Caar bevestigt nut toekomstgericht beoordelingsgesprek 12 Enquête onder plaatselijke banken Uitslag bemoedigend Duidelijkheid naar beide kanten Evalueren en nieuwe criteria vaststellen Maar liefst een derde van de Rabobankmedewerkers was in 1994 betrokken bij fusies of reorganisaties. Dat zullen er dit jaar zeker niet minder zijn. De invoering van Visie 98 is immers nog in volle gang. Veel functies verande ren inhoudelijk, andere komen door de toenemende automatisering te vervallen. Mobiliteit en scholing moeten de toekomst van de medewerkers veilig stellen, vindt de Caar, de Centrale Adviesraad Arbeidsaangelegen- heden Rabobankorganisatie. Een beoordelingsgesprek aan de hand van een personeels- en een opleidingsplan kan helderheid verschaffen over je eigen toekomst. In de beoordelingsgesprekken, die elk jaar in oktober en november worden ge houden, komen verschillende onderwer pen aan de orde. Hoe heeft iemand ge functioneerd, hoe wordt daar tegenaan gekeken, wat gaat goed, wat kan beter? Daaraan gekoppeld biedt de bank een perspectief. In de vorm van scholing en loopbaanontwikkeling. 'Dat betekent dat elke plaatselijke bank moet beschikken over een personeelsplan en een opleidings plan', meent Tienus Warners, hoofd Parti culieren van de Rabobank in Gieten. Hij is lid van de regiocommissie Noord-Ne derland van de Caar en afgevaardigd naar de werknemersdelegatie. 'Je kijkt in een beoordelingsgesprek immers niet alleen achteruit, maar ook vooruit. In het perso neelsplan staat onder meer hoe de functies op de bank zich in de toekomst zullen ontwikkelen. Het opleidingsplan is een verlengde daarvan en beschrijft per mede werker de opleidingen die nodig zijn om mee te kunnen met die veranderingen. De formulieren voor de beoordelingsgesprek ken die betrekking hebben op de toe komstverkenning kunnen eigenlijk niet zonder die twee plannen worden inge vuld.' Feit is dat niet elke plaatselijke bank een personeels- en een opleidingsplan heeft. De regiocommissies van de Caar hebben dit door middel van een kleine en quête geïnventariseerd. In de regio Noord- Nederland bleek dat 60 procent van de banken hierover beschikt. Warners: 'Dat houdt in dat 40 procent van de banken deze plannen niet heeft. Je kunt je dan af vragen hoe ze de formulieren voor de be oordelingsgesprekken gebruiken. Ik hoop dat veel managers van banken deelnemen aan de workshops op 30 oktober en 17 november in Groningen. OPO-adviseurs leggen daar uit hoe beoordelingsgesprek ken gehouden kunnen worden en wat het nut van een personeels- en een opleidings plan is.' Bedrijvenadviseur Wim Huijgen van de Rabobank Bunschoten-Spakenburg is lid van de regiocommissie Noordwest-Neder land en zit ook namens de werknemers in de Caar. Hij constateert dat het voorna melijk de kleinere plaatselijke banken zijn die geen opleidings- en personeelsplan hebben. 'Dat zijn in de meeste gevallen banken die ook geen ondernemingsraad hebben. Daar waar wel een OR is, zijn de zaken meestal beter geregeld. De uitslag van de mini-enquête is overigens wel be moedigend. Het aantal plaatselijke ban ken dat met de formulieren voor de be oordelingsgesprekken werkt, blijkt op basis van de enquête hoog te zijn. Dat houdt nog niet in dat bij al die banken ook een personeels- en opleidingsplan aanwezig is. Toch zullen al deze banken ook de laatste pagina van het formulier invullen en dus voorstellen moeten doen over opleidingen en mogelijkheden in de toekomst. Kennelijk lukt dat ook zonder plan.' De beoordelingsgesprekken zijn zowel voor de werknemer als voor de werkgever van wezenlijk belang, meent Theo Mar- tens, directeur van de Rabobank in Roosendaal en lid van de werkgeversdele gatie van de Caar. 'Op onze bank maken wij een onderscheid tussen het beoorde lingsgesprek en het functioneringsgesprek. Het eerste is op het werk en de prestaties gericht, het tweede meer op het persoon lijk functioneren van de medewerker. Als werkgever ben je waarschijnlijk wat een zijdig gericht op prestaties. Maar presta ties zijn vaak samen geleverd, daar werk je als team aan. En dus ook aan de ontwik keling van die prestaties. De waardering moet zich daarom niet tot het loon- strookje beperken. Het is goed regelmatig samen naar die ontwikkelingen te kijken en erover te praten. Het beoordelingsge sprek, en in ons geval ook het functione ringsgesprek, is daar een prima gelegen heid voor. Het schept duidelijkheid naar beide kanten en daar heb je allebei wat Een goede voorbereiding op het beoor delingsgesprek is van belang voor mede werker en manager. Het praat gemakke lijker als medewerkers van tevoren de gemaakte afspraken van vorig jaar nog eens nalopen en voor zichzelf formuleren hoe ze daaraan hebben gewerkt. Omdat het werken in projecten toeneemt, zal het steeds vaker voorkomen dat ook de pro jectleider bij het beoordelings gesprek aanwezig is. Een punt waar mee mede werker en ma nager ook rekening moeten houden. Walter Gerritsen van der Hoop van de Centrale Dienst Personeel stelt dat er een handige manier is voor het invullen van de beoor delingsformulieren, die dit jaar anders zijn ingedeeld. 'Het beste is het oude en het nieuwe formulier bij elkaar te leggen. De gedragscriteria en de taakstellingen van vorig jaar kunnen dan punt voor punt worden geëvalueerd. De beoordeling daarvan kan worden bijgeschreven op het oude formulier. Nieuwe criteria en taak stellingen kunnen op het formulier van dit jaar worden vastgelegd en een jaar later weer worden getoetst aan de praktijk.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1995 | | pagina 16