Pagina 50, onder Tussen-S
Het Spellingbesluit-1994 geeft voor de Tussen-s twee regels. Daaraan wordt
meteen toegevoegd dat die slechts in een beperkt aantal gevallen uitsluitsel
geven, dat de deskundigen het in veel gevallen niet met elkaar eens zijn, en dat
veel woorden zowel met als zonder tussen-s kunnen worden geschreven. Op
grond daarvan luidt ons advies dan ook onverkort: sla bij twijfel het Groene
Boekje van december 1995 erop na.
De twee officiële regels zijn:
Schrijf in samenstellingen een -s als het eerste deel als afzonderlijk woord
niet op een sisklank eindigt en het tweede deel niet met een sisklank begint, maar
tussen de delen wel een s wordt gehoord: stadsdeel, dorpskom, eendagsvlieg.
Schrijf in samenstellingen waarvan het tweede deel met een sisklank
begint, een -s als de aanwezigheid van de tussenklank blijkt uit een samen
trekking:
- dorpsstraat, want het is dorps- en stadsstraten;
- zielszorg, want het is ziels- en armenzorg.
Pagina 52, onderVerleden tijd', 2e sterretje, de verleden tijd van buitenlandse
werkwoorden:
Nieuwe tekst:
- Als een 'Engels' werkwoord min -en eindigt op één van de medeklinkers van
't Kofschip, dan komt er in de verleden tijd te achter, en in het voltooid deel
woord een t: lunchen/ lunchte/geluncht, coachen/coachte/gecoacht, faxen/
faxte/ gefaxt.
- Als de stam van zo'n werkwoord op een andere medeklinker eindigt, dan
komt daar in de verleden tijd de achter, en in het voltooid deelwoord een d:
scrabbelen/ scrabbelde/gescrabbeld, designen/designde/gedesignd.
- Als de stam van zo'n werkwoord op een stomme e eindigt, dan blijft die e in
de vervoeging staan: barbecuen/barbecuede/gebarbecued, intaken/takette
in/ingetaket.
- Als de stam van zo'n werkwoord op een 'volle' klinker eindigt, dan krijgt de
verleden tijd de, en het voltooid deelwoord een d: rugbyen/rugbyde/gerugbyd,
bingoën/bingode/gebingood.
- Sommige Engelse werkwoorden worden in het Nederlands op twee manieren
uitgesproken. Dat komt vooral voor bij woorden waarvan de stam op een s
of een f eindigt.
Zo kunnen we in leasen een s of een z horen. In het eerste geval geldt de
regel van 't Kofschip: leasen/leaste/geleast, in het tweede geval is 't Kofschip
niet van toepassing: leasen/leasde/geleased. Dat geldt ook voor
golven/golfte/gegolft en golven/golfde/gegolfd. In de nieuwe spelling zijn
beide vormen toegestaan.
Pagina 56, onder 'Zijn/haar', 3e sterretje:
Nieuwe tekst:
Overigens is in de Spelling van 1995 de categorie 'mannelijke en vrouwelijke
woorden' ingevoerd. Dit zijn vooral voorwerpsnamen die oorspronkelijk
vrouwelijk waren: bank, kast, naald, pijp, pen. In het Groene Boekje krijgen
die de aanduiding 'de', zonder toevoeging van (v.) of (m.).