3 Tweerichtingsverkeer Niet meer wegmoffelen Naar elkaar luisteren Informatie ook naar medewerkers Inspireren en stimuleren Vooral positief 'evredenheid én kritiek Nog een paar conclusies.We richten ons als Rabobank nog onvoldoende op de klant en moeten ons in de markt slagvaardiger opstellen.Tegelijktijd vinden we dat we moderner zijn ge worden en de Rabobank haar coöpe ratieve karakter best meer mag bena drukken. voren dat de interne waardering voor de Rabobank als geheel stijgt. Hij vermoedt ook dat de negatieve waardering van de banken richting Rabobank Nederland ten dele het gevolg is van de klassieke tegen stelling, die al jaren tussen deze twee par tijen bestaat. De Jong vindt het daarom van groot belang dat het management meer aandacht schenkt aan de Caar en de regiocommissies van de Caar, de organen die de communicatie tussen Rabobank Nederland en de plaatselijke banken inhoud kunnen geven. Tegelijkertijd, Lageweg wijst erop, moeten de plaatselijke banken ook zélf hun verantwoordelijkheid nemen in de communicatie met Rabobank Nederland. 'In een poging de plaatselijke banken meer bij de besluitvorming te betrekken, zijn de Beleids Voorbereidings Commisies inge steld en ook vinden er consultatiedagen plaats. Dat zijn recente voorbeelden van beter luisteren. Ze klinken nog niet in het onderzoek door. Plaatselijke banken kun nen niet volstaan met de opmerking dat Rabobank Nederland niet luistert. De structuur voor communicatie over en weer is er. Het punt is, denk ik, dat die kloof tussen Rabobank Nederland en de banken een beetje in onszelf zit.' De Jong vult aan: 'Naar mijn mening moet er inderdaad aan worden gewerkt om de kloof te overbrug gen. De onlangs afgesloten consultatieda gen zijn een goed voorbeeld van gezamen lijk overleg. Dit is echt luisten naar elkaar.' De Jong wil nadrukkelijk afrekenen met het beeld dat Rabobank Nederland niet luistert naar de klachten van plaatse lijke banken. 'Vroeger was het inderdaad zo, werd bij Rabobank Nederland nogal verhullend omgegaan met klachten. Ze drongen niet door tot de top omdat het management daaronder werd geacht ze af te wikkelen. De Hoofddirectie wordt nu via rapportjes op de hoogte gehouden, ter wijl aan de andere kant de plaatselijke banken veel assertiever zijn geworden. Het gevolg is trouwens dat het af en toe wel schrikken is, wat boven tafel komt.' Om te onderstrepen dat de verhouding tussen Rabobank Nederland en de banken wel degelijk de aandacht heeft, geeft De Jong nog een voorbeeld. 'Met een aantal ban ken hebben we de afspraak dat zij heel precies bijhouden wat Rabobank Neder land fout doet. Per geval bekijken wij of het om een incident gaat of om een struc tureel probleem. In beide gevallen onder nemen wij vanzelfsprekend actie. Dit kwa liteitsproject moet de plaatselijke banken het gevoel geven dat Rabobank Nederland wel degelijk naar hen luistert.' Maar wat te denken van die schamele score van 18 procent medewerkers die vin den dat hun stem bij beleidsbeslissingen wordt meegewogen? Dat percentage geeft des te meer zorg omdat er, blijkens de peilin gen van voorgaande jaren, nauwelijks voor uitgang in zit terwijl het ook sterk contras teert met de al gememoreerde doelstellingen in de nota 'Op weg naar nieuwe arbeidsver houdingen'. Lageweg wil wel toegeven dat 'de cijfers ons nu veel sterker dan twee jaar geleden een gevoel van urgentie geven. Op dit punt móeten we verbeteren en daar zijn ook mogelijkheden voor. De nieuwe CAO bijvoorbeeld geeft medewerkers en ma nagers een geweldige kans, dwingt ze als het ware naar elkaar te luisteren.' Hoe het niet moet, maakte De Jong on langs nog eens mee. 'Vanuit het Directoraat Personeel ging een brief naar het manage ment van de banken. Later moesten we constateren dat de inhoud van de brief tot veel medewerkers helemaal niet was door gedrongen. Het management communiceert onvoldoende met zijn eigen mensen.' Maar kom je er als beleidsmaker wel door vrij blijvende aanbevelingen te doen, in de sfeer van: 'permanent luisteren/stimuleren tot re acties' en 'intensieve - vooral persoonlijke - communicatie', zoals Lageweg en De Jong naar aanleiding van de opiniepeiling doen? Lageweg: 'Ook bij de medewerkers van het Directoraat Communicatie zagen we te genvallende cijfers als het gaat om het over leg met de medewerkers. Toen hebben we gezegd: we nemen de functioneringsgesprek ken te baat om nu eens écht te gaan luiste ren. De medewerkers krijgen volop de ruimte te vertellen wat ze in hun werk ple zierig vinden, wat hen frustreert en vooral hoe de leiding functioneert. Meer dan de helft van de tijd zijn zij aan het woord en op die manier proberen wij dat begrip luisteren inhoud te geven.' De Jong: 'Het valt ook niet mee je als manager anders te gaan op stellen. We zitten natuurlijk in een cultuur die redelijk hiërarchisch is. Zelf kom ik ook uit die cultuur, terwijl we toe moeten naar een situatie dat de manager vooral facilite- rend bezig is, stimulerend.' Lageweg: 'We hebben nog geen cultuur waarin je manager kunt worden als je niet redelijk dominant bent. Maar straks zal hij ook worden afge rekend op zijn rol als stimulator, op de vraag of hij zijn personeel volwassen tege moet treedt, of hij hen inspireert.' Aan het slot van het gesprek wil Lage weg nog eens benadrukken dat de Perio dieke Opiniepeiling Identiteit en Arbeids klimaat toch vooral een positieve trend laat zien. 'In onze eigen ogen is de Rabo- bankorganisatie een plezierige werkgever, met een goed dienstenpakket en met steeds meer aandacht voor onze klanten. En dat laatste is een duidelijk gevolg van Visie '98 en van PSD.' De Jong: 'Let eens op de waardering van onze reclame. Die is dertig procent gestegen dus bij alle kritiek zijn er ook, en in meerderheid, heel positieve ge luiden. Wat niet wegneemt dat er binnen de Rabobank veel aan de hand is. We zit ten met die omslag van produktgericht naar klantgericht en die stelt hele hoge eisen. Dat er dan weieens wat mis gaat, is niet verwonderlijk.' Lageweg: 'Het gaat om lange processen en we hebben allemaal ongeduld. Neem die gesprekken over de coöperatieve identiteit. Daaraan is jaren lang weinig gedaan en je mag niet ver wachten dat je er met één keer praten bent. Dat kost jaren, net als die omslag van pro duktgericht naar marktgericht. Voor mij is daarom de rode draad: je moet de opinie peiling genuanceerd bekijken en vooral de lange termijn trend beoordelen.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1995 | | pagina 3