
Nederlandse tv.
hoord. Ik keek er overigens wel van op,
toen ik hoorde dat nota bene mijn eigen
bank de ploeg van Jan Raas ging spon-
Breukink is blij met zijn plaats in de
Rabobank Wielerploeg. Hij is één van de
vier, vijf toprenners waar in de naaste toe
komst veel van wordt verwacht. 'Once is
één van de sterkste ploegen van de wereld.
Dat wel. Maar ik kon er mijn ambities
niet helemaal kwijt', zegt hij. 'Ik kreeg niet
altijd de vrijheid die je zou willen hebben
om prestaties neer te zetten. Met de Rabo
bank Wielerploeg ben ik aan een nieuwe
carrière begonnen.'
'We gaan deelnemen aan alle grote, en
ook minder grote wedstrijden. Het seizoen
begint meestal in Spanje met een paar
etappekoersen, wat meerdaagse wedstrij
den, de Routa del Sol en de Ronde van
Mallorca. Eigenlijk wedstrijden om er een
beetje in te komen. In maart krijg je in Ita
lië de belangrijke wedstrijd Tireno-Adria-
tico en daarna Milaan-San Remo. Grote
publiekstrekkers zijn ook de wedstrijden
om de Wereldbeker. Daar zitten alle grote
klassiekers in: Milaan-San Remo dus,
Luik-Bastenaken-Luik en de Amstel Gold-
race. Zo'n stuk of tien in totaal. Dan pu
bliekstrekker nummer één: de Tour de
France, de Ronde van Nederland en het
Kampioenschap van Nederland. Voor het
eerst in de geschiedenis gaan de wieier-
profs ook deelnemen aan de Olympische
Spelen. Die worden volgend jaar zo'n
week of drie na de Tour de France in At-
lanta in de Verenigde Staten gehouden.
Genoeg mogelijkheden dus om de aan
dacht te vestigen op de nieuwe Rabobank
Wielerploeg.'