Korting op vakantiereizen
nog niet overal geregeld
A
Eén van de Caarleden
De agenda van de vergadering van
de Caar op 13 december
Fiscus kijkt naar korting
Bij Rabobank Nederland wordt nog
steeds druk gezocht naar een oplossing
inzake de korting op vakantiereizen
voor medewerkers van niet-reizenver-
kopende banken. Zoals bekend kunnen
deze medewerkers de korting mislo
pen, sinds de banken waar zij werken,
de verkoop van reizen hebben gestaakt.
Een beroep op deze banken door Rabo
bank Nederland om de korting via af
spraken met buurbanken toch uit te be
talen, ondervond bij veel niet-reizen
verkopende banken geen enkel gehoor.
Rabobank Nederland wil, bleek
tijdens de oktoberver
gadering van de
Voor zover nu bekend zullen de volgende onderwerpen aan
de orde komen:
Stand van zaken invoering nieuwe CAO
Toelichting op P&O Consult Aangesloten Banken
Strategie en Businessplan van het segment
Basisvoorzieningen.
Advies over de invoering van de nieuwe collectieve
ziektekostenverzekering
Evaluatie van het personeelsontwikkelingsbeleid
De personeelskorting op reizen
Het volledige verslag van de vergaderingen van de Caar is
steeds verkrijgbaar bij het Caarbureau.
Vragen, ideeën, contact met één van de mensen van
de Caar? Bel het Caarbureau (030) 216 2798
Caar, de regiodirecties opnieuw verzoeken
er bij de niet-reizenverkopende banken op
aan te dringen toch over de brug te komen.
Intussen houdt Jan van den Bogaard, voor
zitter van de werknemersdelegatie, onver
kort vast aan het beginsel gelijke monni
ken, gelijke kappen. 'Ongelijkheid onder
de medewerkers bij korting op vakantierei
zen is niet acceptabel', hield hij de Caar
eind oktober voor. Weliswaar bevindt de
problematiek zich nu in een impasse, maar,
zegt hij vanuit zijn standplaats Tilburg:
'Wij als werknemersdelegatie wensen nog
niet te accepteren dat daarmee de kous af
is. Samen met Rabobank Nederland willen
we een uiterste poging doen om alternatie
ven te bedenken.'
Ook bij Rabobank Nederland wordt ge
sproken van een 'ingewikkelde kwestie' en
Arthur van Looij, hoofd Organisatie en
Overlegzaken binnen de Centrale Dienst Per
soneel, verwacht niet voor het eind van het
jaar een oplossing. Complicerende factor is
volgens hem dat ook de Fiscus zich op dit
moment buigt over de korting op reizen voor
het personeel. Inmiddels is wel duidelijk dat
de provisie, die tot nu toe voor de volle
100 procent aan het reizen-kopende perso
neelslid toevalt, straks nog slechts voor de
helft onbelast mag worden uitgekeerd. Als
het gaat om de korting voor personeel van
niet-reizenverkopende banken, ziet Van Looij
een mogelijke oplossing bij de reizen-verko-
pende banken liggen. 'Stel dat zij het perso
neel van andere, niet-reizen verkopende
Rabobanken dezelfde korting als het eigen
personeel geven, zouden we er dan niet uit
komen? Bovendien, ligt die korting op
50 procent van de provisie, die de bank bij de
verkoop van de reis ontvangt, dan heeft én de
Fiscus geen problemen én de reizen-verko-
pende bank toch een vergoeding voor de ver
richte inspanning. Maar deze gedachte is nog
onderwerp van studie dus in hoeverre dit de
oplossing is, moet nog blijken.'
'Voor de Rabobank zet ik me graag
in. Maar dan wel vanuit een goede in
stelling. Zeker op dit moment zijn er
veel nieuwe ontwikkelingen, vooral in
de arbeidsverhoudingen. Ook bij de
leiding ervaar ik een duidelijke drang
naar optimale volwassen verhoudin
gen op het gebied van human resour
ces. Men streeft ernaar voor en met
de medewerkers een verantwoord
beleid te voeren. In die zin ben ik heel
enthousiast over mijn bemoeienis
met de bank en met de Caar.'
Marijke van Berckel-Wreesmann laat er
geen onduidelijkheid over bestaan. Zo
lang ze, het zijn haar eigen woorden,
de indruk heeft voeling met de
maatschappij te onderhouden,
zal ze zich met volle interesse
inzetten voor de bank waar
bij ze sinds 1983 betrok
ken is. 'In dat jaar is mij
gevraagd - naar ik aan
neem omdat ik een
redelijke mate van
betrokkenheid bij de
plaatselijke gemeenschap vertoonde - lid te
worden van de Raad van Toezicht van de
Rabobank Geldrop.' In 1990 volgde het
verzoek zitting te nemen in de werkgevers
delegatie van de Caar, een positie waarmee
zij zich uiterst ingenomen toont.
'De manier waarop binnen de Caar in
houd wordt gegeven aan de verstandhou
ding tussen werknemer en werkgever, vind
ik zeer positief. Wat je bereikt in de Caar is
misschien niet altijd even concreet voor de
buitenwereld. Mijn waardering ligt vooral
in de sfeer van de verhoudingen. In weder
zijds vertrouwen komen beide partijen tot
een advies aan de Raad van Beheer en dat is
een prachtige basis om dingen tot stand
te brengen. Dat de Caar tot nog toe
onvoldoende tot de verbeelding
heeft gesproken, is voornamelijk
een kwestie van gebrek aan com
municatie. Maar het is een be
langrijk instituut, zonder
meer en zeker nu, in het licht
van alle veranderingen die
op ons afkomen.'