Discussie over coöperatie
met medewerkers en leden
14
Lokale situatie uitgangspunt
Vijf scenario's
Definitief scenario in voorjaar
Organiseren ledenbetrokkenheid
Onderscheid met andere banken
Voor- en nadelen
'Je hebt elkaar nodig'
E
E
3
Z
"O
Om op lokaal niveau de discussie
over de coöperatiegedachte vorm te
geven, hebben de plaatselijke ban
ken onder meer een enquête ter be
spreking met medewerkers en leden
ontvangen. Voor het bestuur en ma
nagement zal een video worden sa
mengesteld, in de reeks Bank in Beeld
voor Bestuurders.
Daarmee kwam de stafgroep Coöpera
tie van Rabobank Nederland tegemoet
aan het verzoek van de werknemersdelega
tie van de Caar om hulpmiddelen voor de
discussie op lokaal niveau. Dat bleek tij
dens de toelichting op de discussienota die
door Jaap Hazen in de vergadering van de
Caar werd gegeven. Vertrekpunt van de
nota zijn de coöperatieconferenties ge
weest waarop 4.000 bestuurders en direc
teuren begin dit jaar de toekomst van de
Rabobank hebben besproken. Daaruit
kwam naar voren dat een breed
draagvlak bestond voor het laten
voortbestaan van de Rabobank als
een uitstekende, brede, coöpera-
tieve, financiële dienstverlener met f
meer betrokken leden en een sterke 1
lokale profilering. Mede gezien het
draagvlak hebben ook de Raad van
Beheer en de Hoofddirectie zich uitge
sproken voor wat wel wordt genoemd
het Voordeelscenario in brede zin.
Tegelijkertijd, staat in de nota, leverde
de invulling van het lidmaatschap en de
daaraan verbonden rechten en plichten
een brede waaier aan opvattingen op. Ook
bleek op de conferenties een grote lokale
diversiteit; Hazen acht het dan ook waar
schijnlijk dat variatieruimte voor de lokale
banken een belangrijk kenmerk wordt van
de toekomstige koers. Daarom zal de dis
cussie vanuit de basis moeten worden
voortgezet, met de lokale situatie als uit
gangspunt. Strategische vragen zijn daar
bij: hoe ziet de lokale bank haar coöpera
tieve opdracht en hoe kan dit doel het
beste worden gerealiseerd?
Ter ondersteuning van de discussie zet
Hazen de verschillende toekomstscenario's
uit de nota nog eens op een rijtje. Hij on
derscheidt er vijf: het voordeelscenario (de
coöperatie oude stijl), het dienstverlenings
scenario (iedere klant de beste dienst), het
innovatiescenario (het aanbieden van mo
gelijkheden aan mensen die op een andere
manier hun zakelijke i.c. innovatieve plan
nen niet kunnen realiseren), het kapitaal
scenario (het realiseren van een zo hoog
mogelijk rendement over het ingelegde
vermogen) en het steunverleningsscenario
(het realiseren van een zo hoog mogelijk
rendement ten behoeve van plaatselijke en
algemeen maatschappelijk nuttige doelen).
Door de Raad van Beheer en Hoofddi
rectie is in de nota de voorkeur uitgespro
ken voor een combinatie van het dienst-
verlenings- en het innovatiescenario, in de
najaarskringvergaderingen hebben de
kringen deze voorkeur in meerderheid on
derschreven, maar zij achtten het wenselijk
dat genoemde scenario's worden aange
vuld met elementen uit het voordeel- en
steunverleningsscenario. Vaststelling van het
definitieve scenario wordt in het voorjaar
verwacht, met daarbij een nadere uitwerking
van het lidmaatschapsbeleid en de rechten en
plichten, die eraan verbonden zullen zijn.
De nu uitgesproken voorkeur betekent in
de praktijk twee dingen. In de eerste plaats
dat de klant, die met de Rabobank zaken
doet, de best mogelijke dienstverlening
krijgt. Daarnaast blijven de lokale en cen
trale organisatie voortdurend op zoek naar
mogelijkheden om ondernemende mensen te
ondersteunen bij de realisatie van hun plan
nen. Misschien wel de belangrijkste taak van
de lokale beheerscolleges, lichtte Hazen toe,
wordt het organiseren van de ledenbetrok
kenheid. Die zal het beste slagen als aan de
leden echte mogelijkheden worden geboden
om - binnen zekere randvoorwaarden - de
koers van de bank te beïnvloeden en op haar
coöperatief gehalte te controleren. Overwo
gen wordt verder het lidmaatschap te verbre
den door het in beginsel open te stellen voor
iedereen met wie de bank zaken doet.
Tot zover de toelichting van Hazen. De
vraag is natuurlijk: in hoeverre lééft de co-
operatiediscussie bij de plaatselijke banken en
wat is het belang ervan voor de toekomst van
de Rabobank? 'In Roosendaal', vertelt de
plaatselijke directeur, Theo Martens, die ook
lid is van de Caar werkgeversdelegatie, 'heb
ben wij al uitgebreide discussies gevoerd om
een richting te bepalen in dit hele verhaal.'
Gelóóft hij in de coöperatievorm als een
bruikbaar model voor de Rabobank, ook in
de toekomst? 'Als ik dat niet zou doen, zou
ik niet in de begeleidingscommissie Coöpera
tie-aangelegenheden zitten. Ik denk dat de
coöperatievorm aan de Rabobank een toege
voegde waarde kan verlenen, in de zin van
onderscheidend vermogen ten opzichte van
andere banken.' Is de hele discussie niet
moeilijk te communiceren met de medewer
kers? 'Het is inderdaad een abstracte materie
en daarom geloof ik dat je met iets concreets
moet beginnen, met een korte doorlooptijd
zodat je snel resultaten ziet. Dan gaat dat hele
idee van de coöperatievorm meer leven.'
Bij Tom Janssen, werkzaam bij in
formatisering en automatisering
van de Rabobank 's-Hertogenbosch
en tevens lid van de werknemersde
legatie van de Caar, leven wel enige
twijfels over de Rabobank als coöpe
ratie. 'Maakt het systeem met plaatse
lijke banken je niet minder slagvaardig,
vraag ik me af. Bovendien kan de unifor
miteit eronder lijden. Neem het rentebe-
leid, dat kunnen plaatselijke banken zelf
bepalen en daarmee bestaat de kans dat je
naar de markt onduidelijkheid creëert. Aan
de andere kant biedt de coöperatievorm de
mogelijkheid in te spelen op lokale ontwik
kelingen. Ik zie dus zowel voordelen als
nadelen en dat maakt de discussie in mijn
ogen alleen maar belangrijker.'
Sybrand Glebbeek, kredietbeheerder bij
de Rabobank Noordoostpolder en ook lid
van de werknemersdelegatie, is blij met de
hernieuwde belangstelling voor de Rabo
bank als coöperatie. 'De laatste jaren heb
ben wij de leden steeds minder laten mer
ken van dat coöperatieve karakter. De
bank wordt steeds zakelijker. Maar ik denk
dat je elkaar nog steeds nodig hebt, ook in
de moderne samenleving. De coöperatie is
daarvoor een geschikte vorm. Laten wij die
los, dan laten we in mijn ogen belangrijke
waarden los. Daarom vind ik het een uiter
mate zinvolle discussie.'